
Hartfink
als’s Ko-
nings
Zoon,
met toe-
lating
van on-
fen Handel,
aan-
genomen
dat redelyk tot confervatie en behou-;
denis harer gefondheit.
” Tot meerder verfeekering defer U-
wer Goraitatie en belending, zoo om
' de Tonkinfe kuft aan te doen, als tot
’ bebulp, en ten beften dienft van de
’ Compagnie i n ’t procurecren en vor-
* deien haarer Negotie in’tvoorn. Ryk,
’ eri te meer’t zelve niemand van deu-
£ wen voor defen heefc gefrequenteerd,
! en bevaaren, is by Raade op den io
'* December paflado verftaan en goed-
” gevonden Sr. Vincent Romeyn , vry
| Koopman in Nangafacki, opzynge-
" dienltig aanbieden, (mits de fomma
” van Tayii zfoo eens, en niet meer
voor zyn particulier zal mogen aah
” leggen, en met’s Compaghies Schip
” weer na Japan voeren, en dat onder
” zoodanige referve en limitatie, als
” zynde in dienft van gemelde Compa-
” gnie. verb,onden» mede derwaarcs te
w laaten vertrckken. . .AVelken volgens
” Sr. Hart fink met gemelden St. Vincent
die twee Voyages derwaarts
” hcçft gedaan, altyd goede correfpon-
” demie houden, in voorvallcnde zaa-
V ken zyn advys hooren, en alles ten
” dienft onfer Heeren en Meefters vcrrig-
” ten zal j ondertuflehen lettende , en
” wel in acht nemende, geen meer als
” de gezegde zfoo Taylen by voorn.
” Romeyny en dat al meae niet in debc-
” fte en couranfte waaren werden be-
” lteed, en aangelegt, gelyk mede alle
” particulière handeling, zoo vcel mo-
” gelyk , , volgens de Artykel - brief te
’’ werenj tot alle welke uwes yerrichts
” in defen als verders onfer algemeenen
’> Vyands afbreuk den Almogenden God
’’ zynen mildrykenzegen, enbehoudert
’’ -reize in ’t gaan en komen gelieve cte
” vcrleenen.
In 't Comptoir Firando
defen zp Januario A®*,' - - É -
t<5j7. . ^ h y
NICOLAAS KOEKEBAKKER.
TWE E D E H O OED S TU K.
HÄrtfink als 's Konings Zoon, met tpelaating van onzeri handeU aangenoomen. Jfc-
te van Adoptle van de Heer Hartfink tot een Zoon des Konings van Tonkin. ¿rief
des Konings, aan de Heer Generaal van Diemen; Inßruftie in December Ao. 1637
de Heer Hartfink na Tonkin mede gegeven.
NA dat nu de Heer Hart fink in T on-
kin in ’t jaar 1637 verfcheenen
was , wierd hy van den Ko-
ning niet alleen leer vriendelyk opt fangen
, en onfe Natie toegelaten daar te
handelen; \ maar hy wierd van den Ko-
ning voor een aangenoomen Zoon ver-
klaard, en daar benevens met een Man-
daryns kleed, een Konings Viag, met
eenige Eertitcls, een Pafcedel, en een
fchriftelyke Adle van dit zyn Zoon fchap
befchonken.
De Adle van deszelfs aanneming tot
een Zoon des Konings, ziet men hier by
No* 5* 1 mitsgiders een Brief aan den
Heer Gouverneur Generaal van Diemen
daar over gefchreeven, en No. 4. gemerkt.
No. 3.
Afte van Adoptie y waar by de
Koopman Karel Hartfink van
den Koning van Tonkin tot zynen
Zoon •derklaardy en aarigemo*.
meri werd.
Taingin Syto Kolkfüfleiy Boinceijioo ,
fpreekt aldus:
T Engoedin hebt gy Hollandfche Kapiteln j y e Vàn
Karel een Schip bereid y en met veeler- van ¿e
lei koftelyke rariteiten uit Holland aan my Hr Hart*
reverentie gedaan, ’t welk my behaagd heeft, tot
en daarom een iegelyk in myn land belaß had-
re huifen te openen \ en der Hollanderen in ningsvan
alle waaren ì die ’er te h e komen 2 7 » , ban- Tonkin,
delen laaten.
Zoo gy de volharding van dit beginfel ze-
kerlyky en oprechtelyky tot refpeft van myn
land meendy en voortaan alhier te handelen
genegen zyty zoo zal u van niemand eenig
leed y poch nadeel gefchieden : want ik zelf
daar na verlang. Zòo wil ik dan 00k myn
lief de over u uitbreiden, en houden als of
mynen Zoone, of als een myner Raadsheeren
en Regenten waart.
Tot een getuigenisy dat defe myne Weening
waar acht ig is, neme ik u aan tot myn opge-
voed
WÊÏ
Brief des
Konings
San den
HeerGeneraaj
van Diemen.
voed kindy en verheerlyke u met den Edelen
Titel KE NTSIOUGO Karel; om welkers
‘heerlykeh naams wille myne eergierighett yve-
ren zal u altyd te beminnen, V welk in ’/
minfte niet zal failjeeren. Daarom dit bo-
•öengefz. aldus gefteld is.
3deJaar, 4de Maan Onderflond
xd* dag.
