waar worden; ook heeft de civet der mannetjes
een fterker en veel aangenamer reuk
als die der wyfjes. ’
Vermits deNatuur niets te vergeefïchdoet,
zoo. is dit ruikende vocht ongetwyfelt van
eenig gébruik, voor deze dieren, welk wy
noch niet ontdekt hebben; men merkt alleen
Ipieren op, welkers gebruik fchynt om
deze zakken- toe te trekken, en om haar een
beweging te verfebaffen-, die in ftaat is , om
bet ruikende vocht te doen uitvloei] en-, welkers
behouding ondragelyk voor deze dieren
is , wanneer het door den tyd een bytende
fcherpte verkregen heeft; want men heeft
opgemerkt dat de Civetkatten een onruftig—
heit fchynen te hebben- die haar fterlc aandoet
en kw elt, wanneer zich een zekere hoe-
yeelheit van dit vocht by een vergadert heeft,
en- dat zy- pogingen doen om het te doen uitvloei]
en..
Schoon- dé Civetkatten-, dat is te zeggen,
de Civetkat en de Zibet, uit de heetfte ge-
weften van Afrika en Azia oorlpfdnkelyk
z y n , zoo konnen z y echter, zecht de Heer
de Ëüfftm, in de gematigde , en zelfs in de
koude landen- leven., mits men haar voor de.
invloeden der lucht zorgvuldig befchut, en
dat men haar voedzaam én uitgekozen voed-
zel' geeft.. Men voed ’ er een vry groote
meenigte in Holland, alwaar men koophandel
in- haar reukwerk dfyft- De civet die te
Amfteldam vergadert word, werd hooger
gefchat als die uit de Levant en de Indiën
koomt, welke doorgaans zoo zuiver niet- is.
Die welke men uit Guinée bekoomt zou de
befte van alle z y n , zoo de Négers,. gelyk de
-Indianen en. de Levantyners-, dezelve- niet
Vervalftcn, met ’ér fappen- van planten, gelyk
de Ladanum, Storax, en andere balfem-
achtige- en welriekende kruiden , onder te
jnengen. Om dit reukwerk in.te zamelen-,
fluiten z y dit dier in een naauwe kooi op,
in welke het zich niet wenden, k a n z y -o p e -
Ben als dan de koo-i aan het achter einde,
trekken het dier by den ftaart, en noodzaken
bet in dezen-ftant te blyven-, met~ee.it ftok
door de traliën, te fteefeen ,. door- welkers
-middel z y deszelfs achterfte pooten knellen;
vervolgens fteken zy een kleine lepel in de
zak dié het reukwerk bevat; zy fchrappen
■ naauwkeurig de wanden van dezen- zak af;
-en.- doen de ftoffe-zorgvuldig in een vat, dat
zy ftraks bedekken. Dit werd-twee-of drie
maaien in-een week herhaalt. De hoeveel-,
heit van het vocht dat men bekoomt, hangt,
veel-af. van. de ■ boedanighdt.Yaa-.het_voedzel,j
en dén eetluft van het dier; het geeft des te.
meer uit na dat het beter en met voedzamer
fpyzen gevoed word: in ’t algemeen kan men
’ er telkens een en- een half vierde gedeelte
van een loot o f een half loot van bekomen.
Raauw gehakt vleefch, eyeren, ry ft, kleine
dieren, vogelen, jong gevogelte, en vooral
vifch, zyn de-fpyzen die men hen moet aanbieden
, en dezelve indiervoegen veranderen,
dat men hunne gezondheit bewaart, en hunnen
eetluft opwekt; z y hebben weinig water,
noodig,. en echter piflen zy zeer veel.
Het reukwerk van deze dieren is zoo fterk,.
dat het zich aan alle de deelen van hun lichaam
mededeelt, en dat ’er hun hair mede
doordrongen is. Zoo men ze verhit met hen
te tergen, doet zich dezen reuk noch fterker
gewaar worden;, en zoo men hen kwelt tot.
dat zy beginnen te zweeten, zoo kan men
dit zweet vergaderen, dat, mede zeer fterk
ruikt, eii dient om de civet te vervalfchen,
o f ten minften om. derzelver hoêveelheit te ’
vermeerderen,
De Civetkatten , vervolgt den Heer de
Buffvn-, zyn- natuurtyk w ild , en zelfs eenig-
ziris verfcheurent; echter-maakt men haaf
gemakkelyk tam, ten minften tot dien trap,
dat men haar zonder groot gevaar naderen en
behandelen kan. Z y hebben fterke en zeer
fcherpe tanden, maar haare nagelen zyn zwak
en afgeknot; zy zyn rad „ en, zelfs v lu g ,
fchoon haar lichaam vry dik. i s z y fpringen.
gelyk de katten, en konnen gelyk.de honden,
lóopen-; z y leven van. de jacht, en verras--
fchen de kleine dieren- en. vogelen, Haare
oogen blinken des nachts, en het is waar-
fchynelyk dat zy in dé duifternis zien konnen.
Wanneer haarde dieren.ontbreken, voeden
zy zich met vruchten. Z y onthouden zich.
gewillig in de -brandende zandvlaktens , en
önvrachtbaare bergen. Z y teelen in groot
getal in haare natuurlyke luchtftreken voort;
maar fchoon zy, in de gematigde landen konnen
leven, en datzy hier zoo wel als in-haa-
re geboorte landen , een walriekent vocht
uitgeven, zoo konnen zy echter in dezelve
niet voortbrengen., Haare tong is zoo ruuw
niet als die der katteii; baar geluit gelykt
vry weina dat van een vergramden bond.
