
EERSTE HOOFDSTUK,
OVER DE WIJZIGIN GEN EN VER ANDERIN GEN, DIE IN DEN
TAMMEN STAAT ONTSTAAN.
De oorzaken der veranderlijkheid. — De uitwerkselen der gewoonten en
van het gebruiken en niet-gebruiken der deelen. — De correlatieve
verandering. — De erfelijkheid. — Kenmerken van tamme rassen. —
De moeilijkheid om een onderscheid te vinden tusschen rassen en
soorten. — Het ontstaan van tamme rassen uit eene of uit verschei-
dene soorten. — Tamme duiven, haar afkomst en haar onderling
verschil. — De beginselen, waarnaar men voorheen handelde bij het
fokken en kweeken. — Over de opzettelijke en de onopzettelijke
keus. — De onbekende afkomst onzer tamme dieren en verbouwd
wordende planten. — De omstandigheden, welke günstig zijn voor
het vermögen van den mensch, om, door keus bij het fokken en
kweeken, veranderingen in de dieren en planten tot stand te
b r e n g e n .....................................................................................Wz.
AANTEEKENING, door Dr. S . Hartogh Heys van Zouteveen. . » 84.
TWEEDE HOOFDSTUK.
OVER DE WIJZIGINGEN EN VERANDERINGEN, DIE IN DEN
NATUURSTAAT ONTSTAAN.
De veranderlijkheid. — Individueele verschillen. — Twijfelachtige soorten.
— Ver verspreide en algemeen voorkomende soorten veränderen
het meest. — De soorten van de grootere geslachten in zeker gewest
veränderen meer dan de soorten van kleinere geslachten.
Vele soorten van de groote geslachten gelijken op rassen, wijl zij
zeer nauw, maar ongelijk aan elkander zijn verbonden, en een zeer
beperkt gebied bezitten. . ". . . . . ". • • • • blz. 85.
DERDE HOOFDSTUK.
OVER DEN STRIJD VOOR HET BESTAAN.
De aanleiding tot de natuurlijke teeltkeus. — Dit woord wordt in uit-
gestrekten zin gebezigd, — Wiskunstige toename in getal. — Snelle
vermeerdering van wezens buiten den natuurstaat. — De middelen
om de vermeerdering te beperken. — Algemeene mededinging. —
Uitwerkselen van het klimaat. — Veiligheid door het getal derindi-j
vidu’s. — Samengestelde betrekkingen tusschen alle dieren en planten.
— De strijd des levens is het hevigst tusschen individu’s en rassen
van de zelfde soort, dikwijls ook hevig tusschen soorten van hetj
zelfde geslacht. — De betrekking van het eenewezen tot het andere
is van het grootste belang in de naluur................................... blz. 104.;
VIERDE HOOFDSTUK.
OVER DE NATUURLIJKE TEELTKEUS.
De natuurlijke teeltkeus vergeleken met de teeltkeus van den mensch.
— Haar invloed op kleinigheden, haar macht over elken leeftijd
en over beide seksen. — De seksueele teeltkeus. — Over de alge-
meenheid van kruisingen tusschen individu’s van de zelfde soort. —
De omstandigheden, die voor de natuurlijke teeltkeus voordeelig of
nadeelig zijn, zooals de kruising, de afzondering, het getal der individu’s.
— Haar langzame werking. — Het uitsterven ten gevolge
van de natuurlijke teeltkeus. — De uiteenspreiding van kenmerken
in verband met het verschil van de bewoners eener kleine landstreek,
en met het inheemsch worden. — De invloed van de natuurlijke
teeltkeus, door het uiteenspreiden der kenmerken en door het uitsterven,
op de nakomelingen van gemeenschappelijke ouders. — Zij
verklaart de rangschikking der organische wezens. — Bewaard blij-
ven van lagere vormen. — Gonvergentie van kenmerken. — Onbe-
perkte vermeerdering der soorten. — Besluit.......................blz. 12 2.
AANTEEKENING, door Dr. H. Hartogh Heys van Zouteveen. . » 177.
VIJFDE HOOFDSTUK.
OVER DE WETTEN DER VERANDERLIJKHEID.
De invloed van uitwendige toestanden. — Het gebruik en het onbruik
in verband met de natuurlijke teeltkeus. — Vlieg- en geziehtswerk-
tuigen. — Het gewennen aan het klimaat. — Het verband der deelen
onderling (correlatieve variatie). Vergoeding en evenwicht. — Val-
sche wederkeerige betrekkingen. — Veranderlijkheid van veeltallige
en rudimentaire Organen en van laag ontwikkelde wezens. — Onge-
woon hoog ontwikkelde werktuigen zijn zeer veranderlijk. — De soorten
veränderen meer dan de geslachten. — Bijkomende (secundaire)
seksueele kenmerken zijn veranderlijk. — De soorten van het zelfde
geslacht veränderen op gelijke wijze. — Terugkeer tot lang verlorene
kenmerken. — O v e r z ich t........................................... blz. 178.
ZESDE HOOFDSTUK.
BEZWAREN TEGEN DE LEER.
Bezwaren tegen de leer van de afstamming met wijzigingen. — Afwezig-
heid of zeldzaamheid van overgangsvormen. — Overgangen in de
gewoonten en levenswijs. — Verschillende gewoonten van de zelfde
soorten. • De gewoonten der eene soort wijken zeer af van die der
andere. Zeer volkomen werktuigen. -— Middelen ter overgang. —
Moeielijke gevajlen. — De natuur maakt geen sprongen, — Onbe