
tusschentalen of langzaam veranderde tongvallen er in waren opgenomen,
zou zulk een rangschikking, naar ik meen, de eenige mogelijke zijn. Het
kan zijn, dat een zeer oude taal eenigszins is veranderd, en dat er slechts
eenige nieuwe talen uit zijn ontstaan, terwijl andere zeer oude talen —
ten gevolge van de verspreiding en opvolgende afzondering, en van den
toestand der beschaving van de verschillende menschenrassen, afkomstig
yan een enkel ras zeer veel zijn veranderd, en aanleiding tot het
ontstaan van vele nieuwe talen en tongvallen hebben gegeven. De on-
derscheidene graden van versehil in de talen van den zelfden stam,
zouden moeten worden uitgedrukt door groepen ondergeschikt aan groepen
. doch de wäre en alleen mogelijke rangschikking zou altijd die naar
de afkomst blijven. En dat zou volstrekt natuurlijk zijn, wijl zulk een
rangschikking alle talen, doode zoowel als levende, naar hun verwant-
schappen zou vereenigen, en den oorsprong zoowel als den levensloop
yan elken tongval zou aangeven.
Ter bevestiging nu van onze leer slaan wij het oog op de rangschik-
king der rassen, die ondersteld worden of bekend zijn van een enkele
soort af te stammen. Die rassen worden gerangschikt onder de soort,
en de onder-rassen onder de rassen; en bij onze tamme dieren zouden
n<-*g fijner onderscheidingen moeten worden gemaakt, gelijk wij bij de
duiven hebben gezien. Het is met rassen als met groepen en met
soorten, namelijk gelijkheid van afstamming met verschillende wijzigin-
gen. Bijna de zelfde regelen worden gevolgd bij de rangschikking der
rassen als bij die der soorten. Er zijn schrijvers, die op de noodzake-
lijkheid hebben aangedrongen, dat de rassen in plaats van in een kunst-
matig in een natuurlijk stelsel worden gerangschikt. Wij worden, bij
yoorbeeld, gewaarschuwd om niet twee verscheidenheden van den ananas
bij elkander te plaatsen, eenig en alleen omdat de vruchten, ofschoon
het belangrijkste gedeelte, toevallig bijna gelijk zijn. Niemand brengt de
koolraap (Brassica Napus esculenta) en de knol (Brassica Jßapa rapiferaj
bijeen, ofschoon de eetbare en verdikte stengels zooveel op elkander
gelijken. Dat gedeelte, hetwelk wordt bevonden het standvastigst te
zijn, wordt gebezigd om de rassen te onderscheiden. Zoo zegt de groote
landbouwer Marshall, dat de horens van het rund in dit opzicht zeer
andere hebben overgenomen. Zoo spreken de afstammelingen der oude
Etruriers (een niet-Arisch volk) thans een Arische taal (Italiaansch) de
Egyptenaars Arabisch, de negers in Amerika Engelsch of Spaansch enz. |
Dr H. H. H. v. Z.
dienstig zijn, omdat zij minder veranderlijk zijn dan de gedaante of de
kleur van het lichaam; terwijl de horens van schapen in dit geval veel
minder bruikbaar zijn, omdat zij minder bestendig zijn. Ik vermoed,
dat als wij een echten stamboom der rassen bezaten, de genealogische
rangschikking algemeen in dezen zou worden verkozen, en ook is zulks
door eenige schrijvers beproefd. Want wij kunnen er zeker van zijn,
dat, hetzij er veel of weinig wijziging heeft plaats gehad, de erfelijkheid
die vormen bijeen zal houden, welke in de meeste punten onderling
overeenstemmen. Ofschoon er bij de tuimelaars eenige onder-rassen zijn,
die van de andere verschillen in het belangrijke kenmerk van een
längeren bek, worden toch alle tuimelaars bijeengehouden door de ge-
woonte van te tuimelen, die aan allen gemeen is. Doch de kortbekkige
tuimelaar heeft bijna of geheel die gewoonte verloren, en niettegenstaande
dat worden die tuimelaars zonder eenig beraad in de zelfde groep gehou-
den, omdat zij bloedverwanten, en in eenige andere opzichten gelijk zijn. 1
Als het kon worden bewezen, dat de Hottentot van den Neger afstamde,
zou hij, dunkt mij, in de Negergroep worden geplaatst, hoeveel hij ook in
kleur en andere belangrijke kenmerken van de Negers möge verschillen.
Ten opzichte van de soorten in den natuurstaat heeft ieder natuur-
onderzoeker feitelijk de afstamming bij zijn rangschikking in acht ge-
nomen, want hij omvat in zijn laagsten graad, dat is in de soort, de
twee seksen: en hoe grootelijks dezen somtijds in de belangrijkste kenmerken
verschillen, is aan iederen natuuronderzoeker bekend. Nauwelijks
een enkel kenmerk is gemeen aan de mannetjes en aan de herma-
phroditen van zekere rankpootigen, als zij volwass,en zijn, en echter is
er geen mensch, die er aan denkt om hen te scheiden.
Zoodra het van drie vormen van orchideeen, Monochantus, Myanthus
en Catasetum, die voorheen als drie verschillende geslachten werden
beschouwd, bekend was geworden, dat zij somtijds op de zelfde plant
groeiden, werden zij oogenblikkelijk als verscheidenheden van een enkele
soort beschouwd.
De natuuronderzoeker rangschikt in eene soort de verschillende larve-
toestanden van het zelfde individu, hoeveel zij ook van elkander en van
het volkomen dier mögen verschillen; en zoo doet hij ook met de zoo-
genoemde beurtelingsche of wisselgeneraties van Steenstrup, die slechts
1 Er zijn meer tuimelaars, die niet tuimelen, b. v. de verschillende
verscheidenheden van Hoogvliegers, die tot de tuimelaars worden gerekend.
Dr. H. H. H. v. Z.