
¿46 B E S C H R Y V I N G E v a n
Aÿî Van'Maàhfar legt, ' zyn vérblyf houd.
Méngaat dàar nafoe, zoo dis mèn de land-
^oort derVefting üitgaat* en de wég ter
régt^hand j 'die vrynoog erifchoori van
¿roote iftqehén' o^igezet is , 'en regt dit
loopt, ïfiflàat.'
. Zyn hoofdpiaats op Boni is Teko ge-
- naanit j/, V^âa'r nà. dezen vorft.ôok wel
Aroe Ték o , dé kôning van Teko j ge-
näamt wöfd.
De Boe- . .Z-ÿn KofiMrÿfc is eigénilÿk, het land
gize vol-der Boêgîs, zynde een byzonderè Natiè
keren. op dit éuand , idiè mede zeer vernuftig $
en dapper , h'oéwel door de bank by ae
Macaflaaren nièt te vérgelykett is; doch
dë^âppÈfhéid van Rädjä Pàldcka heeft,’
door dien-hy met de zynen lang önder
ons g ed ie n teh, zoo ôp Sumatra, als op
Jàvà , vèrfçhèide fwaare vèldtogten by-
ge\vobrifèh daar zéer veél gezien, en
géleerd hèefÉ , ditvölk veel däpperder en
pèiôemâer , aaii bevoorehs , gemäakt*
¿bo'dat Zÿ^ jèéçiiwdordie fchr«yèfing over
die van Gbâ hènCT zouaen zittèn,; bÿ al-
âiéh wy. Ôezên Vörft dit rfiét dbéï hbbger
gëzag befettedèn.
De Vootnöfemde verblyfplaats van dezen
köning, Böntüwalak genaamty was wel
çer de^ verblyfplaats van eenen Crain
Crongrong,- een van de voornàamfte Ma-
caflàarze vdriten, aanhitzer van dien ko-
ning tegéh 6ns, voor de verovering van
dit voik, en voôt ’t maàkén vàn de vredë.
Hÿ bbuwde té dier tyd dàar een zeèr
fraajen fteenen Môorze Tempel , waar
mède Hÿ egter , alzoo hÿ vry flaauw in
*t waarfièmèn van zynen Gbdsdienft was,
âl ¿eer lâiig is bézig gewéefti en na dat
zy al gemäakt was , vericheen hy daar
zeer zelden in, oni te Sbiribahjang, of
oift zÿneri Gbdsdienft waar te nenien.
In navbÎglfrg van dien' heeft’er dé kôning
Van Boetönöök èen gëmaàkt ; doch de
kôning van Goa hëèrt ’er geen.
_.. Èen vah de fràaifte veftingèn van dezé
Tsjuirana koning is in ’tkoninkryk vân Tsjinrana.
Schoon Radja Boni hier oppèrÿprft van
ganfch Bbni', en dus medé van Tsjihrâna
(een köriinkryk op zieh zelvën) is, zoo
nëeft men hier ook een bÿzohdér kôning,
Voor ’t jàar 1677. was hier eenen Data
Hoeloe koning, die toen zyn ryk aan zyn
00m -, Crain Baroeroéro j overgaf, die
lang daar na hier geregeert heeft.
Wat nu het vlek Tsjïnranà vèrder be-
'treft, mèn heeft 3, en, na het gélukt,
ook wel f etmaal van nooden , om hier
te korriêh. Men zeild ’er nà tôè längs
de Ooftkuft , daar men in ’tZ . O. eerft
een vlek, Bonteyn genaamt;, dat al mede
onder heni ftaat, en daar hÿ zieh ook
"veel onthoud , en daar na vencheide re-
ven ontmcfet , om welke men ’s nachts
genoodzaakt is ten anker te komèh, zbo
dat men-, eer men in de baâivan Padang-
Padang geraaken kan , wel 8a mylen,
van Macaflkr tpt daitf toe', van nooden
heeft. Daar na moet rtien nog wel een
etmaal landwaard in te paard ryaen, waar
na men aan een groot meir komt, over
het welke, alzoo het^vol riet en liesbofch
is , men zonder een fraaje kbeltô niet al
te wel geraaken kati 3 en dah heeft men
nog wel een etmaal van nooden, eer men
op Tsjinrana komt. In het drooge
moeflbn lêgt het (zoo als het zieh in
de léngte vertOont ) ten grpoten deele
droog , hoèwel ’er altyd- nog een diepe
en bevaarbaare kreek ofte gml in is, om
dat aUe de rivieren van ’t gebergte daar
ontrent zieh ’er in ontlaften , van waar
aile deze wäteren Van dit meir weer in
de rivier van Tsjinrana ftorten , en dan
verder in zeê valleh.
