
™lke organische verschijnselen afhankelijk •^an zulke organise toespraak tot ^ is geweest, weten wij
de MRß Britsche >vergadenng
ax¡oma der
achter tot dusver met n mjn to<*pr Íe: r » Ä Ä ä K
ä s S S ~ £ ! B »
Nieuw-Zeeland en emde eilenden alleen zijn. Ook mag
* * * S T , ergetln Z£ ™ r d echepping voor de dierkundigen
men met verg ¡ _ a wprkt daarop deze voorsleehts
d“ z„51oog dergelijke gevallen als dat
stellmg verder uit, en zeg . , schepping van den vogel
- ! * roode gdaarmede aUeen
op en voor een enkel eiiana vem , s aHeen
zeggen, dat hij met ’door dele wijze. van zijn onwetendheid
daar is gekomen, en ., kt dat zoowel eilanden als
uit te drukken t e v e n s R r tM ^ e^ t \ " e heppmgskIach^
-rogéis hun «“« a a n Tokin„en, den eenen door den
.Als wij de m dezelide l 8 5 8 de uitstekende natuur-
.anderen verklären dan « ta g » ‘ te¿ rouwen, dat de Apteryx enhet
onderzoeker gesehokt te j ^ vaderland to den beginne op onberoode
boschhoen eerj onbekend proees zijn versehenen,
kende wijze oi ten gevo g hpkende opstellen van den heer
Deze rede vrerd gehenden ™orgelezen.
Wallace en mij zelv®n »Ontstaan der Soorten” verscheen, was
- Toen de eerste uitgaaf van he vvinopn als ■ »De bestendige
ik, gelijk zoovele anderen door ¿ M j " op ean dwaalw
e r k z a a m h e i d van de sc epp^^ ^ tot die paUeontologen|
spoor gebracht, dat P d der soorten overtuigd zijn. Dit
welke vast van de onveranderlijkhe „ y v nI biz. 7 9 6 )
„sehijnt echter (vergelijk u i t g a a f van genoemd
«en bedenkelijke dwaling m'J"l;rz^ w00rden »No doubt the type-form”
boek besloot ik uit een XXXV. en dit besluit
S S
“ itT e e k “vergelijk Vol. M, blz. 798) onnauw-
i Zie i}oven, blz. 10 en 15.
keurig en onbewezen. Ik gaf ook eenige uittreksels uit een correspon-
dentie tusschen professor Owen en den uitgever der »London Review”,
volgens welke het zoowel den uitgever als mij duidehjk scheen, dat
professor Owen beweerde de theorie der natuurlijke teeltkeus reeds
vöör mij te hebben uitgesproken ; en over deze bewering drukte ik
mijn verrassing en voldoening uit. Zoover het intusschen mogelijk is,
sommige later gepubliceerde plaatsen te begrijpen (zie het aangehaalde
werk, Vol. III, blz. 7 9 7 ) ben ik weder gedeeltelijk of volkomen op een
dwaalspoor geraakt. Het is een troost voor mij, dat anderen de tegen-
strijdige geschriften van professor Owen even moeilijk te verstaan en
met elkander in overeenstemming te brengen vinden, als ik zelf. Wat
het bloote uitspreken van het beginsel der natuurlijke teeltkeus betreft,
zoo is het volkomen onverschillig, of professor Owen dit vroeger dan
ik deed of niet ; want gelijk in deze historische schets is aangetoond, gingen
ons beiden reeds voor langen tijd Dr. Wells en de heer Matthew
voor.
Isidore Geoffroy St. Hilaire spreekt in zijn in 1850 gehouden voor-
drachten (van welke een uittreksel in het »Revue et Magasin de Zoologie”,
Jan. 1851, verscheen) zijn meening over soortkenmerken aldus
uit : »dat zij voor elke soort vaststaan, zoolang als die zieh onder
de zelfde omstandigheden voortplant, maar dat zij veränderen, zoodra
de uitwendige levensvoorwaarden worden gewijzigd.” Over het geheel
toont de waarneming der wilde dieren reeds de veranderlijkheid der
soorten binnen zekere grenzen. De j noeven met getemde wilde dieren
en met verwilderde huisdieren toonen die nog duidelijker. De zelfde
proeven bewijzen ook, dat de voortgebrachte verschillen even belangrijk
kunnen zijn als die, op grond waarvan wij geslachten (genera) onder-
scheiden.” In zijn »Histoire naturelle générale” (1859, T H, blz. 430)
werkt hij soortgelijke gevolgtrekkingen verder uit.
Uit een onlangs versehenen werk sehijnt te blijken, dat Dr. FreJce
reeds in het jaar 1851 (»Dublin Medical Press”, blz. 322) de stelling-
heeft uitgesproken, dat alle organische wezens van êénen grondvorm
afstammen. Zijn gronden en behandeling van het onderwerp verschillen
echter geheel en al van de mijne : daar echter zijn »Origin of Species
by means of organic affinity”, 1861, thans is versehenen, zoo mag men
mij wel vrij stellen van de moeilijke taak, een uiteenzetting zijner
denkbeeiden te geven ^
Herbert .Spencer heeft in een opstel, dat eerst in de »Leader” van
HET ONTSTAA.N DER SOORTEN.