
1665^*-; door een van ons 'eigen volk verlooren
hebben , 200 men dat in tyds niet belet
had.
I Eindelyk beritten de vyanden, ziende
dat ons volk hun geweer niet al te wel
gebruiken kon, zeer onverwagc op
ae onzen los , en ontnamen zeer veelen
hunne wapenen, ja zy rukten den Vaan-
drig Gérard Gerardszoon met gew eld, met
vaandel met al, uitzynen troep, en ontnamen
een trommelflager op de zelve
wyze zynen trommel, dat in ’teerft een
troote verflagenheid onder ons volk gaf,
oewei z y zieh naderhand wat herftel-
den; Zy kregen toen egeer 57 dooden,
en f4 gequetften , ’tgeen den Veldheer
hefluiten dede van alle vordere onderne-
mingen op Timor af te zien , en geen
volk hier meer , om de voornoemde re-
denen, te wagen.
Men had ook zeer veel van den over-
vloed van leeftogt hier gefchreeuwt, en
ondertuflehen niets ter wereld gevonden.
Niet minder had men hoog van de
magtvan den Sonnebayer (eenvorft land-
waard in, die men voorgaf dat wel 10000
gewapende mannen te veld brengen kon)
opgegeven, en den Heer de Fläming ook
van zyne hulpe verzekert 3 doch hy heeft
nog dezen vorft , nog een eenigen man
van hem, vemomen.
Derhalven is hy , na dat hy hier in
’t geheel 170 blanke koppen verlooren, en
zeer dapperen tegenftant van dezen Antonio
ePOrnay geleden had, onverrigter zaaken
van Timor na Solor weder overgefto-
ken, en met zyn volk den 8ßenJuli voor
’t fort Henricus ten anker gekomen j het
welk hy zoo flegt vont, dat het zeer
noodig ten eerfte diende herftelt te worden
, hoewel hy beter oordeelde dat men
*t zelve Hegten, en een ander Vefting op
’teiland Roti maaken zoudej alzoo men
van dat eiland mede zeer wel eenwaakent
00g op het doen en laaten der Portugee-
zen houden kon. Zelf wilde hy de velting
Concordia op Coepang geheel ingetrok-
ken hebben , dat egter geen voortgang
gehad heeft, alzoo , na zyn komft op
Batavia, alles ’er na gefchikt is, om de
vefting Concordia merkelyk te verbete-
ren , met voomemen om dat voor ons
Hoofdcomptoir alhier, gelyk het zedert
geweeft is, te houden.
Hy zogt wel met den Portugees daar
in onderhandeling wegens het Sandel-
hout, op Solor vallende, te treden, en
hem te bewegen, om dat jaarlyks tegen
kleederen engeld aan de E. Maatfchappy
te leveren 5 doch al zyne aangewende
moeite was vergeefs.
Hy ,liet derhalven op Solor 11 fnlandze
vaareuigen met 436 man , met lall: aan
’tOpperhoofd die, zoo ras het Moeflon
dat toeliet, na Amboina te zenden.
Daar na veitrok hy over Bima
tavia , en dede aan haar Edelheden ver- t6ll‘
flag van ’t gene hy op Timor en Solor
yerrigt, en hoe verkeert hy alles daar,
in opzigt van ’t berigt dat hem ’er afge-
geven was, bevonden had.
Hoe de koningin van Solor in ’t jaar
1660. by de Heeren van Dam en Truyt-
mans aan boord quam , können wy by
fVouter Schonten pag. 80. zien.
Wie ’er in die tyd Opperhoofd was » Verdere
wete ik niet j maar in ’t jaar i6 6 f. is ’er Opper-
de Heer Antoni Hur dt als Koopman en hpofden,
Hoofd na toegezonden, die ’er tot ’tb e -^ SE
gin van ’tjaar 1607. ontrent welke tyd lebten,
’er 00k den Capitein.- Lieutenant Jacob
Pieterszoon de Carper als Hoofd gelegen
heeft.
Wie ’er in de tuflehentyd tot -’t jaar
1677. lag, is my 00k onbekent 5 doch
in o f ontrent dat jaar is ’er de Heer Johan
van Heden , behuwt vader van de Heer
Abraham van Riebeek , en ftiefvader van
zyn Ed.* Beminde, MevrouwAferrâ E li-
fabet van Bodegem, geplaatft.
