
zijn, indien zij worden gekruist. Doch dit is zoo niet, ten minste niemand
kan aan een andere reden dan aan zekeren graad van onvrucht-
baarheid, de gevallen, die ik straks zal mededeelen, toeschrijven. Het
bewijs is ten minste even goed als dat, waardoor wij aan de onvrucht-
baarheid van een menigte soorten gelooven. Het bewijs is bovendien
geleverd door een man, die in alle andere gevallen vruchtbaarheld hield
voor een veilige gids om rassen van soorten te onderscheiden. Gärtner
kweekte gedurende verscheidene jaren een dwergachtige verscheiden-
heid van Zea Mais met gele zaadkorrels, en een groote verscheiden-
heid met roode zaadkorrels, die naast elkander in zijn tum groeiden;
en ofschoon die planten van gescheidene seksen waren, kruisten zij nooit
uit eigen beweging. Hij bevruchtte toen dertien bloemen van de eene
met het stuifmeel der andere plant, doch slechts een enkele bloem gaf
zaadkorrels, en wel niet meer dan vijf stuks. De behandeling der planten
gedurende de kunstmatige bevruchting, kan in dit geval geen na-
deeligen invloed hebben gehad, wijl de bloemen van gescheidene seksen
waren. Niemand zou ooit op de gedachte zijn gekomen, dat dezever-
scheidenheden van mais verschillende soorten waren, en het is raerk-
waardig, dat de bastaardplanten, op die wijze verkregen, volkomen vrucht-
baar waren, zoodat zelfs Gärtner het niet waagde om de twee verschei-
denheden als soortelijk versohillend te beschouwen
Girou de Buzareingues kruiste drie verseheidenheden van de kom-
kommer, die gelijk de mai’s van gescheidene seksen i s : hij verzekert,
dat haar wederkeerige bevruchting des te moeielijker gelukt, hoe groo-
ter het onderlinge verschil is. In hoe verre die proefnemingen zijn te
vertrouwen, weet ik niet; maar de drie vormen, waarmede die proeven
zijn genomen, worden door Sageret, die zijn rangschikking vooral grond-
vestte op de onvruchtbaarheid, verseheidenheden (rassen) genoemd, en
Naudin is tot het zelfde besluit gekomen.
Het volgende geval is nog veel merkwaardiger, en schijnt in het eerst
volkomen ongeloofelijk, doch het is de uitkomst van een ontzaglijk getal
van proefnemingen, gedurende een reeks van jaren gedaan op negen
soorten van Verbascum, welke des te hooger zijn te schatten daar zij
zijn gedaan door Gärtner, die een even voortreffelijk waarnemer als
beslist tegenstander mijner leer is. Hij bevond namelijk, dat gele en
witte verseheidenheden der zelfde soort, van Verbascum,, wanneer zij
werden gekruist, minder zaad voortbrachten dan elk van haar deed,
indien zij werd bevrucht met stuifmeel uit bloemen van gelijke kleur
als zij zelve. Bovendien verzekert hij, dat wanneer gele en witte ver-
scheidenheden van een soort worden gekruist met gele en witte ver-
scheidenheden van een andere soort, er dan meer zaad wordt voortge-
bracht door de kruising tusschen de gelijk gekleurde bloemen, dan
tusschen die, welke ongelijk van kleur zijn. Ook Scott heeft proeven
genomen met de soorten en verseheidenheden van Verbascum, en hoe-
wel hij niet in staat was Gärtner’s resultaten over de kruising tusschen
verschillende soorten te bevestigen, bevond hij toch, dat de ongelijk
gekleurde verseheidenheden van de zelfde soort minder zaden voort-
brengen (in de verhouding van 86 tot 100) dan de verseheidenheden
van de zelfde kleur. En toch wijken deze verseheidenheden in geen
ander opzicht dan in de kleur harer bloemen van elkander af en slaat
de eene verscheidenheid soms op uit het zaad van de andere.
Kölreuter, wiens nauwkeurigheid door elken lateren waarnemer is be-
vestigd, heeft het merkwaardige feit bewezen, dat zekere verscheidenheid
van den tabak vruchtbaarder is als zij met een zeer verschillende soort
wordt gekruist, dan de andere verseheidenheden zijn. Hij nam proeven
met vijf vormen, die gewoonlijk voor verseheidenheden worden gehouden:
-hij onderwierp die aan de strengste proef, namelijk aan herhaaldekrui-
singen, en bij bevond, dat de kruislingen volkomen vruchtbaar waren.
Maar een van die vijf verseheidenheden, wanneer zij öf als vader öf
als moeder werd gebezigd en gekruist met Nicotiana glutinosa, gaf altijd
bastaarden, die niet zoo onvruchtbaar waren als diegenen, welke van
de vier andere verseheidenheden, met N.-glutinosa gekruist, voortkwamen,
Derhalve moet het voortplantingsstelsel van die eene verscheidenheid op
zekere wijze en in zekeren graad gewijzigd zijn geweest.
Wegens deze feiten kan niet langer worden beweerd, dat rassen (ver-
scheidenheden) bij hun kruising zonder uitzondering volkomen vruchtbaar
zijn. Bij de groote moeielijkheid om de onvruchtbaarheid in den
natuurstaat te bewijzen, daar elke verscheidenheid, die maar eenigszins
onvruchtbaar bij kruising met een andere blijkt te zijn, dadelijk voor
een afzonderlijke soort wordt verklaard, en ten gevolge van de omstan-
digheid, dat de mensch bij zijn tamme rassen (verseheidenheden) slechts
op de uitwendige kenmerken ziet, en zulke verseheidenheden niet gedurende
zeer langen tijd aan gelijkvormige levensvoorwaarden blootge-
steld zijn geweest; — wegens al die feiten kunnen wij besluiten, dat de
vruchtbaarheid bij kruising geen grond is om een fundamenteel verschil
usschen rassen (verseheidenheden) en soorten aan te nemen. De alge