
V e r n e u 1 (d e), over de opeenvol-
ging der soorten, 492.
Ve r n i e l i n g van rotsen, 452.
Ve r s c h e i d e n h e d e n , bepaling,
85; — en individueele verschiffen,
96 ; uitsterven van tamme —, 153 ;
verminderde vruchtbaarheid der —
van dimorphe en trimorphe planten,
435 ; zie : Rassen.
Ve r s c h i l l e n (individueele), 87,
96, 97.
Ve r s c h u i v i n g e n der aardla-
gen,
Vers pr e iding, middelen ter —,
522; — over de aarde, 513 ; —
der zoetwaterschelpdieren door die-
ren, 531; — der planten door
golven en zeestroomingen, 546 v. v.
Ve r s t r o o i i n g , gedurende den
ijstijd, 531.
Ve rwant s chappen (onderlinge),
176; — der organische wezens,
176, 603; - - van uitgestorven
soorten met levende vormen, 495.
Ve r z ame l i ng en, palaeontolo-
gische, armoede der —, 457.
V e s t i g e s of Creation, 30.
Vibracula der polyzoa, 288, 295.
Vibrati etheorie van Huggens, 9.
Vicia, 549; — faba, 554.
V i n k, nestbouw van de —, 358;
— met kanarievogel gekruist, 415.
Viola tricolor, 116; kleine, onvolkomen
bloemen van —, 264.
V i o o l t j e (driekleurig), 116.
Vi r chow, over de vorming der
kristallens, 230.
Viscacha, instinkten, 369; — een
Amerikaansche vorm, 516; ver-
wantschap van de — met debun-
deldieren, 604.
Viscum, ingewikkelde betrekkingen,
43.
Vi s s c h e n , electrieke werktuigen
der —, 9, 235; ganoide — thans
tot het zoete water beperkt, 11.150;
over de hoogte van bewerktuiging
der verschillende groepen van —,
167; vli egende —, 223; plotseling
verschijnen der beenige —. 474;
— verslinden zaden, 527, 560; —
van het zuidelijk halfrond, 541;
zootwater— en haar verspreiding,
557.
Vl e d e rmu i z e n , hoe zij hun
maaksel hebben verkregen, 220 ;
vleugels der —, 297 ; bloedzuigende
—, 487 ; verspreiding der —, 567.
Vl e u g e l s , bij sommige dieren in
grootte afgenomen. 182 ; — der
insekten ontwikkeld uit tracheeën,
233 ; — der vleêrmuizen, vogels
en pterodactylen, 297 ; rudimentaire
— bij kevers, 628.
V 1 i e g e n , het vermögen om te —,
hoe ontstaan, 221, 222.
V 1 i e g e n d hert, vechten van het
- , 131.
Vl i e g e n l a r v e , op dergelijke
wijze als de mierenleeuw handelende,
366.
Vl i e g e n v a n g e r , plaats van het
nest van een —, 353.
Vl i n d e r b l o emi g e n (Legumi-
nosae), scheiden nectar af, 136;
inwerking van zoutwater op de
zaden der —, 550, 554; zie: Peul-
vruchten.
Vl inde r s , nabootsing bij —, 600.
Vl i e s v l e u g e l i g e insekten, zie :
Hymenoptera.
V 1 o o , naakte poppen der —. 363.
Vo g e l bekdi e r , 169; zie : Ornithorynchus.
Voge lke r s , 401.
V o g e 11 ij m, ingewikkelde betrekkingen,
43, 106.
Vo g e l s , gezang en pronken der
mannetjes, 132; kleur der —
in het binnenland, 179; niet ge-
bruiken der vleugels, 181 ; bijna
vleugellooze —, 181, 222; schuw-
heid der —, 306; trekinstinkt
der — , 338 v. v. ; vrees en mak-
heid, 345; schuwheid der groote
—, 347; nestbouw, 349 ; schoonheid
der — 349 ; veranderlijkheid van
het instink t, 355 ; klanknabootsing,
363, 364 ; parasitische instinkten,
366 ; instinkten betreffende de
excrementen, 369 ; instinkt van
kleine — tegenover den havik,
372; voetsporen en overblijfsels
van — in secundaire gesteenten,
473 ; uitgestorven — van Nieuw-
Zeeland, 506 ; verspreiden zaden,
528 ; — worden jaarlijks door stor-
men over den Atlantischen Oceaan
gedreven, 530 ; moeras— , zie :
Steltloopers ; — op Madeira, Bermuda
en de Galapagos-eilanden,
563, 564; — verspreiden door
hun pooten weekdieren, 569, 580.
