
water afTcheid waar in men de Bloed-zuigers
levendig houd.
De lieer Mor and heeft Bloed-zuigers in
olie gezet, en ’er dezelve verfcheide^ dagen
in gelaten; zy bleven levendig in den olie:
en wanneer hy hen vervolgens weder in water
plaatften, hebben zy dit vlies afgelecht,
dat toen een geheele rok van het dier vertoonden,
op dez'elde wys als het vel van een
aal. Men zie t, uit deze proefneming , dat
het met de Bloed-zuigers op dezelve wys als
met de aardwormen niét geflelt is , en dat
z y hunne luchtpypjês in de uiterlyke oppervlakte
van het lichaam niet hebben.
Het is waarfchynelyk dat z y door den
mond ademen ; maar men is onkundig welke
deelen hen tot een long verltrekken.
Alles wat men hier van w e e t, is dat ze
zekere beurtelingze en uitzettende bewegingen
hebben , die aan die der ademhaling beantwoorden.
Wanneer een Bloed-zuiger het vel van:een
dier o f menfch doorbooren w i l, zöo veHigt
hy zich op zynen Haart, laat zynen buik vry
en los ; hy Opent dan den bek, en plaatH
hem als een laatkop op de plaats welke hy
kwetzen wil: hy drukt op het zelve oogen-
blik zyn werktuig met drie fnypunten , in
het vleefch , gelyk wy hier voor gezecht
hebben ,. en trekt uit de drie wonden hét
b lo ed , dat door zynen mond in de maag
v lo e it : zomtyds drukt hy deze punten zoo
diep in , dat wanneer men hem met gewelt
wil aftrekken, zy in het vleefch blyven zitten
, ’ t geen een ontHeking veroorzaakt, die
van een verzwering gevolgt w o r t , en het
onheil aan het dier doet toefchryven, en het
zelve vergiftigt noemen.
De Bloed-zuigers maken- een gevoeliger en
pynelyker wond buiten het water ais in het
zelve ; want in het water veroorzaken zy
zomtyds minder pyn als een verhongerde
vloo v en, echter vloeit het bloed veel langer
uit , zonder dat de groote vaten geopent
worden: zy doorbooren zonder onderfcheid
alle bloedvaten , verhongert o f niet; zomtyds
vloeit het bloed, geduurende zes uuren
u it, en; z e lf wei vier en twintig uuren, vooral
in laauw water uit .een vyver, floot, o f
moeras, in, welke de beenen geHooft worden..
Hier, door is het gebeurt dat lieden die
des nachts, in een floot gevallen waren in
welke zich een meenigte Bloed-zuigers onthielden
, in dezelve omgekomen zyn door
het verliezen van het bloed: een Bloed-zui--
gei!,_. die ?. voor. dat hy . gezogen, heeft ? een.
achtfle lood weegt, zal byna' een lood wegen
na het zelve.
■ Zoo men een Bloed-zuiger in twee o f
meer Hukken fnyd , zoo zal het deel aan
welke het hooft is , genezen , maar de andere
Hukken vergaan: de viflchen en rivier-
vogelen, gelyk Aaien, Lampreyen en Zeezwaluwen
zyn de vyanden der Bloedzuigers.
Men denkt dat het niet onwaarfchynelyk
is dat de Ouden het aderlaten van de Bloedzuigers
geleert hebben; want ieder weet dat
wanneer de paarden in de lente door het
jonge groen in de flooten, poelen, o f rivieren
gelokt worden, de groote Bloed-zuigers
der Paarden zk h aan derzelver beenen en
zyden hechten , hunne aderen doorbooren,
en hen een overvloedige blöedloozing ver-
fchaffen, waar door z y gezonder en Iterker
worden. Tbemifon is den eerHen Geneesheer
die ’er melding van gemaakt heeft; en
zyne Leerlingen bedienden ’ er zich in ver-
fcheide gelegentheden van | zy plaatHen zomtyds
koppen op de plaatzen welke de Bloedzuigers
losgelaten hadden, om ’er een groo.-
te meenigte bloed uit te trekken. Heden-
daagfeh maakt men veel gebruik van deze
dieren om het bloed aftezuigen;; en om hen
dit wel te doen verrichten, laat men |hen
eenige dagen in-zuiver water Ipuwen en vasten
, voor dat men zich vamhen bedient:
hoe meer uitgehongert z y zyn , hoe meer
bloed zy inzwelgen , en zomtyds laten zy
van zelfs los; maar dikwyls blyven zy te lang
aan de ader- gehecht die zy geopent hebben-;
en men- is- verplicht om hen te doen afvallen ,
met hen met een weinig fyh gewreven zout
te beHroóijen , ’t geen hen prikkelt, doet
inkrimpen, en Herven. Het gebruik • der
Bloed-zuigers is nuttig om de te groote hoe-
veelheit van bloed te verminderen, dat zich
in een deel, o f in deszelfs nabuurfchap, by
een verzamelt heeft; hier door koomt men
de byeenvergadering en verdikkingen voor:
dus belet men de fmertelyke opzwellingen
der ambeijen en andere bloedgezwellen, met
hen. van een. -verdikt bloed te ontlaHen ’t
welk de vaten overlaad: men plaatH dezelve
aan het voorhooft in het aanhoudent hoofc-
zweer; aan het tandvleefch, tegén de fmer—
telyke zinkingen die op de tanden vallen;
en zelfs aan den- mond der lyfmoeder om de
uitvloei] ing van de ópgeHopte , o f te trage
maandHonden te bevorderen.
