
i S
N “.
rey doornen, en een kroön agter.
230 Dit is de rechte Sarmai ifebe S lek, by
Jqnfton mede te zien.
231 De Klip-kous, o f Klip-Hoorn, de Likboom.
332 Een andre zoort van dien.
2.33 Cauris.
2.34 Een zoört van gebandeerde Kakkerlakken,
my onbekend.
235* Een kleenegebandeerd Blaeww-rug.
236 Een Ezcltjç.
237 Een zoort van Blaeuw - ruggen , of
JMazelen met Beddekens.
238 Het Arguins gebandeerde Hoorntje.
23p Een diergelyke zoort 5. dog nog wat
anders.
240 fEen zoort vân Cauris met een vlèk,
241 ^ die bekend is.
242 Een gemarmerde dito, onbekend.
243 Een Kakkerlab, dog aardig geipikkeld.
/ Andre zoorten van dien.
Ü § i *
24h Een zoort met ftippel-banderi.
247 Een kleene Zout-korl, met een witte
ftreep in ’t midden.
248 Een zwart-gefpikkelde en géribde
Hazenoot.
249 Het Baftaard Jokje , o f Wevers-
Spoellje.
Zfo Een zeldzame kleene graeuwe Klip-
kous, yol ployen.
2 ft Een andre Stciliaanfche dito, geribd.
z f z De witte Porcellana. -
2 f I ^"Verfcheide zoorten van Zout-korls,
2 f4 ^ een met zwarte, endelaatftemet
• witte vlekken.
z f f Een kleene gladde Kakkerlak, zonder
teekenihg.
2f6 Een Klip-Hoorn, o f Likhoorn.
2 f 7 Een Zout-korl.
2 y 8 Een Draken-Hoofdje.’
Z f9 Een zoort van Ar ab i f che Lettèrs, met
een fnuitje.
260 Een kleene dikke Indifehe Sout-korl.
z61 Een Perfiaanfche Kliphoorn, met groote
vlekken.
&6z Een Mol. met vlammetjens, o f Goude
vlammen, beneden van de Ame-
thift ver we, eri van buiten blaeuw 3
dog kenne die niet.
263 De Argus.
2G4 De Mozambiekze Klip - Hoorn, met
een breede ftreep i n ’t midden,
èn vol ronde dubbie oogen.
¿6 f De Weft-Indifehe Argus,
z66 Een Tepel-bak met verfcheide over-
langze, en drie breede dwars-
banden, aile wit, de grond zwart
en wit gebandeerd, zonder tepel,
graeuw, met rofle tandtjens aan
de mond.
267 Een zeer groote Arabifche Letter,
met een breede ftreep in ’t mid-
D E R
den, en met zes groote vierkante •
perlten3 zynde als een Argus, eri
eenigzins purper-verwig.
268 Het rechte Scheppertje van ons, o f de
Limoen Hoorn zonder doorris, uit
de roode Zee, en wit zynde.
269 Het Neten-Kammetje , o f de Dubbie
Spinne - kop. Het valt te Napels.,
en is van buiten graeuw , en van
binnen wit-agtig.
270 De witte kleene Zwitzôrs-broek j immers
zoo een zoort.
271 De Krul-Hoorn Van Cadix , zSnder
takken, met zwarte banden.
272 f Dito zoorten, alsd cArgainfcbe, en
273 \ de cerile valt te Tarante.
274 Èen zoort van Zwitzers-broeken, my
onbekend , en uit de Middeland-
Zee.
z j f Een Perfiaanfche Krul- Horen , met.
iteyle takken, fen dwars-.vlammeri;
-Hy is geelagtig, en valt in de Golf
van Pérften.
276 De groote mile en gecle Brandarti.
277 Een kleen Zwitzers-broekje, met dikké
breede overlangzeribberi, val- i
lendé in ’t roode Meir.
278 Een zeer fraeje Hoorn, àls eendikirt
ten gedrongen zoo'mpje, met een
dikke overlangzè rib, een breedè
lip voor, en twee zwarte breede
banden in ’t m id d en . Zy valt in
de Middelanfche Zee.N
279 ^Het Naarsje, o f de Oor-Hoorn van
280 t. onder j en van boven,
281 De kort-gedoornde Snippe-bek. Dezc
valt in Africa, en in Spaanj’eti.
282 De getak te Weft-Indifehe Snippe-bek.
Dez'c valt te Sardis, en Tarante.
283 Is byna even eens als No. 281, valt
mede in Africa, en is van binnen
Appelbloeilem, en van buiten wit
. cn geel-agtig.
284 Een ftompe in een gedronge Lap-
Hoorn , die niet kenne. Hy is
niet breed van Lip , heeft roode
vlekken op een witten grond, en
valt diep in Zee.
28 f Een zeldzame zoort'van Crul-Hoornsy
dog zeergetakt, ofgedoornd, van
binnen wit., en van buiten Pur-
per-agtig.
286 De gemeene groote Zwitzers-broek.
287 De groote baftaard Purpura, uit de
Golf van Perfien.
288 De gemarmerde Cameel-Hoorn, bÿ
Rumphiüs ö p ’t laatfte blad der
zeldzame Hoorns, waar op de
Wentel-trap ftaat, te zien.
289 Een zoort van Olie-koeken, o f Mars 3
met een breede Lip , en met groóte
dwars - ribben 3 my onbekend ,
fchoon een Indifehe Hoorri.
