
638 .K W I K Z I L V E R .
demie, zyn in het jaar 1760, nietgeflaagtom
het Kwikzilver tot dien trap vad te maaken
dat het fmeedb.aar was, en de zelfdandigheit
van Lood verkreeg, als hier toe een door kond
gemaakte koude van 186 en twee derde graaden
([op de fehaa] van Reaumur') te gebruiken.
Jiet Kwikzilvér is geen half metaal om dat het
niet brandbaar is. Moet het als een metaalachtige
zelfdandigheit befchouwt worden welke
eenig in haar foort is ? O f is het een wanfchepzel
in de order der halve metaalen, gelyk de P/^-
iina del-pintozuV&s in de order der metaalen is .
Het Kwikzilver vereenigt en vermengt zich
met byna alle metaalen en halve metaalen welke
het dporknaagt: het goud en, zilver zyn
echter de doffen op welke het dit verfchyn-
zel by uitnementheif voortbrengt, enz.
Men vint het Kwikzilver in deszelfs eigen
en byzondere mynen, in Italië ,• Hongaryë,
Frioul y te Hydria in Sclavonie, te Alman-
dens in.Spanje, in China en te Chalatiriin
Potofi, enz. Zoo het vloeibaar is ^ zoo vint
men het in droefTen: is het in deenen bevat,
zoo vormt het geboogen vooren, welke diep
in de aarde ingedompelt zyn ; men heeft het
uit een diepte van meer als negen hondert
voeten uitgedolven. '
Men geeft de naam van Maagden-Kwikttn
het Kwikzilver dat vloeibaar en onvermengt
is , en dat men in aard achtige o f deen achtige
matricen vint, van welke men het door middel
van het vuur afïcheid. 7 Het is. dikwyls
zeer moeijelyk om het geheel vloeibaar uit de
ingelanden der aarde te bekomen, want het
vloeit gemakkelyk en in weinig tyd door de
barden der aarde o f deenen w e g , indiervoe-
gén dat men het dikwyls gejie elyerlied, wanneer
men in daat denkt te zyn om het geheel
te bekomen. Pomet en Lemery zeggen dat die
geene welke arbeiden om deze myudof vloeibaar
uit de mynen te halen, nietlang leven,
en dat zy„ wel ras-beroerd worden, en geheel
uitgeteert derven. Men fchryft de oorzaak
hier van aan de dampen der Kwik to e , welke
het zenuuwgedel aandoen : gelukkig is het
dat men thans niet anders als misdadigers tot
dezen arbeid gebruikt.
Men noemt d ie . geene Gemineraliseerde
Kwik. , welke in diervoegen verdunt, verdeelt
en verfpreid i s , het.zy in de quartz , >t
zy in de fchidus, enz. dat men moeite heeft
om het ’er zónder behulp van een vergrootglas
, in te ontdekken , en vooral die geene,
welke met de zwavel vermengt is , met welke
het een roode doffe vormt,' die men Vermih
joen noemt. Zie dit woort. Men geeft aan dit
foort van Kwik, de naam van Roode Kwikertfl♦
K Y A N G - C H U .
Wanneer een Natuurkundige gegronde fe»*
denen denkt te hebben , om te vermoeden *
dat ’er op deze o f die plaats , een Kwikzilver
mynis, zoo kan h y , door een gemakkelyke
proefneeming , hier volkomen zekerheit van
krygen ; men behoeft maar alleen een duk
van een ticheldeen gloeijent te maaken , dat
men ter dikte van een halve lyn , met vylzel
van daal , o f gekalcineerde kalkdeen bedekt:
men plaatd de erts op dit v y lze l, en men bedekt
het alles met een omgekeert bierglas.
Zoo ras de erts, een genoegzaame hitte, ver-
krygt , zoo zal het Kwikzilver , zoo het ’er
in bevat is , zich opheffen . en zich aan het
glas in witte dampen vadhechten, welke wel
ras tot kleine droppen zamen dremmen.
Heb is door middel van het Kwikzilver, dat
men hef glas verfoeliet, dat men het Koper
vergult, en dat men zekere foprten yan goud
en zilver erts bearbeid.' Het Kwikzilver dient
noch om dé thermometers zamen te dellen,
en de door kondgemaakte Cinaber o f vermiljoen
te vervaardigen, die van zoq- veel nut jn
de fchilderkond is. Men gebruikt het in de
Geneeskond om het bloed te zuiveren , : en
om die geene te geneezen , welke de Venusziekte
hebben. Lenige, lieden drukken het
Kwikzilver door een geitenleder om te bezoeken
o f het niet vervalfcht is : echter fchooft
het'met lood , bismuth o f tin vermengt 9
zoo vloeit het ’er meede door, maar het laat
een zilvere dreep achter , wanneer, men het
over een fchuins vlak laat vloeijen.
Men bekoomt het Kwikzilver in zakken ,
welke hondert en zed ig , o f hondert en tachtig
ponden weegen. Deze zakken zyn van
dubbelt fchapen-leder zamen gede lt, en in
houte vaten gekuipt, waar van de tuflchen-
wydtens met zaagzel, zemelen , . o f gekapt
droo opgevalt zyn: zie in myne N ie u w e
M in e r a a l k u n d e , de wyze op welke men
het Kwikzilver uit de mynen haalt en zuivert;
als meede de wyze om de Cinaber o f het Berg-
vermiljoen te bereiden. .
