
Tqrre-Neuf: andere richten, wanneer zy op
een zekere hoogte gekooriien zyn , hunnen
tocht naar Noorwegen ,» en trekken door de
Zond naar de Oofl-zee, weder een ander gedeelte
begeeft zich naar den Noorder-hoek
van Jutland, zwemt deze kuit langs, en ver-
eenigt zich wel ras door de beide Belten met
de troep die zich in de Ooftzee bevint; hier
na verdeden zich de overige op nieuw, en
zwemmen langs Holftein, T ex e l, en trekken
de Zuiderzee in, enz. De Weflelyke troep,
die alsdan noch de flerklle is , en altoos van
de BruinvifTchen , Haaijen , 'Kabeljaauwen ,
enz. vergezelt word,begeeft zich rechtflreeks
naar Hitland en de Orcades Eilanden, alwaar
de Hollandfche Viffchers hen met ongedult
afwachten , en van daar naar Schotland, alwaar
zy zich verdeden; een gedeelte doet de
tocht om Engeland , en begeeff'dch naar de
Friefche, Hollandfche, Vlaamfche en Fran-
fche Kullen; het andere gedeelte begeeft zich
naar de Kullen van Ierland ; vervolgens ver-
eenigen zy zich weder in ’f Kanaal; en na
dat zy alle Volken van voorraad voorzien
hebben , blyft ’er noch een kolom over welke
zich in den Atlantifche Oceaan werpt; en
het is hier dat dezelve Verdwynt. Maar het
verwonderenswaardigfle is-, dat alle deze kolommen
haringen, welke in benden verfpreit
zyn ,d e plaats weeten, op welke zy zich weder
vereenigen moeten om twee nieuwe kolommen
te vormen die een verbazende dikte
hebben; waar op zy naar hun Vaderland te
rug keeren: de eene koomt van het Ooflen,
en de andere van het Noorden hier aan.
De tyd van het vertrek der haringen is mede
bepaalt; zy verlaaten onze Zee-kuflen in
de maanden July en Auguflus: de weg die 'zy
neemen is bepaalt, en de tocht geregèlt. A lle
deze vilfchen vertrekken te gelyk ; het is
aan geen een geoörlooft om ter zyden a f te
wyken; men heeft geen wegloopers; zy vervolgen
hunnen tocht van kuil tot k u lt, tot
op de bepaalde plaats. Dit Volk is talryk,
en de doortocht duurt zeer lang : maar wanneer
dit heir voorby i s , vertoon en ’er zich
geen meer voor het volgende jaar. Men heeft
navorfchingen gedaan , om de reden te doorgronden
van het geen de haringen kan aan-
fpooren om deze tochten te doen; wat hen
de order kan inboezemen welke zy in acht
neemen, als mede de begeerte om naar hun
vaderland weder te keeren. De Franfche en
Hollandfche Vilfchers hebben opgemerkt dat
’ er des zomers , langs de oevers van het Kanaal
, een pntelbaare meenigte van zeker
foort van wormen en kleine vilfchen te voor-
fchyn koomen , met welke de haringen zich
voeden: dit is een manna ’ t geen zy regelmatig
koomen inzamelen. Wanneer zy alles ,
geduurende den zoomer en herflt , langs de
noordelyke zee-kuiten van Europa verteert
hebben, zoo begeeven zy zich zuidwaarts alwaar
hen een nieuw aas wacht : wanneer deze
voedzels ontbreeken , zoo gaan d'e haringen
elders hun onderhoud zoeken; den doortocht
is alsdan veel fchielyker, en de vilïche-
ry minder voordeelig ; voor het overige , de
haringen ondernemen o f eindigen hunnen
tocht niet, voor dat zy hunne kuit gefchoo-
ten hebben : dus fchynt het dat het aanlokzel
der infeéten , de haringen zoo wel als de
vervolgingen van hunne vyanden op' onze
kullen doet aankoomen: dezelfde wet o f dezelve
natuurlyke aandryving doet hunne jongen
hen volgen , zoo ras zy krachten genoeg
hebben om deze tocht te konnen doen ; en
die geene welke de- netten der Viffchers ont-
koomen , vervolgen 'fpoedig hunnen weg om
elders het groote oogmerk der Natuur, te
volbrengen ; dat is te zeggen om vaders en
moeders van de gedachten voor het volgende,
jaar te worden. _
Zoo ’er iets .verwonderenswaardig in de
voorttrekking van deze dieren is , zoo is het
de oplettenheit wélke die van de eerlle rei,
(welke in een lyn voorttrekt, en tot een leus
aan de andere verllrekt) op de beweegingën
van de Haring-Koningen o f geleiders geeven;
wanneer de Haaringen uit het Noorden vertrekken
, heeft de kolom onvergelykelyk meer
.breedte als lengte: maar wanneer zy in een
wyduitgeflrekte zee koomen',- verbreed zy
zich indiervoegen , dat zy meer uitgeflrekt-
heit als Grootbrittanje en Ierland met-elkan-
deren bellaatV Wanneer zy een kanaal moeten
doortrekken, zoo krimpt yle kolom liraks
in , zonder dat de fnelheit van den voortgang
hier door eenigzings vertraagt word : het is
vooral hier dat de tekenen en beweegirigen
een fchouwfpel uitleveren', ’t geen verwondering
en verbazing veroorzaakt : geen heir-
leger hoe wel geregeld het ook zyn mag voert
dezelve ..met zoo véél overeenltemming en
naauwkeurigheit uit.
Haringvijfchery van verjchillende Volken.
