
waarts geplaatft, zyne pooteh, Vingeren eft
het vlies dat dezelve aaneenhecht, is van een
d o f zwart, t
E i n d met g e i l e p o o i e n : Anas pe-
dibus hiteis. Haaren bek is voor een gedeelte
bruin, en voor een gedeelte geel, haare
vederen mede zo o , de borft is ros; de vlekken
der vleugelen zyn .violet en blinkende;
h y heeft zwart en wit ter wederzyden; het
vlies der vingeren is bruin ; de wyfjes hebben
roode pooten.
G r a a uwe E e n ». Deze heeft een vermiljoen
kleure bef en hals die met witte vlakken
geflipt is , de bek bloedrood en de pooten
purperachtig.
E end me t een geel e k ui f , Anas
ebrifiata flavefcens. Z y heeft zomtyds een
voet lengte, de bek zeer rood, het voorhooft
verheven, met zachte vederen van een fchoo-
ne geele kleur bezet, die tot op den bek afhangen
, den hals, de borfl, en ftaart zyn
Waauwachtig grys, de beenen w it , en de poo-
teöjchoon purper:, e enige noemen haar gekuifde
'faaling.
G r o e n e E e n d : Anas virefcenr. Haare
vederen zyn zeer verfcheiden,. en fchynen
■ u it kleine vierkante afdeelingen zamengeftelt
té z yn , haaren rug is purper met groen ge-
mengt, de pooten zyn luifterryk rood , en.
den ftaart afchvefwig.
S ta r r e E end o f G e s t a e m E end
c.f P y l s t a a r t : Anas flellata. De byzon-
derheit van deze Eend beftaat hier in , dat
haare oogen. met eironde zwarte vlakken omringt
zyn : eenige Vogelkundigen pkatzen
onder dit foort de W i t t e E e n d : Anas
oibellai maar Klein denkt dat. deze maar een
Rbyn Duiker is.
E end met hooge p o o t e n : Anas.al-
tis aut longis cruribus. Zoo men dezen vogel
onder het getal der Eenden plaatzen. moet,
zoo moet men zeggen, dat zyn kenmerken
' zyn , dat hy een icherpe bek heeft, die voor
ten gedeelte zw a r t, en. voor een gedeelte
rood i s , de hals met een witte ring omzet,
de buik w it , zoo ook de pooten en vliezen,
het overige is graauw met zwart gemengt:-.
zyne beenen zyn. dun,, en hooger als die. der
Kaderen.
• EENb P ene l op e S m i e n t : Anas P e ne
lepe. Deze vogel die altoos om de meeren
en rivieren vliegt, behoort, volgens de Heef
Linnasus, tot het geflacht der Ganzen. Hoe
het ook zyn mag, hy heeft, zecht Bellonius,
de groote van onze tamme Eenden, doch is
zöo dik niet, hy heeft een dikke, breedeen
loodkleurige bek, welke kleur de beenen en
voeten mede hebben: zyne vederen zyn met
witte en zwarte, ftreepen gefchakeert: het
wyfje gelykt in alles naar het mannetje.
F r a n s c h e V el d E end of k l e i n e
T r a p g a n s : Anas campeftris & prat en fis
gallica. Deze vogel is byzonder aan Vrank-
ryk : hy heeft de groote van een faifant, en
leeft van zaaden., mieren, kevers , kleine
vliegen en groen koorn : zyn vleefch is alzoo
welfmakelyk als dat der faifanten: dit dier
is geen Eend, en wy denken met .Bellonius.,.
dat dit een klein foort van Trap-gans is. Z ie
achter hetwoort T r a p - g ans .
Vreemde- Eenden.
. M o s co v i s ehe E e n d , deze is , vol—
gens Ray, de grootfte foort van. Eend; zy
is een middel foort tuflehen de Gans en
tamme Eend ;. haare kleur is zwart dat op
het purper trekt; z y is met wit en groen op
den rug en aan den hals gefchakeert, de' buik
en borfl. zyn w i t ; haaren. bek is. kort, breed,
krom en rood aan het einde, en. eindigt in
een kromme haak; het bovenfte van. den bek
der mannetjes is tuflehen de neusgaten met
een rond, rood en vleezig uitwas verflertt
de regenboog van het oog is. w i t ; ernbeftaat
uit- een vleezige en roode ftóffe gelyk. die
welke op den. bek. geplaatft is. Albin zecht
dat het. natuurlyk lid van- dezen vogel een
duim dik., vier o f v y f duim lang en-, bloed-,
rood is : zyn Sem- is.fchor, en men hoort
'dezelve niet dan wanneer hy vergramt is-r
het wyfje lechr een goed. getal.eyeren. Het
vleefch van de Moskovifche Eend heeft
eenigzins een- muskus reuk en een zeer aangename
fmaak. De Zweedfche Heeren hebben
dezelve altoos in hunne vogelhuizen,
en deze Eenden- hebben zedert langen tyd
een foort van borgerrecht te Dantzick verkregen
,, zoo veel heeft men ’er t men gelooft
dat de Indiaanfche Eend, die van Ly~
bië , de Eend van Cairo en dié van Turkyë,.
van het zelfde foort zyn als de Moscovifche
Eend.; wy zullen ’ er hier na iets'van zeggen,
G r.oo-
G ro ot e E end van G u i n s o f van
B a r b a r y e o f van C a i ro: Anas Lybica.
