
: A bestudeerd, en tevens bedenkende dat wij geen de mins'e kenms
hebben van de instinkten van uitgestorven soorten — welk een menigte
van graden en trappen, die tot de meest samengestelde instinkten leiden,
er zijn te ontdekken. Een verandering v a n het instinkt kan soms worden
bevorderd door de omstandigheid, dat de zelfde soort verschillende Instinkten
heeft in verschillende tijdperken des levens, of des jaars ofals
zij in andere omstandigheden wordt geplaatst: in die gevallen kan de
natuurliike teeltkeus ongetwijfeld werken. En het kan worden bewezen,
, dat zulke voorbeelden van verschil in het instinkt bij de zelfde soort,
-werkeliik in de natuur bestaan.
Gelijk het met de lichamelijke inrichting het geval is, zoo is ook,
overeenkomstig met mijn leer, het instinkt van een soort goed voor haar
zelve- maar het is nooit, zoover wij kunnen oordeelen, uitsluitend ten
voordeele van een andere soort voortgebracht. Een van de sterkst
sprekende voorbeelden van een dier, dat schijnbaar lets doet eeniglijk
ten voordeele van een ander, is dat van de bladluizen, die, gelyk Huber
het eerst opmerkte, vrijwillig een zoete vloeistof uitscheiden voor de
mieren. Dat zij zulks vrijwillig doen, blijkt uit het volgende: Ik ver-
-wiiderde alle mieren uit den omtrek van een troepje bladluizen, onge-
veer een dozijn, die op een plant zaten; en waakte er verscheidene
uren aaneen met de grootste oplettendheid voor, dat geen enkele mier
bij die bladluizen kon komen. Na verloop van dien tijd was ik over-
tuigd, dat de bladluizen behoefte hadden om haar vloeistof te ontlasten.
Ik beschouwde haar eenigen tijd d o o r e e n vergrootglas, maar geen enkele
ontlastte zieh. Toen prikte en kittelde ik haar met een haar, op de
zelfde wiize, ten minste voor zooveel mij mogelijk was, als de mieren
met haar sprieten doen: doch geen enkele bladluis ontlastte haar vloeistof.
Toen veroorloofde ik een mier er heen te gaan, en het scheen, aan he
haastige loopen van het diertje te zien, alsof het begreep welk een ryke
bron van genot haar wachtte. Oogenblikkelijk begon zij met haar
sprieten den buik van een bladluis te kittelen, en vervolgens dien van
*en andere; en elke bladluis, lichtte, zoodra zij de sprieten voelde, den
buik op en ontlastte een droppeltje helder, zoet vocht, dat met gretig-
heid door de mier werd opgezogen. Zelfs zeer jonge bladluizen ge-
droegen zieh zoo, en bewezen daardoor, dat. het een handeling ui
instinkt was, en niet een uitwerksel der ondervinding. Volgens dewaar-
memingen van Huber is het zeker, dat de bladluizen geen tegenzin tegen
de mieren toonen, en als deze ontbreken, zijn zij ten laatste genoodzaakt,
tu n vloeistof te ontlasten. Doch daar die vloeistof zeer taai en Heveng
ns kan het wel een verlichting voor de bladluizen z i j n haar te entlasten,
en waarschnnlijk werpen zij dat voeht niet uit ten voordeele van de
mieten alleen. Ofschoon ik niet geloof, dat een enkel dier op de ge-
heele wereld iets doet uitsluitend ten nutte van een ander dier eener
andere soort, tracht toeh elke soort v o o r d e e l te trekken van de instmkten
eener andere; gelijk ook elk dier zijn best doet
van de lichamelijke inrichtingen van een ander. Zoo ook ™ n
sommige gevallen sommige instinkten onmogelijk als gehee ^
worden beschouwd; doch daar dit een zaak is voorKg^n^tTlxeden
wan belang, is het niet noodig daarover hier m bijzonderheden te treden.
Ik zou hier een menigte voorbeelden kunnen geven van zel^ e ^ '
anderingen van de instinkten in den natuurstaat, en van de | g | | g | § |
van zulke verauderiugeu, die wordt gevorderd, opdat d e ^ te^
-keus werke, Gebrek aan ruimte verbiedt mij dat evenwel. Ik ka
sleohts verzekereu, dat de instinkten zeker en werkehjk vaneeren
seliik b v. het trek-instinkt zoowel iu nchting als in uitgestrekthe
varieert en eindelijk somtijds volkomen verloren kan gaan. Zoo is
h 7 ook met de nesten der vogels, die verschillen zoowel naar de
nlaats waar zij worden gemaakt, als ook naar de landstreek die oor
de vogels wordt bewoond, hoewel de oorzaken ons veelal volkomen on-
bekend zijn. Audubon verhaalt vele opmerkelijke gevallen van verschil
in de nesten der zelfde soort van vogels in de n00r“ ^ ' 1Jals
Vereenigde Staten. Waarom, heeft men gevraagd, heeft de natuur, als
het instinkt voor wijziging vatbaar is, aan de bij .met het vermögen
geschonken, daar, waar wat ontbreekt, andere bouwstoffen tegebrmken^
Maar welke andere bouwstoffen zouden bijen kunnen ge rui en .
heb gezien, dat ^ij met Cochenille verharde en met vet week geimaakte
was gebruikten en verwelkten. Andrew Knight zag zijn bijen in p la ^
van vlijtig stuifmeel te verzamelen, een cement van was en terpentyn
gebruiken, waarmede hij van hun schors ontdane boomen had^bestre-
ken. Eindelijk heeft men onlangs bijen waargenomen, die m plaate
van bloemen om haar stuifmeel op te zoeken, gaame een ge e
sehillende stof, namelijk havermeel, gebruikten. De vrees voo^ e » bg-
zonderen vijand is zekerlijk een hoedamgheid, die door het instmlrt
Staat, ofschoon zij door de ondervinding en door het ;nen dat een an-
der dier vrees heeft voor den zelfden vijand, wordt versterkt. Doch
■de vrees voor den mensch wordt slechts langzaam verkregen, gelijk,
HET ONTSTAAN DER SOORTEN