W y hebben reeds gezecht dat de Hollanders
hiertoe hunne buizen omtrent Hitland
byeen verzamelen , alwaar de tweede fmal-
deeling der Haringen aankoomt. Hunne buizen
zen beloopen twaalf o f vyftien hondert in getal
; zy flevenen met dezelve Noord-Noord-
Wefl aan, en werpen hunne netten naby
Fayrhill,des nachts voor St. Jan, dén 25 Ju-
ny, even na middernacht in zee. Men vifcht alleen
des nachts , om dat men dan beterden
draad van de kolom der haringen gewaar kan
worden, welke men duidelyk door den glans
van hunne oogen en fchubben ontdekken kan.
Des daagfeh onderfcheid men hen alleen door
de zwartheid van het water en de beroering
welke zy in hetzelve verporzaken , met zich
tot aan de oppervlakte van het water op te
heffen , en met zelfs uit het water te fpringen
om de verflindzucht van hunne vyanden te
ontwyken. Behalven d i t , werden deze vis-
fchen des nachts, door het licht der lantaarns
verlokt dat hen recht -op de buizen doet aankoomen
, en ’t geen belet , mét hen te verblinden
, dat zy de nétten'gewaar woorden,
De Sardynviffchei-s bedienen zich met vrucht
van deze handel wyzen op de Kuilen van Dal-
matië.
De netten wélke tot de haringviffeherei gebruikt
worden, zyn lang , en moeten, volgens
de Plakkaten , ten minden van goeden
hennip zyn , en zeer naauwe maaffen hebben
, opdat de viffehen wanneer zy dezelve
aanraken, ’er met hunne kieuwen in zouden
verwarren: die geene welke men thans maakt,
zyn byna geheel digt, en van een foort van grove
Perziaanfché zyde gebreid, zy duuren ten
minden drie jaaren: zoo ras zy gemaakt z yn ,
zoo verwt men dezelve bruin met den rook
van fpaanderen van eikenhout, om dezelve
•minder zichtbaar in het water te maken. •
Het is niet geoorlooft om de netten voor
den 25 Juny in Zee te werpen , om dat den
Haring alsdan tot zyne volmaaktheit noch
niet gekoomen is , en men hem dan niet lang
zonder te verderven zou konnen bewaaren.
Het is volgens een uitdrukkelyk Bevelfchrift,
en verfcheide Plakkaaten van de Staten der Nederlanden,
en de Regenten van Hamburg, dat
de Schippers der buizen , de Stuurlieden en
Matroozen, voor hun vertrek uit de Havens ,
een eed doen, dat zy de viffeherei niét vroeger
zullen beginnen, en welke zy by hunne
te rugkomfl vernieuwen , om te beveiligen
dat noch hun fchip,noch eenig ander by hun
weeten inbreuk op deze wet gemaakt heeft.
Volgen^ dezen eed , geeft men getuigfchrif-
ten aan alle de fchepen welke tot het vervoeren
van den, nieuwen Haring gefchikt zyn r
om. de bedriegereijen voortekoomen en om
het krediet v an'dezen handel*, te bewaaren.
. Van den 25 Juny tot den 15 J u ly , werpt
men alle den Haring die men v angt, zonder
order in de tonnen , welke men van tyd tot
tyd in zekere vaertuigen over laad d ie ' zeer
fnel zeilen konnen , men noemt dezelve j a gers
, welke dezelve met allen fpoed naar
Holland brengen', alwaar den eerilen haring
die hier aankoomt, hieröm Jaag-Haring ge-
noemt word. Wat die geene betreft welke
men na den 15 July vangt, zoo ras deze aan
boord van de buizen is , en men hem van zyne
kaken, ontdaan heeft , zoo verdeelt men
hem zorgvuldig in drie foorten , te weeten ,
Maagden-Haring, Volle-Haring, en Ledige-
Haring. Men fout ieder foort afzonderlyk,
en lecht hen in byzondere,tonnen. De Maag—
de-Haring is die , welke op het punt is om
kuit te fchieten : d'eze is zeer fmakelyk. De
Völlen-Haring*is die geene , welke met hom
ó f kuit vervult is;, dat is te zeggen , die in
zynen Raat van volmaaktheit is. De Ledige-
Hanng is die , welke gefchooten heeft, dezen
is eenigzins ta a i, duurt zoo lang niet als
de andere foorten , 1 en word minder geacht:
deze twee laatfle foorten van Haring maken
gewponelyk de ladingen der buizen u it, welke
vertrekken naarmate dat zy volladen zyn ,,
o f wanneer de viffchery ten einde geloop en
is.-
De Haringviiïchèrei op de Kufl van Noorwegen
is zeer veel zedert het jaar 1560 vermindert
, in welken tyd den handel van den
haring hier zeer bloeiden , vooral te Bergen,
alwaar men een Komptoir van deze Viflche-
rei had , ’t geen onder den naam van het Ge—
modfehap van Bergen o f Scandinavië opgerecht
was. T o t dezen tyd kwamen verfcheide
duizende van fcheepen uit Denemarken ,
Duitfchland, Holland, Engeland, en Vrank-
ryk ,. naar Noorwegen om voorraad van haring
voor geheel Europa te haaien ; maar zedert
heeft de groote kolom van haring een
andere weg naar Hitland en Schotland inge-
flagen. Wanneer de Schotfche Viffchers hunne
vangfl voleindigt hebben , koomen die
van Dumbar , Vrankryk , Vlaanderen , en
zelfs de Hollandfche buifen , die voor de
tweede maal uitgerufl worden, deze viffehen,.
na by de banken , bayen, en rivieren , voorby
welke de kolommen trekken moeten, te
gemoet, en zy rechten onder dezelven noch
een verbazende Pachting aan. De geheele-
kufl van; Zweede en Finland enz., verfchaft