
«die uit denzelfden stam zijn gesproten, om zieh in hun kenmerken
hoe langer hoe meer van elkander te verwijderen, wanneer zij wijzigingen
ondergaan. Dat wij sterk van elkander zijn afgeweken, blijkt uit de
wijze, waarop allerlei soorten kunnen worden ingedeeld in geslachten
(genera), de geslachten in familien, de familien in onder-orden enz.; en
ik kan mij precies de plaats op den weg herinneren, waar mij, terwijl
ik in mijn rijtuig zat, de oplossing tot mijn vreugde te binnen schoöt;
en dit was lang nadat ik naar Down was verhuisd. 1 De oplossing is,
naar ik meen, dat de gewijzigde nakomelingschap van alle domineerende
en vermeerderende vormen kans heeft geschikt te worden (geadapteerd
le worden) voor vele en zeer verschillende plaatsen in de huishouding
•der natuur.
»In het begin van 1856 raadde mij Lyell mijn denkbeeiden vrij uit-
yoerig schriftelijk uiteen te zetten, en ik begon dat dadelijk te doen op
•drie of vier malen uitgebreider schäal, dan die waarop ik later mijn
»Ontstaan der Soorten” schreef; toch was het slechts een uittreksel uit
•de bouwstoffen, die ik had verzameld, en ik maakte ongeveer het halve
werk op die schaal gereed. Mijn plannen werden echter omvergewor-
pen; want in het begin van den zomer van 1858 zond de heer
Wallace, welke toen in den Maleischen Archipel was, mij een verhan-
deling »Over het Streven der Verscheidenheden om onbepaald van het
Oorspronkelijk Type af te wijken” (»On the Tendency of Varieties to
depart indefinitely from the Original Type”); en deze verhandeling be-;
Tatte volkomen dezelfde theorie als de mijne. De heer Wallace drukte
den wensch uit, dat ik die verhandeling, als mijn oordeel daarover
günstig was, naar Lyell zou zenden om er gebruik van te maken.
»De omstandigheden, waaronder ik er op verzoek van Lyell en Hoo-
k:er in toestemde, dat een uittreksel van mijn handschrift, en een brief
-aan Asa Gray, gedagteekend 5 September 1857, tegelijk met Wallace’s
verhandelingen werden gepubliceerd, zijn medegedeeld in de »Journal of
the Proceedings of the Linnean Society”, 1858, biz. 45. Ik was eerst
zeer ongenegen daarin toe te stemmen, daar. ik dacht, dat de heer
Wallace deze handelwijze zeer onverschoonbaar zou vinden, want ik wist
toen nog niet welk een edelmoedig en nobel karakter hij bezit. Het
uittreksel uit mijn handschrift was evenmin als de brief aan Asa Gray
bestemd om publiek te worden gemaakt, en beide waren siecht geschre-
* Darwin verhuisde uit Londen naar Down (waar hij tot zijn dood woonde)
«len U Sept. 1842.. Dr. H. H. H. v . Z.
De verhandeling van den heer Wallace was daarentegen bewon-
derenswaardig gesteld en volkomen duidelijk. Desniettemin trok ons
beider arbeid zeer weinig de aandacht, en de eemge publiek gemaakte
beoordeeling er van, die ik mij kan herinneren, was van professor
Hanghton van Dublin, wiens oordeel was, dat wat er nieuw in was on-
juist, en wat er juist in was, niet nieuw was. Dit bewijst, hoenoodza-
kelijk het is, dat elke nieuwe zienswijze uitvoerig wordt uiteengezet,
zoo zij de aandacht van het publiek wil trekken.
»In September 1858 zette ik mij op sterken aandrang van Lyell en
Hooker aan het werk om een boek over het veränderen (de transmuta-
tie) der soorten te schrijven, maar moest het dikwerf afbreken wegens
ongesteldheid en körte bezoeken aan Dr. Lane’s aangename hydropa-
thische inrichting te Moor Park. Ik maakte een uittreksel van het in
1856 op veel grooter schaal begonnen manuscript, en voltooide het
boek op dezelfde kleinere schaal. Het kostte mij dertien maanden en
tien dagen ingespannen arbeid. Het verscheen onder den titel »Het
Ontstaan der Soorten” (»The Origin of Specie.s”) m November 1859.
Hoewel er in de volgende uitgaven belangrijke bijvoegsels en verbete-
ringen in werden gebracht, is het in hoofdzaak hetzelfde boek gebleven.
»Het is ongetwijfeld het voornaamste werk van mijn leven. Het had
van den beginne af zeer groot succes. De eerste kleine uitgaaf van
1250 exemplaren, was op den dag, dat het uitkwam, reeds verkocht,
en een tweede uitgaaf van 8000 exemplaren spoedig daarna. Zestien-
duizend exemplaren zijn thans (1876) in Engeland verkocht, en als merr
bedenkt, welk een taai boek het is, is zulks zeer veel. Het is in bijna
alle Europeesche talen vertaald, zelfs in zulke talen als Spaansch,
Czechisch, Poolsch en Russisch. Het is volgens miss Bird ook in het
Japansch vertaald | en wordt in Japan veel bestudeerd. Zelfs een verhandeling
in het Hebreeuwsch is er over versehenen, om te bewijzen,
dat de theorie in het oude testament vervat is! De recensies waren
zeer talrijk; gedurende eenigen tijd verzamelde ik allen die over het
»Ontstaan” en mijn daarmede in betrekking staande boeken versehenen»
en deze zijn (met uitsluiting van recensies in couranten) 265 in getal;
maar na eenigen tijd gaf ik de poging wanhopend op. Vele afzonder-
lijke verhandelingen en boeken over het onderwerp zijn versehenen, en
T Juffrouw Bird vergiste z ie h , naar prof. Francis D a rw i n v a n professor
Mitsukuri vernam. PR* v* *