
Behalve deze natuurlijke middelen van teeltkeus, door welke die
dieren — hetzij als ei, als larve of in volwassen toestand — behouden
blijven, die voor de plaats, welke zij in de natuur vervulden, het beste
geschikt (aangepast) zijn, werkt bij de meeste dieren, waarbij tweeerlei
seksen bestaan, een tweede oorzaak, die er naar streeft, dezelfde
uitwerking voort te brengen, namelijk de kamp der mannetjes om de
wijfjes. Deze kamp wordt in den regel volgens het krijgsrecht beslist,
maar bij de vogels, naar het sehijnt, ook door de bekoorlijkheid van
hun eezans, door hun schoonheid of door hun bekwaamheid in het
hof te maken, gelijk bij het dansende rotshoen van Guiana. De krach-
tigste en gezondste mannetjes moeten (gesteld dat zij verder volkomen
voor de levensomstandigheden geschikt (aangepast) zijn) over het alge-
meen bij hun wedstrijd de overwinning behalen. Deze soort van teeltkeus
is intusschen minder streng dan de andere; zij eischt niet den
dood van den minder goed slagende, maar veroorlooft. hem slechts
minder nakomelingen. De kamp valt daarenboven in een tijd van het
jaar, waarop over het algemeen overvloed van voedsel voorhanden is,
en de voomaamste werking zou wellicht de verandering der bijkomende
(secundaire) seksueele kenmerken betreffen, die niet met het vermögen om
voedsel te bemächtigen of zieh tegen vijanden te verdedigen, in betrek-
king staan, maar slechts dienen om met andere mannetjes te strijden en
te wedijveren. De uitwerking van den strijd tusschen de mannetjes kan
in menig opzicht worden vergeleken met die, welke landlieden tot stand
brengen, die minder acht geven op het zorgvuldig uitkiezen van al
hun jong fokvee, dan veeleer op het van pas gebruiken van een uitge-
zocht mannetje.
XJ1TTREKSEL XJIT EEN BRIEF
aan Ir’rof. ASA GßAY,,
van 5 September 1857.
(Vertaald door Dr. H. HARTOGH HEYS VAN ZOUTEVEEN.)
1 Het is verwonderlijk, wat door menschen kan worden bereikt
door toepassing van het beginsel der teeltkeus, d.i. door het uitkiezen
van zekere individu’s, die de een of andere gewenschte eigenschap be-
zitten, het fokken uit deze en het weder uitkiezen van fokdieren uit
hun jongen enz. Fokkers zijn zelfs over hun eigen resultaten verbaasd
geweest. Zij kunnen invloed uitoefenen op verschillen, welke voor een
ongeoefend oog niet waarneembaar zijn. Teeltkeus is in Europa alleen
sedert de laatste halve eeuw systematisch toegepast; nu en dan was
zij echter, en zelfs tot op zekere hoogte systematisch, in de alleroud-
ste tijden in gebruik. Sedert zeer langen tijd moet er ook een soort
van onbewuste teeltkeus hebben bestaan, namelijk daarin, dat zonder
in eenig opzicht aan hun nakomelingen te denken, die individu’s mhet
leven werden gelaten, welke elk menschenras in zijn bijzondere om-
standigheden het nuttigst waren. Het »uitwieden”, gelijk de kweekers
het vernielen van de varieteiten, die van het type afwijken, noemen, is
een soort van teeltkeus. Ik ben overtuigd, dat opzettelijke of toevallige
teeltkeus het voornaamste agens bij het voortbrengen onzer tamme
rassen is geweest; hoe dit nu echter ook möge zijn, zoo is de groote
invloed daarvan op de wijziging in den jongsten tijd onwederlegbaar
aangetoond. Teeltkeus werkt slechts door het opeenhoopen van onbe-
teekenende of grootere afwijkingen (variaties), welke door de uitwendige
voorwaarden zijn veroorzaakt, of eenvoudig worden uitgedrukt door het
feit, dat de kinderen niet volkomen gelijk zijn aan hun ouders. Dn.