Deze Eend lecht veel eyeren, en haare broe-
dingen zyn zeer menigvuldig; haare ftem is
zoo fchor dat men dezelve naauwelyks hoort.
Haare houding, geftalte, de fmaak van haar
vleefch, alles doet denken dat zy een middel
foort tuflehen de Gans en Eend is : deze
Eend is in Vrankryk ten tyden van Bellonius
-gemeen beginnen te worden: haare beenen
zyn lang, haare kleur is niet ftandvaftig, ’er
zyn mannetjes en wyfjes welkers vederen
van een witte, zwarte, o f verfcheide andere
kleuren zyn, maar gemeenelyk zyn zy zwart
dat met andere kleuren gemengelt is ; haaren
bek is kort, breed én aan het einde met een
kromme haak bezet. Z y hebben een kam o f
rood gezwel tuflehen de oogen, dat de groote
van een kars heeft: de randen der oogen zyn
■’ er gelykelyk mede bezet, dit vel is zoo
hard als leder. Dé Vogelkundigen vinden
een groot verfchil tuflehen de Guineefche
Eend en die van Moscovië : mogelyk dat
een pnderzoek dat meer van vooroordeel ontbloot
is , in ’t vervolg deze twee fborten in-
diervoegen metelkanderen vereenigt, dat men
’.er maar een foort van maken zal.
I n d i a a n s c h e E e n d : Anas Indica.
Volgens de afteekeningen en de befchryvin-
gen die wy van deze Eend gezien hebben,
zoo is zy noch de Moscovifche Eend, noch
die van Cairo o f L yb ië : de. Indiaanfche Eend
gaat langzaam en heeft een fchorre ftem; zy
is de helft grooter als onze gemeene Eend;
zy heeft behalven dit dezelve gedaante, den
zelfden aart, engeneigtheit. Men onderfcheid
’er drie foorten van, die in vederen en kuiven
onderfcheiden zyn; de kuif van het eer-
fte foort is uit witte vederen zamengeftelt,
zy ftrekt zich langs de geheele kop uit, en
reift overeinde wanneer de vogel vergramd
is; de kop is rood, en van vederen tot op
de helft van den hals ontbloot, het oog geel
en met een zwarte ring omzet, het uiteinde
van den ftaart en vleugelen fchitteren met
een groene kleur, welke aan-die der fpaanfché
vliegen gelyk is , en het vel der beenen is
bruin en met wit gevlakt: deze befchryving
is mede die van de I n d i a a n s c h e E end.
De tweedëfoortis grooter en heeft een witte
kop, de kleur van het lichaam is ros. De
derde foort heeft het lichaam alom met zwarte
vederen bedekt die met wit gevlakt z yn : de
beenen, het opperfte van den bek en de
knobbel, zyn fchoon rood. De Eenden van
Kanabi op de Weftkuft van Afrika, zyn ten
naaften by aan de Indiaanfche Eenden gelyk;
de wilde Braziliaanfche Eend heeft meer
overeenkomft met de Moscovifche Eend: na
dat zy zich gebaad heeft , vliegt ze op de
hoogfte hoornen om lucht te fcheppen en
zich te droogen.
E end van M a d a g a s k a r : Anas M a -
da ga sc ar jen fis. Deze Eend heeft de fchoon-
fle en luifterryfte kleuren, zy is veel grooter
als de tamme Eend, zy koomt gewoonelyk
van het^Eiland Madagaskar in de Ooft-Indie:
verfcheide liefhebbers in Engeland bezitten
dezelve. Haaren bek en borft zyn van een
geelachtige bruine kleur, de regenboog van
het oog Fchoon rood, den hals en het hooft
donker groen , de rug donker purper met
blaauw gemengt, de randen der vederen zyn
ro od, en die der pennen van de vleugelen
zyn mede rood.
E end van B a h a m a : Anas Bahamenfis„
Z y is kleinder als de tamme Eend: en is aan-
merkelyk door een loodkleurige vlak op den
bek, en door. een driehoekige figuur van een
goud kleur aan het begin van het opperfte
gedeelte van den bek; het inwendige van den
bek enftiet onderfte gedeelte van denhals, is
wit.
G e k u i f d e E end v a n A m e r i k a :
Anas criftata Americana, Men. herkent dezen
vogel aan zynen bek, die rood.in ’t.midden
en aan ’t uiteinde met zwart gevlakt i s ;
de regenboog van zyn oog is geel y en heeft
een purpere kring: twee lange en even als.
met hair bezette pennen, welke met blaauw,,
groen en purper gemengt zyn , hangen ter
wederzyden van het hooft a f , dat van een
violette klem* is ; de borft is rood. met wit
geftipt; het opperfte der vleugelen is van een
verfchillende kleur:, deze vogel heeft op de
ftuit twee fmaile vederen r. welkers randen
geel zyn: zyn en, ftaart: is blaauw en purper-
achtig^ zyn pooten bruin en uitwendig rood,.
C h i n e e s e hè E end-. Deze heeft een
groene kuif, purperkleurige vederen diewon-
derbaarlyk wel gefchakeert zyn, die, welke
men na by den ftuit heeft, zyn op een b y -
zondere wyze geplaatft. Deze; Eenden zyn
wild en trekvogels in China,, zy verlaaten
de meeren en rivieren- niet* De wyze op
welke de Chineezen dezelve vangen, is zonderling;
zy fteken liet. hooft in een. groote
O o 3, o pont