Dit meir, Tempe genaamt, legtinid-
den in en tuflehen het gebergte a .en
’t gaat daar ook een weinig op , en daar
ontrent zynrook zeer fchoone ryftvelden,
waar na toe de Veldheer des konings
van Boni, die (gelyk wy hier na zullen
zien) in ’t jaar 1709^ of 1710. met den
prins van Boni, zynén fchoonzoon, de
vlugt nam, zieh begaf, om dat hy verzekert
was, dat hy het daar met zyn volk zeer
wel zou können gaande houden ; Hoewel
hy, zoo ras hy vern'am, dat de koning vàn
Boni in dit meir nu en dan met de zy nen
viflehen quam 3 ten eerften hooger op na
’t gebergte week, daar hy Zieh zoo ver-
fterkt had, dat hy in ftaat was, om een
leger van 20 o f 30000 mânnen met fteenen
dood te werpen.
Van dit meir nu , b f na dat meri ’er
ôVer geràakt is, moet men, nogwèleen
etmaal verre de rivier van Tsjinrana met
éen vaartuig opfcheppch f zoo dat deze
plââts ontrent y of 6 etmaal rüim van
Macaflar legt, àls men ailes rekenenzou)
en dan. komt men eerft aan ’s konings’sKonings
grootê Bamboeze huizen, onder een derhuizen
welkb pi boomen j yder "als drie keerels ^aar*
in hunne middelen, ftaàn.
Deze huizen zyn buitengemeen groot
en breedt, met 2 daken, en een goot in
’t ftiidden, en met 70 of 80 digt by een
ftaànde trappen, om ’er voor op te ldim-
men, vborzien.
In een van deze z huizen,onthoud hy
zieh döorgaans, als hy op Tsjinrana is,
dààr hÿ allerlei ambagtslieden, van
gôudfîh'ids , zilverimids , roermaakers,
•gdchüiMeteré, krismaakers, piekmaakers,
en könftige inleggers der zelve, kruit-
maakerS) kéuriyke wevers van koftelyke
goude ftbffén, en wat dies meer is , by
zieh heeft, en àlleen tot zyn vermaak
onaerhoud.
De Princen , en verdere hovelingen,
ônthoüden zieh in een doip, daar ontrent
gelegen.
M A C A S s A R. 141
. Hy wort gemeeaelyk van vrouwen gedient,
hoedanigzich de koning van Goa,
en .zeer; veel andere Oofterze vorilen ,
gelyk wy opjaVa.j Bantam , Atrien, enz*
mede gezien hebben , 00k laaten dienen
sÜSäi ^ , 1 m ■ |
r Het.koninklyk merkteeken van onder-
fcheid tuflqhen de andere huizen , j c^zy
der hovelingen, *t zy der gemecne lieden
opTsjinrana, is, dat. men een oilenk.op,
ot oflenhborns, aan wederzyde van de
gevel ziet, dat geen.Qnderdaan zou dur-
ven nadoen , of, voeren , ten waare hy
met zyn leven ipelen wilde , alzoo- dat
¿ou worden opgenörnen, als o f hy na de
kroon, ofden vorft na ’t leven ftont.
De huizen der princen zyn door twee
klampen, waar op aan wederzyden twee
fwaare bamboezen ruften , die ’er voor
gefpykert zyn , van andere gemeene huizen
bnderichciden.' * • ' * -
Wanneer nu en dan Gevolmagtagden
zy., zulks verwaarloozendé, niet in zyn
uiterfte ongunft vervallen willen.
• Als dezeyorft., o f de koningvan Goa,
’ eenige geichenken aan. haar. Edelheden
¡zencl, en eenige der zelve.van haar
Edelheden pntfangt, worden, die. ge-,
meenelyk : met veel ftatie, èn niet zonaer
ettelyke chargés, en 3 kanonfchoten , die
verder tot 11 toe wel vervolgt worden,
in de vefting ingehaait, en by de ^uitr.
togt, als men die verzend , worden ’er.
weer 3 charges, en y kanonfchoten, ge-
daan.
By ’t zenden dezer fchenkagien , vai?
wegen haar Edelheden , wora in ’t ge-,
meen aan de vorii van Boni, als zynde
den oudften bondgenoot, wat meer, dan
aan den koning van Goa, gezonden.
