
Befchryving der 1 5 8 BOOiMËN, PLANTEN ,
duur was, zoo zou ik deze Vrugt, als
de lekkçrlte van gantfch Indien, de rang
boven de Marigga-Frugt gegeven hebben,
dat wy otn deze reden nu niet hebben
gedaan, om dat men de fmaak ’èr af in
een oogenblik qüyt is.
Het is een zeer gezondê Vrugt , die
kelfs geen zieken verboden werd, om
dat zy ymand buiten gemeén "door haare
onvergelykelyke zoetigheid verquikt.
W' yJ v'Werit.woowni»e,nu een tuaukv vVatlnll UdCeZz.eC BDOoUom
met de jonge1 Vrugten ’er aan, en <
volkoniene V rügten ’er buiten, op uc
• Plaat N°. 3-.
De Xiras- Men' heeft op Macaffar een andere
boom, fcoört van een Mangoßanboom, die zy
•Kiras noemeh, die ’er zeer wel na gelykt,
dog deze naam geven zy 00k aan
de regte Mangoßan 9 en onderfcheiden
deze Boomen niet.
Het is mede eenhoogebreed-gekruin-
de Boom; diens takken en bladeren, twee
aan twee ördentelyk tegen malkandgren
•Over, op dikke voetjens ftaan, zooda.7
mg, dat zig aan elk taksken eenige paa-
ren ’er af, - tot vyf of-zes Cöe-, vertoonen.
De bladeren van- deze Boom zyn eg-
ter fmaller eri fcherper toeloopende, als
•die -van de regte Mangoßan, Ook zyn
zy wel zes öf zeven duim lang, en
wel twee groote duimen breed. Zy zyn
mede vry vaft, dik, en fty fj dog zoo
vol ribben niet, ook vertoonen zig de
ribben, die ’er op zyn, zoo hoog-uitpuir^
n^j * a^S *n reSte Mangoßan.
Uit de bladeren ziet men ook weer andere
by paaren uitfchieteii':
De bloeiTem vertoond zig byna , als
die van de Bint angor ^ dog is zoo groot
niet, gelykende wel een klein poppen-
bordeken, 'zynde voorzien van agt holle]
witte bladerkens, van welke de vier bin-
nenfte (die ook wel de grootfte zyn) boven
op de vier andere ftaan, die van binnen
in zig een platagtig heuveltje hebben,
dat ter zyden ’er nog vier andere
en grootere by zig ftaan heeft, zynde
vol zand-korls , waar uit de vrugt met
’er tyd voörtfchiet.
De Vrugt gelykt wel na een Mango-
Han i dog zy heeft dat fterretje boven op
• niet} maar een holagtig breed kroontje,
dat van binnen in nogtans byna dierge-
lyken verdeeling , als de Mangoßan-
vrugt, heeft, verfchillende van de zelve
ook niet in haare deeltjens, o f in fmaak.
Men heeft deze Boom , en'Vrugt, ook
op Amboina | dog de Vrugt en word ’er
niet regt ryp.
Men zegt op MamJ/ir, dat het hoüt
van deze Boomen , in de moeraflen be-
graven zynde, met ’er tyd na twee o f
dne jaaren ’er in gelegen te hebben, in
een bruine fteen veranderd ,die men daar
na vöor ilypfteenen gebruikt, en ùi'tnê-
mend goed bevind.
De Hußur-boom , ' die hier me^e in DeH«c
Amboina valt, zou men ook onder de <ur-
ibilde Mangoßabs können.' feekepen, en *?00m*
voor een zoort van Kiras können hou-
dert, alzoo Hy veel ovcréenkomffc met
beide dèze boomen heéft.
Wat de tyd nu der Mangoßan'Fragten
aan gaat, men heeft ze in November en
December, eä eet dezelve dan uit de
hand, zonder dat ik weet, dat men die
ergers anders toe^gebruikt.
, De gedroogde bolfteris heerlyk tegen
de perzing , blöedgang , en diergèlykc
quaalenj ook werd de zelve wel in het
zwart-verwen, om die verw té beter zyn
ftand te döen hööden, van de Cbineezen
gebruikt.
