
Zo o men voorneemens is om ze laater te
planten , Zoo moet men hen in een doos met
fyn zand plaatzen, ’ t geen zorgvuldig .gc-
droogt is , en hen beurtelingfch tuflchen een
laag zand fchikken. Deze bollen dus toebereid,
en op een drooge plaats bewaart zynde,
konnen in de maanden, A pr il, M e y , o fju -
ny geplant worden, dm in July o f Auguïtus
te bloeijen. Men moet echter uit deze handel
wys niet befluiten , dat men de Hyacinten
bollen, gelyk de klïauwtjes der ranonke-
len , en anemoonen langer als een jaar be-
waaren kan. Het verlies der bollen zou de
vrucht zyn van nieuwe proefneemingen.,
■ welke men omtrent dit ftuk zou willen
doen.
Wanneer het getal der jonge-bolletjs noodzaakt
om hen van den moeder-bol af te fchei-
den , en zoo zy noch klein zyn , zoo vormt
men ’er kweekeryen van , én men plant hen
een o f twee duimen van elkanderen, ter diepte
van een duim in de aarde. Zoo hunne
grootè aanmerkelyk is , zoo verdeelt men hen
tuflchen die geene van welke zy.afgenoome
zyn: onder deze , bloeijen de bollen die een'
en een half ons weegen, doorgaans het befte.
Eenige koomen tot net gewicht van twee en
een half ons , dit is'hunne uiterfte groote;
en in dezen ftaat konnen zy noch v y f o f zes
maaien bloeijen. De bol bloeit dus een zeker
getal jaaren , om dat verfcheide vrucht-
beginzels, welke in dezelve bevat zyn , zich
beurtelingfch ontwinden , tot dat hy ’er geheel
van ontbloot is. Men zecht dat men
’ er gezien.heeft, welke dertien .jaaren duurden
.M
en kan, in zeker voegen , zeggen, dat
de Hyacinten bollen door ouderdom niet vergaan
, want hoe uitgeteert zy ook moogen
z yn , zöo verjeugdigen zy ziéh weder in hunne
jongen. Deze voortbrengende kracht is
wonderbaar ; ieder otnkleedzel , en zelfs ieder
gedeelte der omkleedzels, fchynt dezelve
te bezitten. Men merkt in der daat o p ,
d a t, wanneer een otnkleedzel , door de
kracht van een aangroei, o f door een infny-
ding zich affcheid , de afgezonderde deelen
vervolgens kleine bolletjes vormen. Deze
waarneeming heeft het zeldzame middel aan
de hand gègeeven , om eenige trage foorten,
■ aanmerkelyk te vermeerderen. Zie hier op
wat wyze men hier omtrent handelen moet,
Een geringe tyd voor dat men de bollen uit
de aarde neemt, fteekt men die geene uit van
welke men voortbrengzels verlangt: men doet
in deszelfs ónderfte gedeelte , een kruiswyze
infnyding, die tot op het derde gedeelte van
den bol doorgaat ; men zet deze bol hier op
weder in zyn plaats , en bedekt hem met een
duim aarde : men laat hem dus vier weeken
Haan; waar na men hem uit den grond neemt,
laat droogen , en op.zyn tyd naar gewoonte
plant. Het is waar dat hy het volgende jaar
geen bloemen zal voortbrengen ; maar hy zal
zich indiervoegen van een fcheiden, dat wanneer
men hem Qpncemt, men in plaats van
eene b o l , ’er zes, ach t, en zomtyds zelfs
tien zal vinden , welke naar twee jaaren aangekweekt
te zyn , hunne volkoomenheit ver-
kreegen zullen.hebben. Men kan zelfs een
grooter getal infnydingen in den bol doen, en
’ er op deze wyze twintig o f dertig jongen
van bekoomen ; maar deze laatfte handelwy-
ze is niet zonder gevaar , voor den moeder
'bol.Men verfchaft zich des winters een kleine
bloemtuin, metde Hyacinten bollen op bloemglazen
met water te plaatzen. Men moet hen
in het begin van Oftober op de glaazen plaatzen
, en acht geeven dat de bollen niet meer
als tot op de helft in het water inzinken,, en
het water altoos op deze hoogte houden, met
het geftadigop te vullenden net alle veertien
dagen te ve-rverfchen ; wanneer men ’er telkens
zoo veel Salpeeter byvoegt als men tus-
fchen zyne twee vingeren vatten kan., zoo
doet men de bollen geen nadeel. Om dezelve
vroegtydig te zien bloeijen , moet men de
. vroegfte foorten verkiezen. Deze'bollen.,
welke men dus voor hunnen tyd bloemen doet
voorbrengen , zyn door deze geweldige po-
- ging niet uitgeput; mits men hen uit het water
neemt zoo ras dé bloemen verwelkt zyn.
Men moet hen aanftomds in de aarde planten,
en hen hier zoo lang laaten , tot dat men de
bollen opneemt: zy herftellen zich hier zeer
w e l , en zullen, zoo men zecht, het volgende
jaar in de aarde bloeijen. Men heeft dubbelde
Hyacinten gehad., welke, na dat zy in
het water, gebloeit hadden , zaad voortgebracht
hebben ; daar het zelfde foort vyftien
jaaren achtervolgens in de aarde geplant zynde
nooit geen zaad voortgebracht had : dus
kan men deze handelwyze als een voordeelig
middel beichouwen , om dit dierbaare zaad
te bekoomen..
