
i l io.' voltoit was , wierden de koningen van
Loeboe , T anette, Toeratte, Bangkle,
Verdcre en van Salekette .op de regter, en de ko-
Maken ningen van Soping, der Towadjos, die
voorge- van Mandar, en Tampaning, op de lin-
vallcn. ker vleugel geplaatil , en men Heide de
Boegineezen vlak voor de Pagger , ter-
wyl de koning van Boni op Jongay zyn
ruft hielt, katende het oppergezag over
zyrt leger nog aan den koning van Loe-
boe £ die hy wilde dat met den koning
vanTanetta over alles, alzoo dit een v.pril
van ervarentheid was, eerft raad - plegen
zou.
Ondertuflchen begeerde de koning van
Boni, dat Crain Lepecaßng, en zyne ly f-
wagt-, maar by hem zouden bly ven, om
hem tegen eenig fchielyk toeval te dek-
kenj aangezien ’er befloten was, dat de
Bondgenooten daags ’er aan opbreken
zouden.
jj ’s Namiddags quamen ’er twee Gezanten
uit Goa, te weten, Dain Matoeling ^ en
Dain Kar keilt $ doch deze zeiden lall te
hebben , van niets , dan in ’t by wezen
van den koning van Loeboe, te zeggenj
’t welk dan eindelyk gefchiedende , be-
ftont hun geheele boodfchap daar in, dat
de koning van Loeboe als Middelaar tus-
fchen de koningen van Boni en Goa zoude
mögen handelen; dat al zoo veel was, o f
zy niets verzogten, alzoo zy wel willen,
dat daar op niets volgen zou.
Op Woensdag den 23ftcn dito bevont
zieh de koning van Boni zeer fraai, en
men kreeg toen ook berigt, dat Grain
Pangkanene in de laatfte treffing doodge-
bleven, en dat Aroe Palacka in zyn been
gequetft was ; waar op de koning van
Loeboe de gemeene zaak nader met Cratn
Aganonja , Aroe Belo, en met den eerilen
beftierder van ’t ryk van Boni, Carelejjang,
overleide , en in welke byeenkomit by
de Bondgenooten goedgevonden wiert,
Aroe Pa- een minnelyken Maleitzen brief uit naam
lacka s der E. Maatfchappy aan den koning van
door*de ^ oa> aan.Cratn Bontofonggo, en aan de
Land- verdere R ’yksgrooten van Macaflar te
voogden ichryven , en daar by nogmaals de over-
aan den gave van Aroe Palacka aan des zelfs Heer
van^oa vac*er te verzoeken , met verzekering,
verzogt, dat dan den oorlog ten einde zyn zoude.
Zy wiert door eenen Boemi Parigi,
verzeld zynde van eenHollandze vlagge,
die men voor uit droeg, gebragt, enmen
liet dezen vorll ook verder aanzeggen, dat
hy hier mede de E. Maatfchappy gfoot
genoegen geven , doch dat hy , zulks
niet dofende, oorzaak wezen zou van al
net onnoozel bloed, dat verder om zul-
ken geringen zaak, die men zoo gemak-
kelyk byleggen kon , Hont vergoten te
worden y betuigende dan geen deel in
’t allerminfte daar aan te willen hebben,
en dat zy hem konden verzekeren , dat
hy nuvoortaan door de zelvevry fterker,nxa
dan tot nog toe , Hont aangetaft te
worden.
Den 24ften dito quamen ’er Gezanten
van Goa, om pp den brief van de Heeren «
Landvoogden Erberveld en van fholl te woord"1’
antwoorden y zy waren met hun drie,’er op.
te weten, Cratn Bontepaja, xlen Sabandar
Crain Greßc^ en Glarang Manajfa, bene-
vens een tolk } dochzy bragten een zeer
befpottelyk antwoord,, weshalven hen
niet toegelaaten wiert na ’t kafteel Rotterdam
te gaan, en gelaft, om, zoo zy
iets naders te zeggen hadden, dit in ’t leger
maar voor te Hellen, en af te handelen
.Z
y zeiden egter, dat Crain Bontofonggo
zyn uiterfte bell gedaan had , om Aroe.