Onder de Vrugt-böomen kenne ik ’er r>„ k
geen die zoo hoog, en zoo regt op ria„.
walcht, als de Doerian-boom, by de on- boom,
kundige gemeenelyk de Drioens-boom ge-
iiaamd..
De Boom is vry dik van ftam , die bc-
neden gevlerkt is , ert een geelagtigc
fchots heeft. Dès zelfs höut is van buiten
wit, en van binnen rosagtig, lang-
draadie,en vaft, zoo dat men ’er maften
af maaken kan.
Zyn blad gelykt wel wat na ons Kerf-
fen-blad 5 maar zonder. tandjes, - hebben-
de de lengtc van dric o f vier duim breed,
en de breedte van ruim anderhalve öfwel
twee duimen. . Het is benederi licht-
groen ; maar aan de boven-liant donker-
groen.
dan alle de lieelen van deze blaaderen
ziet men iets , dat men zoo aan andere
blaaderen nietzi<-£,. zg^ e als opge'z'wol-
r - 'k - n agtcr aan Kn bcuyeltje hcbbeuüe.
De bloeffem vertbohîlifWeenmee-
mgte groote witigtige bloemen , ftaan-
de als op een omgékeerd bakje,van welke
bloemen ’er dog maar weinig, en dik-
Wils pas vier, o f vyf,.te regt komen.
De Vrugt werd Doerian genäamd, als
of men zeide de äöörnige, o f gedoora-
dé, na ’t woord Dötr;, dat in ’t Maleits
een Doom betéekend. Z y is rond en
ook zömtyds wel wat langwerpig, van
grootteals een gemeene Pompelmoes, met
een barde fchil,of holfter, die vol groote
dikke, fcherpe. en hoekige doornen
is.,- milchen den groenen cn geelen
van buiten', en aan körte dikke Seelen
vaft zynde.
; 1 Men moet de zelve met een nies, o f
hakmes open klooven , wanneer men
däar in vy f langwerpige kamerkens vind,
waar in zig de regte Vrugt, ofkorl, in
yder kamertje drie o f vier , en in zom-
migc ook wel maar twee korls, vertoonen,
die van grooté als een ftuiter; of
Mi
Verfcheidezoor
tcn.
En G E L A S S E N
als een Duiven ey, zyn, hebbende een
wit cn gladagtig vleefch rondom zig zit-
ten, waar over een dun vlieskcn loopt,
z o n d e r - het welke zy, aan malkandcren
vaft zouden kleeveh.
Men zuigt dit vleefch; van de korls af,
en de lief hebbers houden deze voor een
van de leklcerfte Vrugten van Indien }
dog ik heb ze nooit können rieken , ik
laat ftaan eeten, om dat zy een geweldi-
ge Ajuin-reuk van zig geven, welke
reuk ook die gene, die ze gegeten hebben,
wel twee of drie dagen by blyft.
Men zegt, dat zy zeer zoet, en byna
als een cyer-vlade, imaaken, na dat men
maar die vunfle reuk te boven gekomen
is, die door de zelve te eeten zeer ver-
minderd werd.
De höogte van de Boom ,endezwaar-
te van deze fcherpe ^rugt j is oorzaak,
dat men gemeenelyk wagt , tot dat ’er
de Vrugt van zelf afvalt.
Men heeft ’er verfcheide zoorten
a f } dog de voornaamfte zyn (immers
zoo' Verre men die in Amboina heeft)
twee zoorten. De eene, die langwerpige
Vrugten heeft, die men voor de befte
houd 4 en die aan haare goud-geele verw,
en ydele doorns, kenbaar zyn , en de
andere de gemeene ronde. De eerftc
hebben gemeenelyk een o f twee korls,
die 'ödk voller van Hoffe om de korl, dan
de andere, zyn, en daarom voor de befte
gehouden werden.
Onder deze vind men rer Zommige,
die een fchors hebben , die van binnen^
appel-bloefiem, en van buiten hoog-geer
is , en welke de kenners voor de befte
Van de langwerpige zoort houden. Na
deze verw noemd men de zelve Doerian
Caßomba , als ö f men%ervappel-bloefe-
me, ö f licht-roodt Doerian ^ zeide.
