
494 JERUSALEMS-KRUIS. IGNAME.
pooten, en korter Haart als de gemeene Salamander:
hy heeft v y f vingers aan iedere poot,-
is met kleine fchubben bedekt, en zomtyds i§
zyn Haart rond, en in ringen verdeelt* Men
heeft noch de gefiarde jekko , die een foort
van Arabifche Water - Salamander, o f Salamander
Cordylus van Egypte is.
J E R U S A L E M S - K R U I S , o f M a l -
th e e s ch K r u i s , o f B loem van K on*
s t a n t i n o p e l e n , JLycbnis Calcedofiica.
Deze plant die dus na de Had genoemt word,
uit welke z y overgebracht is , en na de gelyk-
vormigheit van haare bloem , met het Kruis
van de Maltheefche Ridder Order, is een
foort van Lychnis , die men om haare beval-
ligheit in de tuinen aankweekt: haaren wortel
fchiet verfcheide Heelen u i t , welke drie
voeten hoog, w o llig , dun en ledig zyn :
haare bladeren zyn langwerpig, groen, wollig
, en omvatten de Heelen met hunne on-
derfle gedeeltens: haare bloemen zyn zonne-
fchermswys gefchikt, hebben een bevallige
gedaante, zyn zomtyds wit,met incarnaat ge-
fehakeert, en hebben een aangename reuk ;
iedere bloem-is gewoonelyk uit v y f bladeren,
zamengeflelt; die als een nagelbloem gefchikt
-en in twee gelyke deelen gefcheiden, en doorgaans
over de helft met twee o f drie punten
bezet zyn , welke , met die der andere bladeren
vereenigt zyndè, een kroon vormen. Men
heeft ’er welkers bloem dubbelt is , en waar
in het kleine Malthezer Kruis omtrent de helft
lager Jiaat. Op deze bloem volgt een kleine
wollige vrucht, van een kegelvormige gedaante
, welke een tros rofle en ronde zaden
bevat.
I G N A M E o f IN H A M E . Dit is een
foort van plant welke in Nigritië groeit, en
waarmeede zich delNegèrs en eenige Wilden
van Amerika, alwaar zy meede wafcht, voeden.
De Igname werd in Guyane , als een fdbrt
van Liane befchouwt. Haaren wortel is in
£oede aarde, een en een halve voet lang: hy
word in December geplant; men kan zes maanden
hier na , hem uitgraven: men kent zyne
rypheit aan het verleppen van de bladeren.
Men fnyd dezen wortel in Hukken ; eet hem
op den rooHer gebraden ; o f wel wanneer hy
een middelmatige groote heeft, kookt men
hem geheel met gezouten oiïenvleefch : hy
dient zomtyds tot brood ; men maakt ’er mede
aangenaame afkookzelen van, Dè Negers
I G N A R U C U . IM B R IM . I Ü U A .
bereiden ’er de Langou van. Maifon Ruß. de
Cayenne,
I G N A R U C U , dit is een tweeflachtig
dier , o f dier van-beiderlei leeven , dat men
zomtyds in Brazil, en gemeenelyk in de rivieren
van St. Francois en Paraqua vint. Die
dier, dat een vyand van de menfehen is , heeft
de gedaante van een Krokodil: het leeft in
het water,en begeeft zich meede op het land
verbergt zich in de ftruiken , en klimt op dè
boomen. Het heeft een zwartachtige kleur:
zyn lichaam is glad, en gelykde huit van een
Hang gevlakt. De opening van zynen bek is
w y d ; zyne tanden hebben een middelmatige
groote, en zyn dun; zyne nagelen zyn mede
dun en gekromt, maar veel te zwak om te
können fchaden : zyne eijeren , die het in
meenichte le ch t, hebben een zeer goeden'
fmaak : zyn vleefch is zeer aangenaam , en
werd in Amerika voor een aangenaam gerecht
gehouden. De Spanjaarden, welke ’er een afkeer
van hadden, hebben van de Amerikanen ■
geleert om ’er veel werk van te hlaaken; hierom
eeten zy het tegenwoordig. De Ignarucu
kan tien dagen, en zelfs zomtyds twintig, zonder
eeten en drinken leeven.
IM B R IM , dit is een Vogel die zich omtrent
de Branden van het Eiland Ferro onthoud,
en die nooit uit het water koomt, zoo
als men in de Aften van Koppenhagen' leeft,
om dat zyne vleugelen te kort zyn om te können
vliegen ,' emzyne pooten te zwak en te
veel achterwaards geplaats om den laft van zyn
lichaam te obderfchraagen. De Inwoonders
van dit Land gelooven dat dit een foort van
Ysvogel is; maar de Imbrim is veel grooter:
hy overtreft zelfs de Gans in groote: zyne
vederen zyn graauw , uitgezonden een witte
ring die hy om den hals heeft. Men heeft noch
opgemerkt dat hy onder ieder vleugel een hol-
ligheit heeft, welke een ei bevatten kan:men
gift hierom dat hy zyne eijeren verborgen houd,
en hen dus uitbroed. Dezen vogel brengt nooit
meer als twee jongen voort. Men ziet deze
vogelen zeldzaam op de zeekuften als by aan-
nadering van een onweder ; hun gefchreeuw
geeft de Inwoonders bericht waar zy zich onthouden,
Men lokt de jongen met een ftukje
wit lynwaat om hen binnen het bereik vanher
fchietgeweerte krygen; maar de ouden laaten
zich dus niet verfchalken;
IM M A , Dit is een foort van roode en
yzer-
IN D T A A N S C H - B L A A U W .
yzei achtige oker, waar van de Verwers en
Schilders in Perfië zich bedienen , de vrouwen
van dit Land gebruiken dezelve meede
om hun aangezicht te verwen. Deze aarde
werd byzonder uit den berg Chiampa , na by
Bender-Abaili uitgegraaven. -
I N D I A A N S C H - B L A A U W Indlcum.