Palacka te bewegen, dat hy weder na den
koning zynen vader keeren wilde, doch
alle zyne beweegredenen waren by dien
prins verworpen, en men had op den
zelven niets können winnen , zoo dat het
aan hem veel meer, dan aan den koning,
of de Grooten van Goa, haperde.
Ook verzogten z y , dat de koning van
Loeboe zelfs eens in Goa geliefde te körnen,
om hem daar over aan te fpreken,
alzoo zy oordeelden, dat zyn gezag, en
zyne beweegredenen, zeer veel by hem
zouden gelden j doch deze koning floeg
ditvlak af, alzoo hy na de Heeren Landvoogden,
en na zynen vader, niet had
willen luifteren.
Den zyften dito quamen de Gezanten
van Goa weder in ’t leger y doch men
vont goed hen voor af te zeggen , dat,
zoo zy met geen andere voorwaarden van
vrede quamen , zy maar weder vertrek-
ken konden, alzoo zy niet genegen waren
, zieh van hen om den thuin te laaten
leiden , en dat men befloten had , met
het maaken van de Paggars zoodanig
voort te gaan, dat men ten eerilen onder
Goa mögt geräken.
Ondertuflchen klaagde de opper-
wondheeler, Mr. Poorter, aan den Heerg^a,s
Landvoogt van fb o ll, dat hy, van we- klein-S
gen de kleinzeerigheid en pynelykheid deszeerig-
konings van Boni, het noodige tot het^e^‘
geneezen van zyne wonde niet doen kon,
en dierhalven beft oordeelde, dat de
Heer Landvoogt hem doch geliefde te
doen begrypen, dat ’er geen ander mid-
del was om hem ipoedig te geneezen,
dan ’tgeen by hem reets aan den koning
voorgeflagen y maar ’t geen hy veragte-
lyk van de band gewezen, behalven dat
men ook groote vreeze voor een fchie-
lyke verergering had , indien ’er ten
eerften niet tegen voorzien wiert} waar
toe de koning meer geduld van nooden
had.
Ten z uuren ging Capitein Steenbergen
na den Heer Landvoogt, om over eenige
j-,0, ¿aaken van gewigt te ipreken, na welke
verrigting, enzyne te rugkomft in ’t leger
, men goed vont den vyand aanftonts
' weder aan te taften.
D e vyand Den zöften dito wiert ’er zeer Herk met
weer aan-gefchut op ’thuis van Crain Bontofonggo,
geiaft. en opnog een Paggertje, op ’thoog pad
voor de poort van Marafla ftaande , ge-
fchoten, alwaar de onzen ook een Pagger
met der haaft opwierpen, het welke zy
weer op nieuw den 27®“ dito op de kant
van de rivier deden.
Den 28ften dito dede de vyand een uit-
val ’s nachts ten 1 uur op de Pagger der
Loeböneezen j doch zy wierden deftig te
rüg geilagen. Zy vernieuwden dien uit-
val nu en dan wel weder, met 6 of 700
man te gelyk door de poort Crongrong
op Aroe Belo 's Volk 5 doch zy wierden
even, als te vooren , - dapper door dien
vorft ontfangen, te meer, alzoo Capitein
Steenbergen den vörft Aganonja tot zyn
hulp zont.
Den 29ftc“ dito befloot men, om daags
Die zyn >er aan 0p ’s yyands Pagger een algemeeveriaat.
nen ftorm te doen y doch men. vernam
na de middag, dat de vyand zyn Wefte-
lyke Pagger verlaaten had, en nu al over
He - rivier getrokken was , reets bezig
zynde om daar leen nieuwe Pagger te
maaken, en poft te vatten.
Heden was de koning van Boni vry
beter, enwat geduldiger, dan te vooren,
zoo dat ’er nu hoope was, dat zyn wonde
ipoediger zou genezen worden.
Den 3oftendito viel ’er niets van belang
voor.
Den 3iften dito taftten de onzen een
De onzen Paggertje van den vyand, zonder gevolg,
^ en alzoo ’tons war tegenliep , aan. Ook
wiert hier een korporaal met een ipat
gequetft, en ons kanon, met veel gevaar
van het te verliezen, te rüg gebragt.
