
Verbeteringen en Bijvoegingen.
Bij het opmaken van het register heb ik de volgende errata enver-
geten volzinnen aangetroffen. Mocht men meer errata opmerken, dan
roep ik daarvoor de toegevendheid der lezers in.
Dr. H. H. H. v. Z.
Noot 2, biz. 8, is van mij, niet van Darwin. Men gelieve er dus onder
te lezen: Dr. H. H. H. v. Z.
Biz. 34, noot, staat: Brown, lees : Bronn.
» 64, noot, staat: beteekend, lees: beteekent.
a 76, reg. 3 en reg. 8, staat: patrijshond, lees: pointer.
„ 81, reg. 24, staat: dieren van gescheiden sekse is, lees: dieren is.
„ 94, reg. 16, staat t E. De Candolle, lees: A. De Candolle.
* 128, reg 41, achter vertoont het volgende voegen: Wij hebbem boven
gezien, hoe in Florida de kleur der varkens, die zieh met den kleur-
wortel voeden, over hun leven en dood beslist.
a 428, reg. 16, staat: pruimen veel, lees: pruimen aldaar veel.
a 438, achter alinea 1 voegen: Het zou te veel ruinate vereischen
de verschillende wegen, door dimorphisme en andere middelen,
aan te wijzen, längs welke de scheiding der seksen bij verschillende
soorten van planten thans voortgaat. Ik wil echter nog
vermelden, dat volgens Asa Gray eenige soorten van hulst in
Noord-Amerika zieh in een juist tusschengelegen toestand bevinden,
welker bloemen, gelijk genoemde kruidkundige zieh uitdrukt, twee-
huizig-veelwijvig (dioecisch-polygaam) zijn.
„ 181, reg. 10, 41 en 14 v o, staat: poqten, lees: voeten.
n 492, reg. 24, staat: huidbekleeding, lees: huidbekleeding en tandvqrming,
, 235, reg. 40, staat: Mr., lees: Me.
Biz. 236, reg. 40, staat: Paccini, lees : Pacini. . .
238, reg. 6, staat: water-inademende, lees: voor de ademhaling in het
water ingerichte.
260, achter alinea 4 voegen: E Ray Lankester heeft voor korten tijd ait
" onderwerp besproken, en komt, zoover de uiterste ingewikkeldheid
hem dit veroorlooft een oordeel te vellen, tot het besluit. dat een
lange duur van het leven over het algemeen met de plaats van
elke soort op de ladder der bewerktuiging. en tevens met de
grootte van het verbruik bij de voortplanting en bij de algemeene
levenswerkzaamheid in verband staat. Waarschijnlijk zijn deze ver-
houdingen in hooge mate door de natuurlijke teelikeus bepaald.
„ 266, reg. 43 v. o., staat: Comphia, lees: Gomphia.
„ 308, reg. 45, staat: achttien, lees: zeventig.
„ 308, reg. 21, staat: brak, lees: terrier.
, 321, reg. 8 v. o., staat: Mulder, lees: Miller.
„ 322, reg. 7, staat: Wijman. lees: Wyman.
B 332, reg. 46, achter voortplanten, in plaats van dewoorden: Zoogeloof
ik, dat het ook met de gezellig levende insekten is gegaan, het
volgende voegen: Het volgende is een nog beter en feitelijk be-
staand voorbeeld. Volgens Verlot brengen eenige verscheidenheden
van de eenjarige winterviolier met dubbele bloemen, ten gevolge
der lang voortgezette zorgvuldige teeltkeus in de geschikte richting,
altijd uit zaden naar verhouding zeer vele gevulde en onvruchtbare
bloeiende planten voort; zij brengen echter tegelijkertijd ook altijd
eenige planten met enkele en vruchtbare bloemen voort. Deze
laatste, door welke alleen de verscheidenheid kan worden voortge-
plant, kunnen nu met de vruchtbare mannetjes en wijfjes eener
mierenkolonie en de onvruchtbare dubbele bloemen met de onvruchtbare
geslachtlooze mieren worden vergeleken. Evenals bij de
verscheidenheden van de violier, is ook bij de gezellige insekten
de teeltkeus op de familie en niet op het individu tot bereiking
van een nuttig doel toegepast Wij kunnen daaruit besluiten, dat
, 336, reg. 3 v. o , staat: Amerikaansche, lees: Zuid-Amerikaansche.
„ 336, reg. 2 v. o., voegen achter Europeesche;: waarom de mannetjes
van den Oost-Indischen en Afrikaanschen neushoornvogel beide het
eigenaardige instinkt bezitten, om hun in holten van boomen broe-
dende wijfjes zoodanig in te metselen, dat er nog slechts een klein
gat in de gevangenis open blijft, door welke zij het wijfje, en later
ook de jongen van voedsel voorzien;
„ 357, reg. 44, staat: Jarrel, lees: Yarrell.
, 370, noot 2, reg, 6, staat: Högstrom, lees: Höggstrom.
, 372, noot 4, reg 4, staat: Corce, lees: Corse; en reg, 5, staat: Sulvian,
lees: Sullivan.
„ 411, sta a t: coerula, lees: coerulea.
„ 429, reg 2 v. o., staat: Wichuba, lees : Wichura.
„ 453, reg. 40 v. o., staat: Whitaker, lees: Whitacker.
„ 473, reg. 2 v. o., staat: oörlithische, lees: oölithische.
„ 476, reg. 43 v. o , staat: Thompson, lees: Thomson,
v 484, reg. 18, staat: volgens, lees: volgen.
„ 549, reg. 6 v. o., en 555, reg. 45 v. o., staat: Drummondi, lees: Drumtnondii.
, 554, reg. 10, sta a t: Cryseis, lees: Chryseis.
a 589, reg. 44 en 5 v, o., staat: Mulphigiaceeen, lees: Malpighiaceeen.