Het is door middel van dit zaad , dat de
Blommiften die verfcheidenheden bekoomen
welke hunne begeerte is, Men zal met verwondering
zien, dat de Hyacinten geen bloemen
zullen voortbrengen welke aan die geene
gelyk zyn , waar van het zaad gewonnen
j s ; zelfs tot zoo verre, dat doorgaans het
zaad der blaauwe Hyacinten, witte bloemen,
en dat der witte , niet' anders als blaauwe1
bloemen zal voortbrengen. De fchoonfte
. bloemen koomen van de enkele voort. Men
moet, om zaad te winnen , de voorkeur aan
die geene geeven. , welke twee o f drie blaadjes
in het midden der bloem hebben : zy zyn
meer gefchikt.om dubbelde bloemen voort te
brengen ; het is zeldzaam dat de dubbelde
zaad voortbrengen.
Men moet het in Oftober zaaijen , en het
zaad met een duim aarde bedekken t het is
zeldzaam voor het vierde jaar , dat de bollen
beginnen te bloeijen. Het fcheelt wel veel
dat alle deze bollen even fchoon zyn zouden;
zoo ’er onder duizent van. deze bloemen ,
vier o f v y f zyn , die de aandacht van den
Bloemmift verdienen, zoo moet hy zyne
moeite beloond achten ,. vooral wannéér ’er
zich noch onder dit kleine getal van die zeld-
zaame fchoone , van die begunftigde voortbrengzels
der Natuur bevinden. Het is waar
dat de andere alle niet te verwerpen zyn ;
men vint ’ er , onder welke , fchoon zy van
de eerfte fchoonheit niet zyn , echter de op-
lettenheir van den Bloemmift verdienen.' Het
was voormaals in Holland een gewoonte ,
om aan geen nieuwe bloem een naain te geeven
, als met veel plechtigheden en vrolyk-
heid. Men.noodigde alle de Liefhebbers uit
de nabuurfchap ; ieder ftelde zyn gevöele
v o o r t, men verzamelde de ftemmerr, en de
meerderheit beflechte de naam.
De Hyacinten bollen zyn aan verfcheide
kwaaien onderworpen , waar van eenige doo-
delyk zyn, en andere geneezen konnen wor-
den. De gevaarlykfte i s , een verderving die-
in de fappen van den bol ontftaat, en zich
uitwendig om de wortelen , o f aan den punt
van den bol openbant , men ontdekt dit 011-
gemaak , door een ring die zomtyds bruin is
en zomtyds de kleur van drooge bladeren
heeft. Wanneer dit ongemak zich aan het
fpitze gedeelte van den bol openbaart, zoo
moet men hem zoo verre affnyden , dat men
geen verderf meer befpeurt, al was hét fchoon
dat men dus dc helft van den bol wegfneed
hy kan alsdan noch bekoomen. Wanneer het
kwaad begint op de plaats die den bol met de
wortelen vereemgt, zoo is ’er weinig hoop
voor hem meer overig. Om deze kwalen te
vermyden, moet men, ten i f t c , geen bollen
planten welke des winters, onder water ftaan-
ten 2de, de aarde met geen paarden, fchapcn
©t varkensmeft vermeng,en ,. ten minftea zoo
zy door ouderdom' niet ontaart, o f uitgeput
is ; ten 3de, om zich van geen aarde te bedienen
, in welke men verfcheide maaien
Hyacinten in weinig tyd geplant h e e ft; en
ten 4de, dat men geen (bollen plant naby andere
, welke met deze kwaaien befmet zyn.
Zomtyds verderft den bol in de aarde, en
word flymerig 'en Hinkende.. Zoo dit kwaad
diep indringt, zoo verlieft men den bol i
men kan dit voorkoomen , met ’er te voo-
ren , de aangeftoken deelen van af te fcheiden.
Tuberoos of.Indiaanfche Hyacint.
De Tuberoos welke uit Indië, in Italië is
overgebracht g en uit Italië door geheel Europa
verfprëid is geworden , is om haare gedaante
, reuk en duurzaamheit te waardeeren.
Z y gelykt naar de Hyacint door-haare gedaante
, en de infnyding van haare bloemen,
maar zy verfchilt ’er van door de uitgebreidheid
van de bloemen , welke eens zoo groot
als die van de Hyacint zyn: zy ftaan op geen
fteeltjes gelyk die der Hyacinten , maar zyn
onmiddelyk aan de fteelen vaftgehecht. De
vorming en plaatzing. der zaaden is byna dezelve
i het Verfchil is merkbaar tuflchen de
fteelen en de bollen. De fteel der Tuberoos
fchiet ter hoogte van drie o f vier voeten op,
daar in tegendeel die van de Hyacint laag
blyft- De bol der Tuberoos is vleezig, en
geenzins fchelswys , gelyk die der Hyacint.
De Hyacint bloeit in. de Lente , en de Tuberoos
in den zoomer o f herfft, ten mihften
zoo men haaren bloei door de hitte niet verhaalt.
Men heeft ‘enkelde en dubbelde Tuberoo-
de beide foorten zyn w i t , want de roodheit
met welke eenige gedekt fchynen , is een
fieraad , dat zy door de konft bekoomen, en
geen uitwerkzel van de Natuur i s , gelyk wy
zulks laager aantoonen zullen. '
De Tuberoos met dubbelde bloemen heeft
dit byzorider dat zy een gedeelte van haare
Ceraaden met de vermindering van het getal
van haare bloembladeren verlieft; maar zy
bekoomt zomtyds haaren, vorigen Juifter , in
de^ nieuwe bollen weder. De bol van de Tuberoos
bloeit maar een maal; waarfchynelyk
om datjiy maai* een bloeragevent zaad bevat ;
maar wanneer deze bollen, welke geen bloemen
meer kunnen voortbrengen , geplant
worden , zoo brengen zy jonge bollen voort
en deze wederom geplant zynde , werden in
het tweede jaar bloeibaare bollen*.
ha