Het Zegel des Konings.
N ö. 4.
Tranflaat Mißive van den Koning
van Tonkin , aan de
'Heer Generaal Antoni van
Diemen.
y] t K Koning van Aynam, Syto, Koc-
„ I kuflefy, Boinceijwo, fchryve niet
„ alle hoogwaardigheit aandchHolland-
fchen Koning SefTche Quän KichioV'
,, defen Brief, öm de gelegenheit van
„ ihyn land te vertooneh, dat hier, de
,, goede prdonnantien fcherpelyk wer-
„ den onderhouden, wy voorfigtig, en
„ klqek in Oorlo^, en.naauw op onfe
yy hoede zyn, waar döor alle myne on-
derdaanen, ¿00 de Heeren , en Ede-
j, len , als gemeene liedfen > Lahdbou-
5, wers en Slaaven, wel gebooren Zyn,
,, om welkte borfääk het Koninklyk Lid
'9J van den beginne tot heden op ’t rech-
5, te geflacht, zonder van iemand ver-
3, hinderd te Werden, gefuccedeerd isj
,, als mede, dät de Koniügen Van onze
3, landen myn land inwaardehouden,en
„ geriegen zyn^ om met my in vrierid-
„ fehap te koinen, en teblyveti, behal-
3, ven de Holländers, waar vannognpic
„ eenig Vaartuig hier vferfcheenen is.
jj Ik hebbe voör defen varideHollan-
„ ders wel gehoord, en geWenfcht nie-
" de met haar in kennis, en gemeen-
fchap, te geraaken, ’twelk juift,tot
„ myn grobte blydfchap, met dekomft
,, van een Schip uit dat waardig Land
3, defen jaare vbor de eerfte reife gefchied
3, is; Waar doör gefien, eil bevondeti
'5, hebbe, dat de luidettvanuwländ wys,
3, en klockmoedig tot deil Oorlog zyn.
. „ Ook hebbe vernöoHlen) datzykon-
3', ftig fchieten können i wäärom ik te
meer genegen beri met u in alliantie,
3, en gemeenfehäp te komen , Want al
^ zulkeliederi vän ihy zeerbemind, ge-
refpeöleerd , en wel gecrä&eerd Wer-
„ deil. Ingevalle myrieii Wenfch vol-
bragt Werd, eh ik ttiet u in alliantie
„ komeri mag, Zullen wy .als bloed-
„ vrienden malkandefcn iü liefde en teere
HI. Däee.
„ houden, ’t welk ftrekken zal totwel: 1637,
yy yaart van beide de landen; waar door
„ de zelve duifenden jaaren wel gegou-
„ verneerd zullen werden..
,, Zyn myne ondterdaanen Zoo fterk y
yt en furieule Soldaaten, en ’t getal der
„ Ammunitie van Oorlog', zonder iets
,, te ontbreeken, in zoo’n groote abun-
,, dantie in myn länd, Zoo is het dan im-
,, mers wonder, en niet wel geloofelyk^
,, dat ik uw Land-volk tot .inyn hulp
„ verzoeken wil) dog de redenen, en
„ oorfaak vän dien, mitsgaders alle de
„ gelegenheid van myngeneelLand,zal
„ ik in ’t breede verhaalen. Ik hebbe:
,, 300000 uitgelefene Soldaaten.
„ 2000 groote Olifanten.
„ 10000 Paarden tot den Oorlog ge-
. yy oefifend,
yy iooo Oorlogs-Galeyen. ,
,, yoboo Zwaare Roers, die men op
raden , zoo wehe land ,
,, als op Galeyen gebrui-
^. j-, ken Kan. , .. • , .
„ 30000 Roers, met roode verlakte
„ läaden, en lange kql-
„ ven, die 30 kogels tef-
.i, fens fchieten. | ,
yy loöoo Roers, met zwacte verlak-
,, te laaden, en körte kol-
yy ven, die 70 kogels tef-
| yy fens fchieten, , ..
i, 1000 Metaale ftukken Gefchut.
,, .Met alle welke yoorfz middelen ik
„ myn land met goede ordonnahtienover
,, lang en'dwa'rs na myn bchaageh gou-
| verneere.
yy Myn Land Tonkin legt in ’t mid-
„ den, en däar komen de Köningen, en
,, Heeren van ’t Ooften, vaii ’t Wef-
,, ten, en vän ’t Npordcn', aan my re-
„ verentie doen, behalven.in’t Zuiden,
,, daar is een Land-volk j diens leven en
,, ommegang dood is , en alle goede, en
yy geprefene dingen recht verkeerd doeh.
„ Haar gemoed is vol argli ftigheit, des zy
de beeften der aarde gelyk zyn. Zy
„ verlaaten, en trooften haar op onge-
, j bruikelyke wegen j en gehoörfaamen
„ my nieti.
,, Zoo ik die met Galeyen over Zee
'yy beqoiloogen wil, dan is my, den weg
derwaarts te verre, en de baaren te
„ hobg, den wind, en regen contrariej
„ des ik zulks door dit middel hiet by*
„ brengen kanj waar door defe boos-
wigten nog hartnekkiger, en na haa- ,, ren verkeerden wil lteven, eh doen y
yy wat haar wel gcvalt.
„ Dit zyn dan de redehten^ wäarom ik
C m