K Y A N G - C H U , dit is de bruinvifch
-die men in de.Rivier Yang-Tfe-Yang vangt:
men vint hen zomtyds in deze rivier, meer .als
zestig uuren van dé zee. Deze bruinvisfchen
zyn veel .kleinder■ , als die van den Oceaan;
maar zy zwemmen in troepen door de rivieren,
met dezelve fprongen en tuimelingen:' men
eet een meenigte van deze viffchert in China.
K Y N - Y U , * dit is het Chineefche< goudvisje,
dat een foort van Goudbraaffèm-is., Zie
dit woord.
L A A G E -
L A B B E R D A A N . L A G A . L A G E T T O . L A K . L A M .
j l * A A G E - V L I E R , zie H a d ich ^
L A B B E R D A A N , deze naam is zoo
men meent, eerd dopr de'Hollandfche Vry-
buiters aan een'foórt van gezouten Kabeljaauw
gegeeyen, welke zy op dezereenvoudige wyze
, in hunne kruistochten bereide : zyfneden
deze viflchen- de kop af, haalden ’er het inge-r
Wand aan. de zyden van den buik uit, en fchik—
ten hen in lagen- met grof zout in de tonnen.
De Schotten en Ieren', noemen deze Kabeljaauw,
wanneer zy dus bereid-is , Abberdaan♦
Zy'vangen dezelve in meenigte alle jaaren,
óp de Noord-Oód en Ood-Kuden van hunne
Eilanden, van wélke zy dezen Abberdaan
o f Labberdaan te zamen dellen- Zié het artikel
K a b e l j a ft u w.
' L A C E R T . In Languedok geeft men dezen
naam aan een zee-vifch, die veel over-
eenkomd met een haagdis heeft. Zie P i t -
v i s ch.
L A D A N U M , o f L A B D A N U M ,
dit is de fpeceryachtige en hardachtige zelf—
dandigheit, welke men in de Levant uit een
föort van Ciftus trekt. Zie op het w-oort Ci-s—
T.U S*.
L A G A , deze naam geeft men aan zekere
roode boonen , welke met zwart gedippelt
zyn,. en in de Ood-Indiën groeijen ; zy dienen
in eenige Landfchappen van dit Land ,
om het goud en zilver te weegen. Z y worden
Conduri, op de Kud van Malabaar ge—
noemt..
L A G E T T O o f L A G E T T E d i t is
een zeer aanmerkelyke boom , van een middelmatige.
grootc , welke op de binn eland-
fche bergen van het Eiland Jamaika groeit:
zyne bladeren gelyken naar die van den Lauw-
nierboom: zyne buitenfchors is bruin en hart,,
ten naadenby , gelyk die van andere boomen.
Maar het is verwonderlyk, dat de inwendige-
fchors, die eerd wit en vry vad fchynt Kuit
twaalf o f veertien lagen bedaat , en vry 'ge—
makkelyk in zoo veel deelen kan gefcheiaen
Worden, welke een foort van d o f o f lynwaat
zyn. De eerde van deze lagen , die op dè
grooveichors volgt;, vormt een-Xoort van lakken
, dat dik genoeg is om ’ er kleederen van
zamen te dellen : de binnende lagen gelyken
naar lynwaat, en zyn bekwaam om ’er hemb-
den van te maken : de inwendige fchors van
de kleine takken , fchynt dun gaas^bf fyne
kant te zyn , welke .zich,. gelyk een zyde gaas,-
laat' uitrekken , en weder inkrimpt. 'Men
Bood yoormaalsaanKa r e l d en T w e e d e ,
Koning van Engeland , een Kraag aan,, die
van dit foört van gaas zamen gedelt was. Dit
lynwaat is derk genoeg om gewaffen en gebleekt
te konnen worden.-
- L A K , G omlak , Lacca-, dit is een hard van
: welke wy op het artikel van een derfoorten van
Mieren fpreeken zullen.Zie het woort M ie r .
De Venetiaanfche L a k, is een drooge , en
roo.de deeg., die zeer veel yan die geene ver-
fch ilt, welke de Indiaanen van de Go.mlak
zamen dellen , om armbanden te vervaardigen,
welke men Manilles noemt. De Vene-
tiaanfche Lak ofKarmyn - L a k , dat men mede
te Parys maakt, en in fchoonheit voor het
Venetiaanfche niet behoeft te wyken , is een
deeg.welke men van de Kochenielje bereid,
na dat men ’er de eerde , en zelfs de tweede
Karmyn uitgetrokken heeft: zy dient de fchil-
ders om met gomwater en olie te fchilderen.
Het geen men loodverwig o f plat Lak noemt,
werd van het'afTcheerzel van het fcharlaken
gemaakt, dat men in een loog van aluin , en
kryt kookt,en tot plaatjes vormt, welke men:
laat droogen. Z y werd door de Apothekers
en Schrynwerkers gebruikt. Men geeft meede
den naam van Vloeibaar e Lak aan een derk
afverfzel ; dat uit 'het .Brazielje hout getrokken
word. Men heeft een meenigte planten
die lak uitgeeven.
Het Chineefche vernis , werd meede Lak
genoemt.;
L A KM O E S , zie het artikel T au r n e-?-
s o L.-
L A M. Dit is het jong van het Schaap. De
Lammeren konnen zich niet oprechten wanneer
zy eerd ter wereld koomen; hierom zyn
.de Herders verplicht om hen op hunne poo-
ten te zetten; maar zoo ras zy daan, weeten
zy zich op te houden. Mén geeft v o o r , dat
men. de fchapen de eerde melk af moet trekken
, . voor« dat men de-Lammeren laat zuigen^