Voluta, 248.
Voor tpl ant ing, snelheid der —,
16, 107.
V o o r 11 e 1 i n g, zie : Voortplanting.
V o r m e n , laag georganiseerde —
duren lang, 168 v. v,
Vo rmi ng , Laurentische en Cam •
brische —, 477 ; Silurische —, 477 ;
Devonische —, 500; krjjt'—, 474;
490 ; tertiaire — , 490 , 494 ;
Flysch—, 458 enz.
Vormingen, overgangsvormen in
de geologische —, 471 ; zie: For-
maties.
Vo r s c h a c h t i g e dieren, zie : Ba-
trachiërs
Vos , voorzichtigheid en vreesach-
tigheid, 345 ; moordlust, 373.
Vr e e s , instinktmatige — bij dieren,
309, 344 v. v.
V r uc ht ba a r he i d der bastaar-
den, 409 v. v. ; afhankelijk van
kleine veranderingen in de levens-
voorwaarden, 430 ; — tusschen
gekruiste rassen, 435.
Vruchtboomen, trapsgewijze ver-
edeJing, 77; in de Vereenigde Staten
128; verscheidenheden, die in
de Vereenigde Staten geacclimati-
seerd zijn, 188.
\ r u c h t e n , drijfvermogen van —,
551 ; verspreiding door zeestroo-
men, 551, 552.
Vu l k a n i s c h e eilanden, denuda-
tie op —, 454.
Vuur l and, honden van —, 60,
309 ; planten van —, 544.
Vuur s t e enen we rkt ui g en,
getuigen van de oudheid van den
mensch, 61.
W *
Waaruemings ve r .mogen der
dieren, 386.
Wa gne r (M.), over de belangrijk-
beid der afgezonderdheid of isola-
tie, 147.
Wagne r (N.), over Cecldomyia,
615.
Wal lace (A. R.), dringt Darwin
tot spreken, 2, 41 ; over den oor-
sprong der soorten, 10, 29, 35,41 ;
over de grenzen der veranderingen
in getemden staat, 82 ; over dimorphe
vlinders, 89, 335 , over
groepen van dieren in den Malei-
schen archipel, 91 ; over de verbe-
tering van het oog. 229; over het
vinden van den terugweg door
paarden, 386 ; over de verwant-
schap der soorten in tijd en ruimte,
521 ; over den Maleischen archipel,
568; over nabootsing bij vlinders,
602.
Wal sh (B. D.), over plantenetende
soorten, 92; over gelijkvormige
variabiliteit, 251.
Wa l v i s s c he n. het baiein der —
en de ontwikkeling daarvan, 272,
278, 294; — verschillen zeer veel
van andere zoogdieren, 496 ; —
uitwendig gelijkende op dugongs,
587.
Wapens van v uur s t e en, be-
wÿzen de oudheid van het mensch-
dom, 61.
Wa t e r ho e nt j e , nestbouw van
het —, 357 ; bewerktuiging der
pooten van het —, 384.
Wa t e rhous e , over Nieuw-Hol-
landsche buideldieren, 158;sterk
ontwikkelde deelen zijn verander-
lijk, 197 ; over de cellen der bijen,
320; over algemeene verwantschappen,
604, 6U5.
Wa t e r ke v e r s , 119; verspreiden
kleine schelpdieren , 582 v. v. ;
kracht, waarmedede — vliegen, 582.
W a t e r nimf e n, spijsverterings-
kanaal van de larve der —, 231.
W at er spani e l , leert gemakke-
lijk apporteeren, 361.
Wa t e r s pr e e u w, duikt. om voed-
sel te zoeken, 225: nestbouw van
de - , 356.