NadekoningenvanBoni en Goa volgt pe ver;
de koning van TLoeboe , daar na die van dere Ko-J
Tello (bévoorens al by ons- aangehaalt) ningeu.
en dan de koningen van Soping , van
Wadjoe, van Tanette, van Laya, van
Bancala, Pannâ, Bacca, en meer andere,
Hoe die yan Heer Landyoogt na dien vorft <
m m QD Tsjinraoa gezonden worden , Tis hy
magtig- gewoon de zelve koninglyk met alles,
den der Wat by heerlyks in zyn ryk heeft, te
m Maat- P a a le n , by’ hoedahige gevallen hy
Ä n t -d a n ter eere van hen wel een hertenjagt
ha*, aanftelt, daar zy op die tyd troepen van
wätQoo, izoo j en meer herten zagen,
van welke ’er veelen, Zoo verre men die
zSSKönde, na de zeekant van Tsjinrana,
daar ’t vlafc is , gejaagt, en uit welke
dan 60 of 70 ftufcs bokken (want de
hinden ycrichoonen zy zoo veel als’tmo-
pelyk is) doorzoo veelGakrans, Crains,
- l f andere hovelingen, en princen, zoo
läng gejaagt , en afgetnat worden , tot
dat zy voor de plaats- , daar zieh de ko-
ning met zyn gezelfchap dan in een
. - . boTchhuis ontboud , doodmoede blyven
ftaan , daar yder ridder zyn beeil., b a t;
hy gejaagt heeft, ■ daa een ftyop om den
hals werpt, die altyd aan ’t paard vaft is.,
op dat het hem, weder bekomende, niet
ondoopen mögt; doch zoo ras die ftrap
toegehaalt is, werpt zieh ^tbeeft op zyde
tegen de grond neder.
- TJit deze beeften worden aanftonts dan
•de vetfte voor de Heeren Gevolmagtig-
.den, door zekere daar toe medegehragte
vrouwen, die een geheele kombuis, met
•gereedfehap, daar toe noodig, met zieh
.voeren , zeer lekker toebereid , en hen
jdanv.eel eere envermaak, metalles, wat;
hy maar bedenken kan, aangedaan.
Daar is geendorp in zyn.gebied, daar
hy niet dietgelyken rhuis., met een net
'thuintje daar agter , en met de noodige
.opzieners , heeft, en die van zoo een
•dorp moeten wel goede zorge dragen,
•om>zulke Gevolgmagtigden, even of hy
.daar zelfs tegenwoordig was , zeer wel
■te ojithaalen, en van dies, dat zy noo-
idig hetjben , rykelyk te yoorzien , zoo
vàn welker rÿken , 'alzoo die klein ,'
en ons meeft nog onbekent zyn, ikjvei-
nig-of njets van belang wete te zeggen,
dan dat zy te zaamen, als onze hondger
nootefi , door den koning van Boni by
den anderen geroepen zynde, Leden van
den grooten Raad des eilands Celebes zyn |
waar in alle de gemeene Landzaaken verr
handelt worden:
Gelyk nu onder Macaflar ook de ryken nima -
van Bima, Dompo, Tambora, enz. op énz en
’teiland Sumbawa, ftaan, alzoo hebbenop“ Lo-;
wy daar ook eenigeLogien, ofPaggers,ßie *
en pofthouders leggen.
Deze lieden van Sumbawa zyn niet
heel veel tevertrouwen, gelyk men klaar Verdere
gezien heeft , wanneer zy in ’tjaar i 68<5. byzqn-
toen wy die moejelykheden op Jaya we- derheden^
gens de dood van de Heer Tak , enz; È el*
hadden, zichyerftouthebben , tegen het Sumba-
Contraa in ’.tjaar L677. gemaakt,(’t geen wa.
hen verbied eenige gezanten van vreemde
vorften buiten onze kennis by ben te laaten
komeh) eenbrief, eenvlag, en eenig
water , van den koning van Bliton , o f
.Radja Safti (anders beit met den naani
van den keizer van Maningcabo bekent )
met eepige gebeden belezen, niet alleea
te ontfangen, maar de zelve ook een on-
gemeene e;ere aan te doen , hoedaniget^
brief die van Bima van hem bekomen,
.en nevens welken de brenger, Intsjeb . -
Bongfo j een Maleyer, fchimpswyze te.-
gen Radja Tambora gezegt had, dathy,
met de Compagnie zoo getrouw te bly-
ven, dood krank was, en nu .wel haaft,
alzoo ’er iqts op til was, de geeit geven
zou. ' ' • "
ln oude tyden waren alle de koniqk-
ryken op Sumbawa op zieh zelven ; doch
I dit eiland naderhand (uitgenomen Tam-
S 3 bora