Verfcheide anderen wierden hier ge-
wond } maar daar en tegen hadden de
Volkeren van Timoerong, Salekette, en
de Towadjos, zieh over de rivier in een
fterke Pagger van den vyand gepofteert,
en by *t overkomen van deze rivier ver-
fcheide andere Macafläarze opgeworpene
vaftigheden ontdekt , waar op men dan
goedvond een vergadering der Bondgenooten
, in welke de Heer Landvoogt
mede tegenwoordig zyn zoude, daags ’er
aan te beieggen, waar in den i ften Augufti
Vergeef- befloten wiert, dat de Bevelhebber Stok-
zdogt vißh met eenige artillery een aanval op
vifch. 2ekeren Pagger doen, en dat hy z ftuk-
ken, 6 of 8 ponders, mede nemen zoude
} doch zyn togt was te vergeefs, alzoo
de Bondgenooten niet eens hadden durven
aanvallen.
Nieuwe Den zden wierpen de onzen op ’t pad
Paggers. by nacht een Pagger, en de Macaflaaren
op ’t einde van dit pad’er twee op, taftende
’s avonds een Pagger van ons op de 1710,
kant van de rivier, welke door Aroe Jaling
•bezet was , aan. Men mifte dien avond
den granadier Jan Lammekens , die den
3d«» door die van Goa overgelevert wiert.
Ook wiert de Pagger over de rivier door
de onzen verovert, en op den <5den (alzoo
’er den 4 en yden dito niets voorviel) weer
een Pagger door ’t volk van Maros digt
by Theyn gemaakt, uit welke men met
handmortieren gemakkelyk vuur in de
ftadt Goa werpen kon.
Ten p uuren quamen eenige afgezon-
denen van Goa , te weten, Carrekalle,
en Carretacko, door den Koning en Groo- beant-
ten van Goa gelall, om aanRadja Loeboe woord.
te vraagen, waarom hy een Pagger zoo
digt voor Theyn dezen nacht had laaten
maaken, daar de koning van Goa gitteren
avond al had laaten weten , dat hy
heden Gezanten zenden zoude, om een
Hilftand van wapenen te verzoeken.
Hier op gaf de koning van Loeboe
tot antwoord , dat zulks gefchied was,
om onze andere Paggers te verzekeren ,
en dat die Pagger de goede voorftellingen
van vrede niet verhinderen zoude 3 be-
halven dat die van Goa den ganichen
nacht op den Pagger van Aroe Belo ge-
ichoten hadden, weshalven hy zeer goede
redenen had, om met dit zyn werk voort
tc gaan , daar by voegende, dat, zoo
hun koning nog iets voor te Hellen had,
hy dat dezen middag nog doen moeft, o f
dat hy te laat komen zoude.
Daar op wiert ten eerften ordre gege-
ven , om de Pagger voor Theyn nog
grooter te maaken , om met kanon en
mortieren den vyand te können aantaften.
Pas na de middag quamen die Gezari-
ten Van Goa weer by den koning van
Loeboe, verzoekende uit naam van hun1*
nen koning uitftel tot morgen , om na-
dere voorllagen te doen 3 doch de koning
van Loeboe. wees dit van de hand ,
en ze i, dat, zoo z y ’tgoede in den zin
hadden, zydat nu volgens ’tverzoek der
E. Maatfchappy dienden te doen. Egter
vont men goed hen zoo lang te laaten
wagten , tot dat Radja Loeboe hier ovef
met den koning van Boni, en met Capitein
Steenbergen , eerft zou geiproken
.nebben, die goedvonden dien eenen dag
(alzoo dit volgens deCelebize grond- en
landwetten niet wel mögt geweigert
worden) aan den koning van Goa toe te
ftaan, mitsdat zy by eede opdehCoraan
dan morgen weer hier moeften verlchy-
nen, om hen verflag van een vaft befluit
des Konings en der Grooten te doen 3
doch voor af maakte men hen ook be-
kent, dat zy , met het gene de E. Maatfchappy
eilchte, zouden moeten te vrede
zyn. Hier op nu was ’er zoo lang ftil*
ftand. Tegen den avond wierden de
E e 3 daken