
160
hy , aaneenverknochte ftortvloeden ; en
fchoon z y elkanderen altoos in dezelve richting
volgen, zoo veranderen zy echter den
loop van den eerften maalftroom aanmerke-
ly k , en dringen hem elders heen, en altoos
veel verder als hy alleen zou geftroomt hebben.
Het zou mogelyk te wenfchen zyn dat
men op het oppervlak van onzen aardkloot
een grooter getal van dit foort van tochtgaten
had , de onderaardfche ondermynin-
gen en fchuddingen houden niet eer op voor
dat zy alle de laagen die haar bedekken omgeworpen
hebben. Maar het zou te wen-
ïchen zyn dat de monden dezer Vüurkolken
voor den regen bevryd waaren; want men
;heeft brandende Bergen gezien die, na dat
z y geduurende een langen tyd opgehouden
hadden vuur uittewerpen, weder verfchrik-
kelyke uitbrakingen begonnen te doen, *t
geen door het water veroorzaakt wiert dat
’er ingevallen was: dit is mogelyk de reden
waarom dat den berg Fefi , in Japan, die
voormaals vuur uit wierp, zulks niet meer
doet zedert dat ’er een opening- in de zyde
van dezen berg ontftaan is. voor ’t overig
e , zoo zyn het grootfte gedeelte der landen
in welke men brandende Bergen heeft,
echter noch aan aardbevingen onderworpen,
gelyk voor derzelver eerfte ontbrandingen.
De Berg Vefuvius , die zedert meer als
twee duizent jaaren vlammen uitbraakt, gelyk
zulks door de grondflagen van verfcheide
gebouwen van de oude ftad Herculaneum,
bewezen w o r t , welke ftad eerft onlangs
ontdekt is , die, zoo men zecht, alleen uit
'ftukken van de lava beftaan, de Berg Vefuvius
, zeg ik , bevryd de Italiaanfche Zee-
kuften van de aardbevingen niet. Men verzekert
dat de eerfte ontbranding van dezen
Berg zoo geweldig was , dat zy twee na-
buurige fteden verbranden. De ftad Hera-
clea die men in deze laatfte tyden weder-
gevonden h e e ft, wiert het eerfte vernielt,
en onder een foort van aflchen ter diepte
van meer \dan zeftig voeten begraven , een
gedeelte van deze aflchen wiert niet alleen
tot Rome , maar zelfs- tot in Egypte ge-
voert. Plinius willende deze ontbranding
van te naby befchouwen , wiert ,door den
rook verflikt. De Heer de Bujfon zecht dat
’ er redenen zyn om te doen denken dat de
ftad Napels op een holle grond licht die.
met brandende mynftoffen opgevultis, vermits
den Berg Vefuvius en het Dal Solfa-
terra (tuflchen welke deze ftad op gelyke
afïlanden legt) onderaardfche gemeenfehap**
pen fchynen te hebben; want wanneer den
Vefuvius brand , geeft het Dal Solfaterra
vlammen uit, en wanneer hy ophoud, houd
dit mede op.
Een der geweldigfte ontbrandingen van
den Vefuvius was die van het Jaar 1737;
dezen Berg gaf toen door verfcheide monden
groote ftroomen van gefmolten en
gloeijende metaalachtige- ftoffen uit , die
z ich . door de velden verfpréiden en zelfs
tot in zee liepen. De Heer de Montealegre
die dit verhaal aan de Koninglyke Franfche
Akademié mede deelden , nam met fchrik'
een van deze rivieren, van vuur waar, en
zag dat haaren loop de uitgeftrektheit van
zeven mylen befloeg van haaren oorfprong
tot in de zee, haare breedte was vyftig o f
zeftig fchreden, haare diepte v y f en twintig
o f dertig palmen, en in zekere valleijen hon-
dert en twintig. De ftoffe uit welke zy
beftont, geleek naar het fchuim dat uit het
fornuis van een metaalfmeltèry voortkoómt.
Zie de Hiftorie van de Koninglyke Franfche
Akademie van het Jaar 1737. bladz: 7. en 8.
Men weet de uitgeftrektheit van tyd fiiet-
welke den Etna gebrand heeft; echter zyn
zyne vuurbrakingenzeer geweldig, en de
ftoffen die hy uitgeeft zoo o v e rv lo ed igd a t
men ’er tot de diepte van zeftig voeten in
graven kan : men ziet de vlammen en den
rook van dezen Berg tot op Maltha, ’t geen
op een afftand van zeftig uuren is. Men
zecht dat men fteenen gevonden heeft die
hy zeftig duizent fchreden ver geworpen
had, en dat in ’t Jaar 1683. ’er een aardbeving
in Siciliën ontftont die door een.- geweldige
uitbarfting van dezen Berg veroorzaakt
w ie r t: zy verwoéfte de ftad Catana
geheel, en deed meer dan zeftig duizent
menfehen in deze ftad alleen omkomen,
zonder die geene te tellen die in de andere
nabuurige fteden en dorpen het leven lieten.
De Berg Hekla op Ysland, die mede van
onheugelyke tyden af gebrand heeft, fchiet
zyne vlammen midden door ys en fneeuw
uit eenen bevroren grond , en zyne uitbrakingen
zyn alzoo geweldig als die van den
Etna en andere brandende Bergen van zui-
delyke landen. Hy werpt zomtyds, behal-
ven de puimfteenen en'aflchen, een zee'van
kokênt water uit: men kan tot op geen zes
uuren afftant naby dezen Berg woonen.