Dezen naam geeft men aan een dróès-
lem o f verdikt lap, dat een blaauwe, o f donkere
azuur kleur heeft, ’t geen men in gröote
nukken, o f als een gedroogde deeg uit Amerika
overbrengt..
Deze droeflemachtige deeg, werd uit debla- .
deren van een plant getrokken die de Span--,
jaarden Anü noemen, en.die in Brazil groeit.
A y is omtrent twee voeten hoog; haare bla-
cmren zyn rond, vry dik, klein en groenachtig
; haare bloemen gelyken naar die van roodachtige
erweeten ;, óp-deze volgen lange en
omgekrorode peuien,, welke langwerpige en
olytkleurige zaaden bevatten. De geheele
plant heefteen bittere/en prikkelende fmaak-
eenige Reizigers zeggen dat het een foort van
Hanekammetjes is , die eerft niet hooger als
- twee en een half voet opfehieten; m?ar die
wanneer men hen niet afTnyd, de gedaante
van heefter aannemen., en een groot fetal van
takken vóórtbrengen. De Indianen zeggen
dat de Anü wondheelende en höofdyerfter-
kende is. Men heeft-verfcheide aanfch-blaauw: het befte ifso doartt egne evnaen ’ t Iwnedlhk- men Indiaanfcb-blaawa van Sirquijfi of van aCatnrhfeehfi ndooerpm ta, lw-naaaarr hdee t nvaaemrv avaardn igete nw Ionrddi-- vmieenrk avnetreh, epftl ahtteet, Tznudiivaearnef,c. ho-pb lhaéatu wwa tdear td ruyit- fvtuenkkdeen, boènfrtabarat,n- dwbealakree , eeenn fcgheoeonnzein bsl ahaaurwdee mofe td pounkrpeerer vgieodleekttte isk,l eeunr hhieebrb deono, rd niea afrt edrke dIme hggeod agaenltyek tv.a n Hkeaftt aInnjedsia ahnefecfbt-,b ieana uIvnid ida-aot
vvaryn gAogerdae gneoneodeamnitg hweiotr.d , is mede van een
Het Indiaanfch-blaauw werd in de Schil-
derkonft en Vérfkonft gebruikt: men wryfe
het fyn , >n mengt het met wit om ’er een
blaauwe kleur van zamenteftellen; want zoo .
men het zonder deze vermenging gebruikte
zoo zou het een-zwartachtige kleur van zich
De wafchters bedienen zich van deze kWlèeuuir.° ttee Tdoe n.l evte r,kyrl’yWgeMnt :.? cdne. hGlacanuéwesahcehetriegne
IND: C A T E . IND: E L FR AN K . 495
fchreven het voormaals in de baden voor,
om de zenuwen te verHerken.
Men geeft mede den naam van Indiaanfch-
blaauw aan den droeifem van de Paftel o f
Weede; en mede aan het Campeche Hout.,
Zie W e e d e en C am p e ch e H o u t .
I N D I A A N S C H E C A T E , Lycium
Jndicum. Een foort van deeg in de vorm van
plaatjes, welke de Indianen van het uittrek-
z e l uit de takken van een doornachtige boom
zamenftellen, die zy Hacchic noemen, zyn
hout Is hard , en hy brengt bladeren voort
welke naar die van de Hei gelyken; zy mengen
dit uittrekzel met het meel van een zaad
dat Nacbani genoemt word , dit heeft een
fmaak als rogge, en kan dienen om brood te
bakken, en met het affchaafzel van een zeker
zwart hout. Z y laten dezen deeg in de fcha-
duwe droogen.. Vermits deze Cate zeldzaam
in Europa is , zoo gebruikt men in deszelfs
plaats het uittrekzel van de Lycium noftras o f
j Acacia noftras. De Cate is zamentrekken-
de, goed voor de dolheit, de ontHekingen
der dogen, en om de zweeren van het tand-
vleeich te geneezen..
I N D I A A N S C H E DO O RN A P P E L
ZtC INDIAANSCHE Mf iLOEN DlSTEL.
I N D I A A N S C H E E L F R A N K , Soianum
racemofum, out Pbytolaca. Deze plant
die een nieuw gewafch in Europa is , heeft
menuit Vlrginië bekomen: men kweekt haar,
om haare groote fchoonheic, in eenige tuinen
aan, in welke zy zeer wel voortkoomt:
maar haaren wortel, die harclevende, diken
zoo lang als een menfehen been is , weerftaae
niet altoos de geilrenghcït der koude van onze
luchtftreek: dezen wortel gelykt naar die
van de Mechoachan; hy fchiet een fteel u:c -
die de hoogte van v y f o f zes voeten heeft,
“ ik, rond, vaft, roodachtig en getakt is* de
bladeren zyn breed, gesdert, glad, gröen-
achug, zomtyds roodachtig , en komen in
gedaante met die van de gemeene Elfrank
overeen: haare bloemen komen aan de top-
pen der fteelen voort, en zyn rooswys en in
troflen by een gefchikt. Op deze" volgen
ronde , zachte, fappige en roodachtige beziën
, welke zwartachtige zaden bevatten die
in het ronde gefchikt zyn.
Lemery zecht dat deze plant door het <n-oo.t--
fte gedeelte der Kruidkundigen , als een foort
van Solarium befchouwt is , maar dat zy zeer
- wei--