Ik heb 3eze zoort nooit in Amboina ,
tnaar wel in Banda gözien.
Behalven deze, zoo is ’er nog een
derde zoort van deze lange 4 die zy Doe~
rian Nangka, of de Soorjak-Doerian noemen
, om dat zy wel wat na de Soorfak
gelykt. Deze werd by de kenners in
verre na zoo goed niet, als de voorige,
gehouden, om dat zy zagter van korl,
o f van ftoffe en vleefch is.
De roode zoort is wel voller, en me-
nigvuldiger van korls, maar de zelve zyn
zoo goed, nog zoo lekker niet, als de
langwerpige, om dat zy laffer, en platter
van fmaak zyn.
Nogtans is ’er een zoort van deze, die
kleiner,’ dan de gemeene ronde, en voller
van korls, dan de andere, vallen, en
die men 'Verkens-Doerians noemd. Deze
zyn de kleinfte, die ik kenne, hebbende
veel kleine korls, maar een vafter en
overvloediger ftoffe om de zelve, dan in
van AMBOINA.
de gemeene ronde valt, waarom zy ook
boven de zelve geagt werden,
Behalven aflle deze zoorten, valt
’er op het Eiland Borneo , hoewel maar
,©p zommige plaatzen , een zoort van
Doerians, die de grootfte. van alle is ,
die ik kenne , alzoo die meer , i dan
nog eens zöo'gt’oöt , dan de langwerpige,
valt.
Het is cen heet-vogtige Vrugt , die,
fe veel gegeten, veel ziektens., als ook
bloedvinnen, koortzen, de roode-loop,
enz. veroorzaakt.
Men heeft deze Vrugt op zyn beft
hierinde maandem van Mey, en Juni,
hoewel men ’er ook wel in andere tnaan-
den nog eens Vrugt van heeft. Dog als
dat gebeurd , dan volgen ’er gemeenelyk
zwaare ziekten op. Op andere Eilanden,
als Celebes, in. de Moluccosy\iLBanda,
op Java * en elders , zyn zy in apdere
maanden ryp. ®
Niet atteen de Menfchew, maar ook
de Verkens en Ctvet-Katten ,, zyn gek
na deze Vrugt; ja daar zyn ’er ,.die ’er
wel agt , tien , ja twaalf können
eeten, fchoon zy aan twee o f drie ry-*
kelyk hun genoegen behoorden te hebben
, en daar zyn tyden , dat men de
zelve verbieden moet te verkoopen , o f
ten minften belaßen, de fchillen (die
men anders maar hier o f daar op de
ftraat nederwerpt) elders buiten de Stad
te brengen, om de gevaarlyke ziekten ,
die door de ftank , en hitte der zelve ,
ontftaan können, voor te komen. Zy
verhitten geweldig , en können ymand
bang maaken.
Men kan de korls ook wel braden ,
gelyk wy de Caßanien doen, en die zoo
eeten} dog zy zyn zeer ongezondj .be-
dürverrde^keeb,'’ cn können—ymand' zeer
kort-ademig maaken.
De Cbineezen branden van de Doerian*
fchillen een aflehe, die zy tot het appel-
bloeflem verweh gebruiken.
Als deze Boom nu oud werd , dan is
hy nog goed, om ’er balkcn, latten ,
planken, enz. af te zagen, alzoo ’t een
vaft, en duurzaam hout is , voor a l ,
wanneer het droog ftaat, daar ’t anders
in de vogtigheid, en in de regen ten eer-
ften w e g , en verrot is. Men kan ’er
ook wel Maften van maaken} maar men
moet wel bezorgen, dat- het van boven
niet kan inwateren.
Een afteekening van de ronde Doerian
Br ugt vertoonen wy op de Plaat
N ° 4 -
De Soorfak-boom is mede een hooge en p c g .
zeer lommeriyke fchoone Boom, rouw fak-
en effen van Ichors, hebbende wel en- boom,
kele, dog zeer gladde dikke en vafte
bladeren , die wel vyf o f zes duim
lang 5