De beruchtftc brandende Berg van A z ia ,
is de berg Albours niet ver van den berg
Taurus, en achtien uuren van Herat: hy
róókt
róókt geftadig, en werpt zomtyds vlammen
en een zeer groote meenigte aflchen en la-
vaas uit. In ’t Jaar 1693, was het Eiland
So rca, een der Molukie Eilanden , noch
zeer bewoont; maar den hoogen berg die in
deszelfs midden lag, was een Vuurbrakende
berg die aardpikken en andere brandende
ftoffen in. zoo groot eene meenigte uitgaf,
dat ’er een brandent meer door gevormt
wiert dat zich langzaamer’ hand uitbreide ,
en eindelyk. wiert het geheele Eiland, over-
ftroomt en verdween.
Een der beruchfte brandende Bergen van
de Eilanden van den Indiaanfchen Oceaan,
en te gelyk een der ’nieuwfte , is den berg
PanaruCan op het Eiland Jayar: de Berg.Gou-
napi, op het Eiland Banda,. is niet minder
verfchrikkelyk. Het hol van Beniguazeval,.
by Fez in Afrika , is mede een Vuurkolk die.
altoos rook, en zomtyds vlammen uitgeeft..
Op het Eiland Fuogue’ by de Kaap Verd,
heeft men een Vuurkolk welkers uitwerkzelen
de Portugeezen verplicht hebben om
liet .zelve onbe woont te laten. De Piek van
'reneriffe , een der -Kanariefche Eilanden,
werpt mede vuur u i t , en van zyn en top
yloeijen zuidwaarts aan beken van gefmol-
ten zwavel die door de fneeuw ftroomen.
Deze zwavel ftolt ras, en vormt aderen tus-
fchen de fneeuw die men op eenen zeer groo-
■ ten afftand onderfcheiden kan.
In Amerika heeft men een zeer groot getal
brandende Bergen , ’t geen echter niet belet
dat men hier meenigvuldiger aardbevingen
gevoelt als op andere plaatzen, vooral in de
Bergen van Peru en Mexiko. De verfchrik-
kelykfte brandende Berg van Peru is de
Arequipa ; men telt vervolgens de Carap-
•pa , en de Malahallo , de Cotopaxi en de
Pitchinca. In Mexikó zyn de voornaamfte
de Popocampeche en de Popocatepec. Men
vint mede Vuurkolken en zwavelbergen op
:de Eilanden Guadaloupe * en Tercera. Men
heeft in de Bergen, die de Cordilleras ge-
noemt worden, verfcheide dieptens en bree-
de open in gen welkers ■ wandert zwart en gebrand
.zyn, gelyk die van de diepte van den
Berg Ararat in Armenië., die men Afgronden
noemt. Deze Afgronden zyn , ■ volgens
de Heer de Buffon , oude Vuurpoelen die
uitgedooft zym
■ :B R A N D E N D E N E T E L E N ' of
B R A N D N E T E L E N , zie N e t e l e n .
B R A N D G A N S , Tadorna, een foort
van Eend die in Vrankryk niet zeer .gemeen
is ; dit is de Fulp ’anfer van veele Natuurkundigen.
v
• De Brandgans, zecht Belon, is grooter als
een E en d , _ en koomt in groote byna meteen
middelmatige Gans overeen: de vederen
van haaren kop zyn zwartachtig , zoo ook
haaré oogen; haaren bek, die zoo kort als
die van een Eend, en zoo breed als.die van
een Gans is , is aan de boven zyde rood,
met een zwarte^ vlak ter wederzyden, en een
andere aan het einde. Dezen vogel heeft
langer beenen als een Eendvogel; de kleur
van de beenen en pooten trekt op het rood;
de borft is met een rosachtige kraag verfiert;
het onderfte van de borft en den omtrek van
den hals is w it,-zoo ook het lichaam; het
opperde gedeelte der vlerken zyn zwart, en
met een rofle ftreep omgeven ; de punten
van <ien ftaart en vlerken zyn zwart. Hy
duikelt zeldzaam onder water; maar onthoud
zich gaarne op deszelfs oppervlak; hy draagt
zyn ftaart gelyk de wyfj es E enden: fchoon
zyne vlerken zwart zyn , zoo fchynen zy
echter wanneer zy uitgefpreid zyn, meteen
luifterryk groen overfchaduuwt; maar wanneer
zy te zamehgevoegt liggen , wer t dit
groen rosachtig. De Brandgans maakt haaren
-neft in hooien in d'e aarde: men vint haar in
•het Noorden, en in Engeland. '
B R A N D H O O R E N. Dit is een fchelp
van dè bende der Eenfchelpige fcbelpen, en
van het .gellacht der Tooten. Zie deze 'woorden.
Haare fluitfehelp is zeer verheven., en
de ftrepen o f banden die haar Onderfcheiden,
-zyn zeer fchoon roozenrood, dat eenigzins
gefchaduuwt is.
B R A T T E N B U R G S C H E K R O O N .
Een tweefchelpige fchelp die zeer gemeen
in Schonen is , zy.heeft inwendig een zeer
holle fchelp, en een andere die zeer bol en
verheven is , aan de buiten zyde.
B R A T T E N B U R G S CH G E L D ,
Zie B R A T T E N B U R G S C H E KR O O N »
B R A -
* Men kan het verhaal van twee tochten naar den top van een dezer Zwavelbergen vinden, in het
eerffe deel van de zesde afdeeling van het Algemeene Qejfenfchool, bladz, 311. en 367, uitgegeven te Am» fterdam by P: Meyet\
L D e e l . X