
verd, op een beantwoordenden leeftijd. De embryo blijft zoo byna.
volkomen ongewijzigd, en dient als een afbeeldsel van wat de soort
eenmaal was. Daardoor komt het, dat thans bestaande soorten gedu-
rende de eerste tijden van haar ontwikkeling zoo dikwijls op oude en.
uitgestorven vormen, tot de zelfde klassen behoorende, gelij en. 1
dit oogpunt betreffende de embryologische gelijkheden, en bovendien ui
elk ander oogpunt is het ongeloofbaar, dat een dier zulke oogenblikke-
liike en plotselinge veranderingen zou hebben ondergaan, als die,weiKe
boven zijn besproken, en er zieh toch in zijn embryonalen toestand
zelfs geen spoor zou vertoonen van eenige plotselinge wijzigmg. eUt
gedeelte van zijn maaksel is bij onmerkbaar kleine schreden ontwikke |
Wie gelooft, dat de eene of andere oude vorm plotsehng is verändert!
door een inwendige kracht of neiging, bij voorbeeld, m een dier met
vleugels, moet zijn gedwongen te vermoeden, m tegenspraak met a e
analogie, dat vele individu’s te gelijk veranderden. Het kan met worden
ontkend, dat zulke plotselinge en groote veranderingen zeer ver-
schillend zijn van die, welke de meeste soorten klaarblijkehjk hebben
ondergaan. Verder zal hij gedwongen zijn te gelooven, dat vele mne -
tingen, uitnemend geschikt voor alle andere deelen van het zelfde schep-
sel en voor de omringende voorwaarden, plotsehng zijn voortgebracht,
en’ van die zoo samengestelde en wonderlijke wederkeenge geschikt-
heden zal hij geen schaduw van een verklaring kunnen geven. Hij zal
zijn genoodzaakt aan te nemen, dat deze groote en plotselinge veranderingen
geen spoor van haar werking in den embryo hebben ach e |
gelaten. Dit alles aan te nemen, is, naar het mij voorkomt, treden p
het gebied van het wonder, en dat van de wetenschap verlaten.
ACHT S T E HOOFDSTUK.
OVER HET INSTINKT.
De instinkten kunnen met gewoonten worden vergeleken, maar zijn van
verschillenden oorsprong. - Onderscheidene graden van de Instinkten -
Bladluizen en mieren. — De instinkten zijn veranderlijk. — De oorsprong
van de instinkten der tamme dieren. Natuurlijke Instinkten van den koekoek,
van den Molothrus, den struisvogel en der parasitische byen. — Slavenina-
kende mieren. - De honigbij en haar cellen. - Bedenkmgen tegen de leer
der natuurlijke teeltkeus ten opzichte van de Instinkten. — Onzijdige of on-
vruchtbare insekten. — Overzicht.
Vele instinkten zijn zoo verwonderlijk, dat hun ontwikkeling den le-
zer waarschijnlijk een moeilijkheid zal schijnen, groot genoeg om mijn
geheele theorie in duigen te werpen. Ik wil beginnen met de verklaring,
dat ik niets heb te maken met den oorsprong der eerste zielsver-
mogens, evenmin als met dien van het leven zelf. Wij spreken slechts
over de verschillen van de instinkten en van de overige zielsvermogens
bij dieren van de zelfde klasse.
Ik zal niet beproeven een bepaling van het woord instinkt te geven,
Het zou gemakkelijk vallen te bewijzen, dat er door die uitdrukking vele
en verschillende handelingen van den geest worden samengevat: doch
iedereen begrijpt wat er wordt bedoeld, als men zegt, dat het instinkt
den koekoek aandrijft om te vertrekken, en om zijn eieren te leggen
in het nest van andere vogels. Een handeling, waartoe wij zelven on-
dervinding zouden behoeven om haar uit te voeren, wordt gewoonlijk
door ons een instinktieve handeling geheeten, als wij zien, dat zij
wordt uitgevoerd door een zeer jong dier zonder eenige ondervinding, en
als zij wordt uitgevoerd door vele individu’s op de zelfde wijze, zonder
dat zij weten met welk doel zij geschiedt. Doch ik kan bewijzen, dat
geen van deze kenmerken van het instinkt algemeene kenmerken zijn.
Een kleine dosis oordeel of rede komt er, zooals Pierre Huber zegt,