De. civet o f het fineerige vocht dat men
van déze dieren trekt, heeft, wanneer het
verfch i s , de zelfllandigheit van .honing, en
een witte kleur ; wanneer het oud 1 word,
verandert dezelve, eerft in.geel, en vervol--
gens in bruin. _ D it vocht werd Zibet in Ara-
b ië , Indië.en.ittde.Eévant genoeint, alwaar
het.
het meenigvuldiger, als in Europa, gebruikt
word. Men gebruikte het voormaals tegens
de; moederkwalen der Vrouwen ; maar men
heeft befpeurt dat dit reukwerk zoo wel als
de andere, gelyk muskus en ambergrys, meer
nadeel als voordeel in deze gevallen té weeg
• brengt, en dat den onaangenamen reuk- van
de galbanum, bevergeil en diergèlyke,. èen
beter uitwerkzel heeft. De Reukwerkers en
Confituriers , mengen de civet noch onder
hunne reukwerken. Deszelfs reuk is liefely-
ker als die der - muskus, fchoon hy veel fterker
is. Beide zyn. zy uit de mode geraakt
zedert dat men den amber gekent heeft, o f
liever zedert dat men deze heeft weten te-
bereiden; en den amber zelfs, die niet lang
geleden , het uitnemenfte en edelfte reuk,
werk was, heeft zyn gébruik verlooren , en
kan lieden van een fyne finaak niet meer behagen.
Van de Genetkat-
De Genetkat is een dier dat veel kleinder
als de Civetkat is ,- welkers lichaam veel langer,
de kop veel dunner, en-de pooten veel
korter zyn, doch die op dezelve wyze gevlakt
is ; zy heeft mede op den rug een. foort
-van maanen , maar is van de Civetkat door'
Maren ftaart onderfcheiden , die zoo lang als
haar lichaam, en beurtelings met ringen van
wit en zwart gefchakeert is. De Genetkat
heeft gelyk de Civetkat een zak, in welke
een foort van welriekent vocht afzypelt,
edoch waar van de reuk zwak,- en niet duurzaam
is. Z y is een weinig grooter als de
Marter, die haar in de gedaante van het lichaam
, aart en ge woontens vry wel gelykt:
alleen fchynt het dat men de Genetkat met
meer gemak tam maken kan. Men heeft haar
de naamen van Kat van Conflantinopelen,
Spaanfcbe Kat en Genetkat gegeven, Ichoon
z y niets gemeen met de Kat h e e ft,,als alleen
de konft om de muizen. te belagen , en ’er
zich mede te voeden. Het is mogelyk om
dat men haar weinig elders als in. Spanje en
in de Levant vind, dat men haar den bynaam
van deze landen gegeven heeft.
Het vel van deze dieren is een luchtig en
zeer aangenaam bontr de moffen van de Ge-
netkatten vellen waaren voor eenigen tyd in
de mode, en wierden tot een hoogen prys
verkocht; maar zedert men dezelve heeft
weten na te maken, met de graauwe kony-
aeu vellen, met. zwarte vlakken, te verwen,
zoo zyn zy^ tot een lagen prys gedaalt, en
bygevolg buiten de mode geraakt.
C O A T I , een viervoetig dier, dat alleen
in de landftreken van Zuid-Amerika gevonden
word. Men heeft dezen naam aan ver-
fcheide zeer verfchillende dieren gegeven;
edoch de Coatimondj fchynt alleen een ver-
fcheidenheit van de Coati te zyn.
De Coati is-een vry klein dier; zyne ooren
en pooten zyn kort, zyne oogen klein: men
onderfcheid het ligtelyk van andere dieren
door zyne langwerpige fnuit, en door zyne
fnoet die in allerlei richtingen beweegbaar
is. Het houd zich, gel-yk de Beeren , met
veel gemak op de achterfte pooten overeinde.,
welkers, hielen breed zyn. Zynén ftaart
is met dicht hair bézet, dat gekrult is , hy is
veel langer als zyn. lichaam, wanneer hy niet
afgeknot is,.want dit dier is onderhevig.om
denzelyen af te knagen-
Dezen zonderlingen lu l t , die tegen de Natuur
fchynt te ftryden, is echter niet byzon-
der aan de Coati, zecht den Heer de Buffon
De Aapen, AeMakis, en eenige; andere dieren
die lange ftaarten hebben., knagen de
einden van hunne ftaarten mede af, met het
vléefGh. en de wervelbeenderen op te eeten-,
■ en verkorten, hem dus een vierde o f derde
gedeelte.. Men kan hier een algemeen gevolg
uit trekken, vervolgt de Heer de Buffon;.
’tw e lk is dat in de zeer lang uitgeftrek-
te léden, en van welke de uiteindens by gevolg
zeer verre van het middelpunt van het
gevoel verwydert zyn, dit «gevoel-zeer zwak
i s , en des. te zwakker ,. hoe gxooter den
afftand,:. en hoe dunner het deel is ;• want zoo
het uiteinde van den- ftaart dezer dieren een-
deel van een aanmerkelyke dikte was, zoo
zou de gewaarwording der fmert veel fterker,
als die van ditfoort van honger, zyn,, en zy
zouden hunnen ftaart met zoo veel zorgvul-
digheit als hunne andere leden bewaaren.
Voor. ’t overige,, is de Coati een verfcheurent
dier ,. dat zich met vleefch en- bloed
v o ed , d a t , gelyk de Vos en,Marter, de
kleine dieren en ’t gevogelte ombrengt, de
eyeren uitzuigt, en dezelve in de nellen der ■
vogelen, zoekt,.
C O B A L T , Cob'altum. Deze zelffiandig-
heit, die veele Scbryvers tot hier toe alleen
als een arfenikale mynftof befchouwt hebben,
is een byzondere metaalachtige ftoffe,
uit welke men een regulus trekt die veel
van. den arfenikum-verfchilt. De Cobalt is
E.e 3, zwaar-,