Het lyd geen twyfel dat de Bloea-zuigers
van ;groot nut'in verfcheide gevallen zyn;
echter vereifcht derzelyer gebruik eenige oplétrkttenheden.
Vermits ’er verfcheide foorten
van deze dieren zyn , waar van eenige voor
vergiftigt gehouden worden, en welkers beten
van kwaadaardige toevallen gevolgt worden,
gelyk ontHekingen, en zelfs fiRels o f
het koudvuur, zoo moet men dezelvè weten
uittekiezen, en hen niet onverfchillig gebruiken
: die van welke men in de IieelkonH
gebruik maakt, moeten klein zyn , een klein
hooft , de rug 'met groenachtige cenigzins op
het geele trekkende Hralen geHreept,. en de
buik een weinig roodachtig hebben, zy moeten
in helder water, dat Rroomt en zeer zuiver
is , gevangen worden : men ze t dezelve
gewoonelyk, met hen tuflehen de vingeren
te houden; maar vermits zy zeer glibberig
zyn, zoo konnen zy uit dezelve ontllippen, .
en in de, openin g van den aars infehieten,
wanneer men hen aan de fpeenaderen wil
zetten , o f in den flokdarm , wanneer men
hen .aan het tandvleefch o f aarr de tong wil
plaatzen , hierom is het voorzichtiger dat
men hen in een klein buisje van riet plaatH
dat aan beide zyden open is , wanneer men
hen in bedwang- kan houden ; want het is
zomtyds gebeurt dat zy in den endeldarm ge-
fchooten waren, alwaar hun verblyf verdrietige
toevallen veroorzaakt heeft; andere die
men doorgezw.olgen had , veroorzaakten
wreede fmartem, tot dat zy door braking
geloofl wierden, om dat deze infeélen zich
aan de aderen van de maag hechten, en dezelve
gefladig knagen, waar door dit ingewand
Herk geprikkelt wort, ’ t geen maagpyn
veroorzaakt. Lemery ze ch t, in zyn Woordenboek
of Algemeens Verhandeling der enkele
Drogery endat h$t een. goed hulpmiddel in
deze gelegentheden is , dat men den lyder
zout water laat drinken, en. hem. vervolgens
een buikzuiverent middel ingeeft, in ’ t welk
een weinig zoete kwik gemengt is. Braakmiddelen
zyn in diergelyke gevallen mede
nuttig. Wanneer een- Bloed-zuiger in. den
aars gekropen.is,, moet men op flaande voet,
kliHeren van zout water by aanhoudèntheit
doen gebruiken , tot de geheele loozing van
het dier.
De mannetjes' en wyffes der Bloed-zuigers
hebben, volgens Rbedi, dezelfde fchikking
in de teeldeelen , als de flakken en aard
fchelpflakken.. De Heer Linmeus maakt
van vier verfchillende foorten van Bloedzuigers
gewags:. het eerfle. foort is hruin<-
aehtig; \ dit vint men in de moefafle-n .en
flooten : het tweede vint men in allerlei
foorten van water, deze zyn zwart op den
rug: het derde foort vint men in overvloet
onder de Heencn in het water , deze zyn
w i t a c h t ig h i e r van wort in de * Reize
door Gothland gefproken: het vierde foort
hecht zich met den bek en Haart, die wyd
zyn , op de viflchen. Men befpeurt een
merkbaar onderfcheid tuflehen de zoetwater
Bloed-zuigers , in. gedaante kleur , groote ,
enz. Men noemt het grootfle foort Paarde
Bloed-zuigers, vermits men wil dat ’er .niet
meer als negen vereifcht worden om een
paart te doen Herven, met het zelve al zyn
bloed a f te zuigen.
Rondelet fpreekt van een Bloed-zuiger,
die een vinger lang is ; hy heefc een kleine
kop ,- . de Haart een weinig, dik , en het
lichaam uit ringen zamengeRelt : zyn huit
is zoo hard , dat hy zich noch verkorten
noch verlengen kan; zyn kop en Haart dienen
hem om zich te bewegen : hy onthoud
zich- in- de flyk. Dit foort is vergiftigt;
echter voeden , de flyk- viflchen zich met
'dezelve: men w i l , dat. wanneer zy in ouden
olie gekookt zyn , zy een- uitmuntent
middel voor de pyn in de opren zyn ; o f
in zoete amandel-olie gekookt voor de am-
■ bei jen ; en in wyn. voor. de zenuwkwalen
.en fluiptrekkingen..
Men heeft vergiftige Bloed-zuigers die een
dikke kop. en een groene kleur nebben; en
licht van zich geven gelyk d-^ glinHerwor-
men: zy hebben; blaauwe flrepen op den
rug, gelyk die. welke zich in flykaclitig water
ophouden.
De Bloed-zuigers van Cylon zyn zwart--
achtig, houden, zich. in de kruiden op, en’
zyn zeer laflig aan de reizigers die te voet
gaan;, zy zyn in den beginne niet grooter
als een paardehair; maar verkrygen de dikte
van'-een ganze fchacht, en de lengte van
twee o f drie duimen; men wert dezelve alleen
in het regen faizoem gewaar ; als dan
kruipen zy tegen, de beenen op-van hen die
met dezelve naakt reizen , volgens de ge--
woonte van dit land, met zoo veel fnelheit
dat men zich zonder bloed te. verliezen
van hen niet ontflaan kan* Knox zecht,
dat hunne groote meenigte de voornaamfle'
moeijelykheit veroorzaakt , en dat men zyn
tyd verfpillen zou. wanneer, men. zich- van;
hent
* Deze Reizen zullen by den Drukker dezes werden uitgegeven;.
Q.3,