
dat onder de achttien in het koude zoute waler gedompelde zaden
zieh eenige van meer gevoeligen aard, gelijk Capsicum en pompoen be-
vonden, maar hün blootstelling aan de koude benadeelde hun kieming
in geenen deele. Bij eenigen der zaden, die ik het eerst beproefde en die
buiten waren gezet, ververschte ik het water 56 dagen lang niet; het
begon te bederven en smaakte buitengewoon walgelijk, vooral het water
met kool-, ramenas-, sterkers- en uienzaden, welke ook sterk den reuk
hunner soort gaven, zoodat ik meende, dat het bederf noodwendig ook
de zaden zou hebben aangetast; maar naar eenige zaden van de zelfde
planten te oordeelen (die echter feitelijk niet tot de zelfde partij zaden
behoorden), welke in dikwijls ververscht zout water gedaan en onder een
weinig veranderlijke temperatuur in den kelder werden bewaard, had
noch het bederf van het water, noch de afwisseling van temperatuur
sterke uitwerking op hun levensvatbaarheid. Zaden van sterkers (Lepi-
dium sativum) en kanariegras (Phalaris canariensis) werden na een on-
afgebroken indompeling van tweeentwintig dagen goed gedroogd en
daama geplant; zij kiemden volkomen goed, maar de zaden van
deze partij waren van geen goede kwaliteit. Voor de eerste maal on-
derzocht ik de zaden na een onderdompeling van een week, en zij
kiemden in den zelfden tijd als zaden van de zelfde soort, die niet in
zout water waren gelegd; de kieming van selderij- en rhabarberzaden
werd echter eenigszins versneld. Eenige soorten van zaden, gelijk die
van Trifolium incarnatum, Sinapis nigra, erwten, groote boonen en
snijboonen zwollen in zout water sterk op, en werden over het alge-
meen door een körte inwerking van het zoute water gedood; maar de
gezwollen zaden van Lupinus polyphyllus kiemden beter dan die, welke
niet gezwollen waren. Ik was verbaasd waar te nemen, dat de meeste
zaden van Convolvulus tricolor na zeven dagen onder het zoute water
kiemden, en een tijdlang daarin voortleefden, gelijk het eveneens de
versehe zaden van Tussilago Farfara na negen dagen deden; na 25
dagen nam ik eenigen van de jonge planten van Tussilago er uit, en
pootte ze in den grond: een daarvan groeide op. Enkele zaden der
tuin-melde (Atriplex) kiemden na een onderdompeling van 56 dagen
eveneens onder water, maar ik verzuimde de kiemlingen op te kweeken;
de andere melde-zaden van de zelfde partij kiemden na een onderdompeling
van honderd dagen uitstekend.
Het geheele aantal der door den heer Berkeley en mij beproefde
zaadsoorten bedraagt slechts 87, want het trof ongelukkigerwijze, dat
wij gedeeltelijk de zelfde zaden hädden gekozen; in e&n opzicht is dit
intusschen günstig geweest, want wij hebben daardoor wederkeerig
elkanders resultaten bevestigd, en deze stemmen, zoover zij gaan,
volkomen overeen; de zaden der tomaat kiemden echter na onderdompeling
van een maand bij den heer Berkeley, beter dan bij mij na een
onderdompeling van slechts tweeentwintig dagen, maar mijn zaden
schenen te oud te zijn. En dit geeft mij aanleiding op te merken, dat
ik vermoed, dat versehe zaden het zoute water beter weerstand bieden
dan oude, maar nog goede zaden; dit was het geval bij Trifolium
incarnatum, Phlox Drummondi, en ik geloof ook bij Sinapis nigra. Van
het geslacht {genus) Godetia vond de heer Berkeley de eene soort na
een onderdompeling van een maand gedood, terwijl de andere haar
overleefde. Een nog zonderlinger voorbeeld wordt echter door de verscheid
enheden (varieteiten) van de kool geleverd; want ik vond, dat
goede zaden van de »witte Mammouth Broccoli” na een onderdompeling
van elf dagen kiemden, maar door eene van tweeentwintig dagen
werden gedood; zaden van de »vroege bloemkool” bleven meer dan
22 dagen leven, maar waren na 36 dagen dood; »Cattels kool” kiemde
uitstekend na 36 dagen, maar werd in 50 dagen gedood; ten slotte:
versehe zaden van de wilde kool van Tenby kiemden uitstekend na
50 dagen, zeer goed na 110 dagen, en twee zaden, onder meer dan
honderd, kiemden nog na een onderdompeling van 133 dagen.
Van de 87 beproefde zaadsoorten boden 23, of meer dan een vierde,
geen weerstand aan de onderdompeling van 28 dagen; Capsicum heeft
de proef beter doorstaan. want van 56 zaden kiemden 30 na 137 dagen
onderdompeling goed; van selderijzaden kiemden na de zelfde periode
van 137 dagen slechts zes van verscheidene honderden. De slechtste
kiemers zijn de dwergsnijboonen en Hibiscus Manihot geweest, welke beide
door een onderdompeling van elf dagen werden gedood; groote boonen
(Vicia) werden na 14 dagen gedood; Tussilago Farfara kiemde onder
water na negen dagen, maar de jonge plantjes bleven slechts körten
tijd in leven; de daarop in slechtheid volgende kiemers waren Phlox
Drummondi, Trifolium incarnatum, Linum usitatissimum en Sinapis nigra;
zeer weinigen daarvan overleefden een onderdompeling van vijltien dagen.
Uit zulke spaarzame bouwstoffen het eene of andere besluit ten op-
zichte van het weerstandsvermogen tegen zout water in de verschillende
afdeelingen van het plantenrijk te trekken, is misschien overijld; eenige
weinige opmerkingen mögen mij echter geoorloofd zijn. Van zeventien