290 De
Z E E - H O R E N Í C E N S v a n B o n a k n u ^ 5 $ /
K° .
290 Dt Verkens-bek.
¿91 Een zoort van Stompjes, wit zynde.
292 Een gekamelotte groote Canari.
293 Een Vleermuys , o f wilde hAufyçq ,
met ropde cn andre vlekken; die
niet kenne.
294 Een zoort van kleene getakte Vleermuyzpn.
zp f Een zoort van Beddetyken met dooms,
en witte bgncfcri voor, en een
breede agter.
29<S Een zoort van Mufy cq-Hoorns.
Zz7 De rechte Mufycq-Hoorn.
298 Een andre zoort ’er van , my onbekend.
29 9 De kleene Weft-Indifehe getakte Lap-
Hoorn , agter met twee a drie
kroonen van takken, my bekend.
300 Een zoort van een grof Sprçetjç, of
de Ryfienbry-Hoorn.
301 Een zoort ’er van, met een wyzertje
ter zyden.
302 Een kleene ongetakte fFeft-Indifche
Lap-Hoorri.
303 De graeuwe Wtft-lndifche Moor, of
de Mifiies.
304 De groote We ft-lndifche Lap-Hoorn,
met dooms agter aan.
307 Een zoort van Vleermuyzen , o f wilde
Mufycquen.
306 Een gladde ongedoornde Weft-Indi-
V fche Lap-Hoorn, met zwarte vlammen
op een witte grond 3 wit en
Olieagtig van verWi
3 07 fEen Kemphaantje zonder teekeningj
308 \ dog geribd , en een doom, die
grootis, boven op. Nevenseen
ander met twee dooms. -
309 fEen dito met een lange vleugel, of
210 ^ wy zer ter zyden uit, en met roo-1,
de vlekken, en die hoorn van on- :
der en van boven vertoond.
31 1 De Zonnefir aal-Krabbe. - |
3 11 <f De Podagra-Krab. 3I3'-v. ¿» 314 fDe Bootshaak , o f DuyVels-klaeuw,
3i f \ van onder en boven vertoond.
316 Een Slak, zynde een zoort van Poft-
Hoorns.
317 De Marl-priem.
318 Dit is een zoort van fraeje Wolk-
Hoorns, met groote, witte , en
bruine vlekken.
319 Het Wolkje, o f het Agaate Bakje.
320 Een zoort van een Naffduwcr , met
veel fyne banden, en dwars-vlek-
ken ’er over henen, wit en groen
van verwe zynde.
321 Een zoort van een d ik -gedoornde
Weft - lndifche Lap - Hoorn , van
binnen wit , oolc wel Appelbloef-
fem, cn van buiten geel-agtig.
311 Een fyne.moye Canari.
No.
323 Een kleen Indifch Stormhoedje , met
een Netje.
324 Een onbejcend gemarmeld Hoornkcn,
byna als een S.oompje , o f
Bezoar.
32f Een glad Kakkerlakjê.
32 6 Eèn zoort van Canaris, uit Brazyî.
327 Een vreemde gekartelde zoort yan
Trommel- Schroeven, zynde uit Indien
} dog my onbekend, ten ware
het de gemarmerde zyn.
328 fDit gelykt wel een zoort van kleene
329 Stormhoeden, die niet kenne, van
onder en van boven vertoond;
die heeft 00k verfcheide bokkels*
330 fVerfcheide zoorten van zeldzame, -
3 31 ! my onbekende Pofthoorn-Slekken,
3 3 2 I met breede monden, en verfchei-
333 I den van banden.
334 Dit gelykt een zoort vaneen Buykje,
o f Bezoar, my onbekend, enmet
langwerpige zwarte vlekken ge-
teekend.
33f Een zoort van Najfawwers met twee
witte banden, en bruine fyne ftree-
pen ’er tuflchen in.
336 Een Brazylfche kwalyk - geteekende
Hoorn , voi ftompe dooms , o f
bokkels.
3 37 De Guineefche Toot j Lo.odagtig van
verw, met 13 banden, en met witte
en zwarte blokjens.
338 Een Brazylfche, niet wel afgebeeld,
en my onbekend.
339 Het baftaard Wevers-Spoeltje of Jokje,
zynde grooter en dikker , als de
vorige. Een Brazylfche»
340 Een kleen Soompje, of een Bezoar.
341 Een zoort van een geknobbelde
Hoorn, bynaals een Wervel-Slak,
die niet kenne. Het is een Bra-
zylfche.
342 Een zoort van kleene Lap-Hoornkens,
my onbekend.
343 Een zoort van Hoornkens , als een
Knoddeken ; dog met breede zwarte
dwars-banden en fyne ’er tuf-
fchen, ’t welk ik niet kenne.
.344 Een zoort van Tuytjens, met vier a vyf
knobbel-banden van ’t midden af
’er omgeflingerd.
34f Een zoort van Cauris.
346 Een zoort van de kleene graeuwe
Mars-Hoorñ, met een breede Lip
en wy'de mond ; my onbekend.
347 Een Portugeefche Hoorn , en zoort
van een gebrande Peer, met dikke
dwars-ribben, my onbekend.
348 Een Dubblet, als een Landfchapje,
(kwalyk onder de. Hoorns gemengd)
met overkngzeen dwars-
banden, als met ruitjeris. Het valt
inBrazyl, en fchynd fraey te zyn.
349 Een