
ernsügen aard zijn, dat wij bijna zouden moetan twijfelen, of elke soort
wel m een enkel gewest is voortgebracht, en van daar is verbnisd z„0
haar mogehjk was Het zon een hopelooze poging ziin, alle geval-
™ *> - ? « • ™»rten, die nu op van e lk anL vL i derd7 en i
verkls * .p)laatsen,.!e''en’ to WW««®; ik beweer zelfs, dat zulk een
wil , . rmgnle m02el,Jk ls' Maar> na eenige voorafgaande opmerkingen
wi ,k eenige wemige zeer treffende het v„orl6m van de 2e]fde sQofreteitne n obpe spjgrejk yeann: nea]mt Jelidjkw v o»oereeenrsfte •
plaatsen m de «oordelijke en znidelijke poolstreken. Ten tweede _
wwoonneerrss. VEEnn etteenn derde, het v“oo rIkot nVeeni Tve avne rdse<) rzeeidlfid"e* Msoor t’enoe towpa teeirlabne--
™ 1 °S T 16 'a"d’ ° fsCh00n door hon'ierden mijlen open zee
, aa er 8escheiden. Indien het bestaan van de zelfde soort on
verwijderde en afgezonderde punten van de oppervlakte deraarde door
fe v S S w “ wortde,n verk,aard* uit hei Ä S
dan Ts W ¡ Z F “ !»l(P«rt*PNa naar vele andere plaatsen,
onriebt» aanmerkuiS "emende onze onwetendheid ten
«pachte van vroegere veranderingen van het klhnaat en van den vo™
voer T L “ , °™e,0nkmde Tan de '’erschillende middelen van vermeest
a a n n e ^ k “ « + ^ ba‘
Onder het bespreken van dit onderwerp zullen wij tevens een voor
van llTgtlhcS'*Part beseb0uwea’ « m H °t ^ verschillende soorten
stamvader afsta P " W aUe” V“ een «emeensehappelijken “ Ivadt mnea Zij" Verhuisd PPHHR g ew iiz t r 41 ^ e,rd, bewoond’ e” °< » gedurende die verhuizing zijn
het geval is dTt ? T . bewezen’ dat bet bijna »nveranderlijk
Want aaT 1 f ee” . landstreek. wai™ de meeste bewoners naversoorten
van ee 1“ T ’ ““ he‘ geslacht hehooren met de
soorten van een tweede gewest, waarschijnlijk in een vorig tiidoerk ver
hmzers ud die andere landstreek heeft rangen, dan ä £ £ leer
daardoor bevestigd; want wij kennen begrijpen, wetende hoe griot de
J gmgen zijn, waarom de bewoners eener streek verwant zullen ziin
pila . eener an^ere> waaruit zij zijn voortgekomen. Een vulkanisch
honde’d 1J V0°, °Pgeheven en gevormd op den afstand van eenige
tiidpn P6n mif i VaD 6611 VaSteIand> Zd waarschijnlijk in den loop der
tijden eenige kolomsten van het vasteland ontvangen, en hun nakomehngen,
ofschoon gewijzigd, zullen nog altijd door de overerving verwant
blijven aan de bewoners van het vasteland. Dergelijke gevallen zijn
zeer algemeen, en, gelijk wij in het vervolg meer uitvoerig bewezen
zullen zien, volkomen onverklaarbaar uit het oogpunt, dat de soorten
onafhankelijk van elkander zijn geschapen. Dit gevoelen over de ver-
wantschap eener soort tot die in een ander gewest, is niet zeer ver-
schillend — als wij het woord ras nemen in plaats van het woord
soort — met dat hetwelk voor eenigen tijd door Wallace is betoogd,
namelijk »dat het ontstaan van elke soort in tijd en ruimte met een
vooraf bestaande, naverwante soort samentreft.” Het is thans algemeen
bekend, dat hij dat »samentreffen” toeschrijft aan een afstammiug met
wijzigingen.
Deze opmerkingen over enkel- of meervoudige middelpunten van
schepping staan niet onmiddellijk in verband met een andere vraag,
namelijk of alle individu’s eener soort afkomstig zijn van een enkel
paar of van een enkelen hermaphrodiet, dan wel, gelijk eenige schrijvers
beweren, van verscheidene, ten zelfden tijde ontstane individu’s. Van
bewerktuigde wezens die nooit kruisen — als er zoodanigen zijn —
moeten de soorten, volgens mijn leer, door verbeterde wijzigingen zijn
ontstaan: afstammelingen, die zieh nooit met andere individu’s of rassen
hebben vermengd, maar eenvoudig elkanders plaats hebben ingenomen:
zoodat, op elken opvolgenden trap van wijziging en verbetering, alle
individu’s van een ras van een enkelen stamvader afkomstig zijn. Maar
in de meeste gevallen, namelijk in die van de bewerktuigde wezens, die
gewoonlijk vöör elke geboorte paren of die dikwijls kruisen, geloof ik,
dat gedurende den langzamen gang der wijzigingen de individu’s der
soorten door de kruising ongeveer aan elkander gelijk zijn gebleven;
zoodat vele individu’s gelijktijdig zijn veranderd, en de som van wijzigingen
op elken trap niet moet worden toegeschreven aan de afkomst
alleen van een enkel paar. Tot een voorbeeld om mijn meening duide-
hjk te maken, diene het volgende: een Engelsch volbloed renpaard verschilf
van alle paarden van een ander ras, doch het heeft dat verschil
en zijn grootere voortreffelijkheid niet te danken aan een afkomst van een
enkel paar paarden, maar aan de aanhoudende zorg van den fokker om
gedurende vele generaties de beste individu’s ter voortteling uit te kiezen.
Eer wij overgaan tot de behandeling van de drie klassen van feiten,
die ik straks heb opgesomd, als de grootste bezwaren tegen de leer
van de enkelvoudige middelpunten van schepping, moet ik eenige woor-
den over de middelen ter verspreiding spreken.