
poollanden langzaam rijst; en onder den evenaar haar grootste hoogte
bereikt. De verschillende, aldus op het strand geworpen wezens kan
men met vele mensclienrassen vergelijken, die, bijna overal teruggedron-
gen, in de bergstreken zijn blijven bestaan, als belangwekkende over-
blijfselen van de voormalige bevolking der omringende läge vlakten.
-M W 1 '■
SUPPLEMENT OP HET TWAALFDE HOOFDSTÜK.
Over de waking van tint zeewater op de kieming der zaden.1
(TJit „Journal of the Linnean Society”, Vol. I (Botany)
Londen 1857, Uz. ISO.)
VERTAALD DOOR
Dr. H. HARTOGH HEYS VAN ZOUTEVEEN.
In den loop der lente van het vorige jaar viel mij in, dat het, met
betrekking tot de verspreiding der planten, de moeite waard zou zijn,
te onderzoeken, hoe lang plantenzaden een indompeling in zeewater
verdragen zonder hun levenskracht te verliezen. Zoover mij bekend is,
is dit door plantkundigen, die veel geschikter dan ik zouden zijn ge-
weest om het met goed gevolg te doen, tot dusver niet beproefd, en
ik vind zelfs, dat Alphonse De Candolle in zijn bewonderenswaardige
»Géographie botanique” betreurt, dat dergelijke proeven niet zijn geno-
men. Ik geloof, dat, zelfs als hij slechts de weinige resultaten had
gekend, die ik hier zal mededeelen, sommigen zijner meeningen over
de middelen, waardoor sommige families zijn verspreid, eenige wijzi-
ging zouden hebben ondergaan. De weleerw. heer M. J. Berkeley
heeft eveneens drieëDvijftig verschillende soorten van zaden in dit op-
zicht onderzocht, en een bericht daarover in de »Gardener’sChronicle” *
1 Men vergelijke boven, biz. 523—525. Dr. H, H. H. v. Z,
* „Gardeners Chronicle”, 4 Sept. 1855.
geplaatst, aan welk tijdschrift ik eveneens twee körte rnededeelingen
over het zelfde onderwerp heb gezonden.1 Het is mijn voomemen hier
met vriendelijk verlof van den heer Berkeley een bericht orntrent ons
beider’’’ proeven te geven. Ik wil vooraf zeggen, dat ik, daar ik in het
begin niet wist, of de zaden zelfs slechts een onderdompeling van een
week zouden uithouden, op goed geluk eenige weinige uitkoos, waarbij
ik intusschen zaden van verschillende families nam : later ben ik door
de raadgevingen van Dr. Hooker ondersteund.
Ik moet kort beschrijven, hoe mijn proeven werden genomen: de
zaden werden in kleine flesschen gedaan, van welke ieder 56—84
grammen zout water bevatte. Het zoute water was zorgvuldig volgens
Sweitzers analyse bereid: daar zoowel wieren als zeedieren, gelijk bekend
is, lang in aldus toebereid water zijn blijven leveb, kan er geen
twijfel bestaan, dat de proef in dezer voege goed werd genomen. De
heer Berkeley zond zijn zaden in kleine zakjes gepakt naar Ramsgate,
waar zij in zeewater werden gedompeld, dat dagelijks werd ververecht.
Aldus bleven zij drie weken lang ondergedompeld, en werden gedeelte-
lijk gedroogd, maar nog vochtig teruggezonden; toevalligerwijze bleven
zij echter nog vier dagen liggen, eer zij werden uitgepakt, zoodat hun
indompeling in het geheel met een tijdsverloop »van meer dan een
maand” overeenkwam. * Eenigen mijner flesschen werden buiten in de
schaduw geplaatst en aan een gemiddelde wekelijksche temperatuur van
35—57° F. (2—14° C.) blootgesteld; de andere flesschen werden in
mijn kelder gebracht, en waren aan veel geringer afwisselingen van
temperatuur blootgesteld, namelijk van een gemiddelde dagelijksche
temperatuur van 45—56° F. (7—13.5° C.) Om verder de inwerking
der temperatuur te onderzoeken, het ik achttien verschillende soorten
van zaden in zout water in een vijver zinken, die, daar hij veel sneeuw
bevatte, zes weken lang een temperatuur van 32° F. (0° C.) behield,
die in de volgende zes weken langzaam tot 44° F. (7° C.) steeg; de
aldus beproefde zaden schenen echter de nadeeüge werking van het
zeewater niet beter te weerstaan, dan die, welke aan een hoogere,
maar veranderlijke temperatuur werden blootgesteld. Ik wil opmerken,
1 Ibid., 26 Mei en 24 Nov. 1855.
* Dit schijnt mij niet juist, daar drie weken en vier dagen aamnerkelgk
korter dan een maand is,, en daarenboven de vier dagen, dat zij vochtig.
maar gedeeltelijk gedroogd bleven liggen, m. i. geenszins met vier dagen onderdompeling
kunnen worden gelijk gesteld.
Dr. H. H. H. v. Z.