Hoe lang ’er dezeHeer lag, blykt my
nergenss maar in ’tjaar i<58o. en eenige
volgende iaaren, is de Heer Jacob Wyker-
floot hier. Hoofd geweeft,.
Lange jaaren daar na heeft ’er eenen
van der End o f van der Ende als Hoofd
gelegen, die in ’t jaar 1703. o f 1704. door
de Heer Capitein N . Focanus vervangen ,
en die ’er tot ’t jaar 1705*. gebleven is.
In zyn plaats quam toen de Onderkoop-
man Joannes van Alfen , die daar Hoofd
tot ’tjaar 1706. bleef.
In zyn tyd is de Heer Gérard Huychel-
bofeh, Opperkoopman, hier als Commis-
faris geweeft, die ’er in Maart 170^. na
toe ging, en in Auguftus van daan
quam.
In ’tjaar 1706. is ’er Capitein D itlof
Blad gelegt, die ’er tot ’tjaar 17.12. als
Opperhoofd geweeft heeft. ¡9
Hy wiert toen door. den Onderkoop-
man Reynier Leers vervangen, die ’er tot
’tjaar 1714. lag. v
In zyn plaats is in dat zelve jaar de
Koopman Ifaäc Marmer in Januari ofFe-
bruari aangeftelt, en daar tot ’t 171 y.
gebleven.
In zyn plaats quam hier dit zelve jaar
de Koopman Willem van Putten, die in
’tjaar 1716. eenen Conßantyn Lifpenfier
tot zyn tweeden kreeg > hoewel die hem
nietvervingj alzoo in ’tjaar ijij.B a ren t
van der Svjaan in zyn plaats gevordert is.,
die zieh in ’tjaar 1718. o f 171p. met een
piftooldood ichoot, zonder dat ikwete,
wat hem daar toe bewogen heeft.
Wie hem verving is my onbekent >
maar zedert ’tjaar 1721. heeft hier de
Onderkoopraan Henrik.Engelbert gelegen,
die ’er het volgende jaar nog lag.
Dit
¿3 Dit is het ipiles, dat wy, - in opzigt van
’t W erçldlyke, van Solor en Timor weten
te zeggeri } alzoo dit land in zyn bin-
nenfte ons nog zeer weinig bekent is,
dan daf wy uiterlyk hebben Können zien,
dat het zeer bofeh- en bergagtig , en
meeft^over al längs des zelfi ftranden bc-
woönt, en zeeif, volkryk is.
, Va n de Zaaken des G O D S D I E I Í S T
alhier.
' W at nu de zaaken vän den Godsdienft
Gods- Cn^ er betreff, uit ons voorig verhaal is
dienft al-reets geblekcn , dat men op Solor ver-
hier. fcheiden Mohhammedaanen , voor al in
'%■ dedorpenLamakene, Lamoele, Toelon,
Adenate,en Pratololj, en mogelyk elders,
en 00k -op Timor zeêr waarfchynelyk,;
had, behalven dat ’er veel Heidenen , en
hier ,en daar ook .dpor de Portugeezen.
reets eenige Chriftenen gèmaakt wiáréh j
dje, zedert de komft der Nederlanders,
nog gl merkelyk toëgènomen zyn , zoq
dat men het van dat gewigt geagt heeft,
om fiier niét alíeeñ éen Krankbezoeker,
en èën Inlandze Sçhool'meefter te leggen j
maär ook pm de 3 of 4 jàarén, o f lkhger,
na. dat de Doopelingen zùlks eer o f làater
verèiiçhten , een Predikant herwaarts te
zendën , om ’èr de H. Sacramenten te
bediënen.
'. In ’t jaar 1670.. vertrok D. Cornelius
Keyferskind na Timor, om’ervaft te.leg-
gen,. die ’er in ’t laatft van dat jaar quam
tefterven.
In ’tjaar 1673. ging dèrwaarts D.Dio-
nyfiàs , en ’t volgende jaar D. Jacobus
Rhynsdyk , om die Kerk te bezoeken.
Na dezen tyd is D . Alexander Carpius ’er
in ’tjaar 1687. den Z7fteu janliari gêzon-
den, om ’er vaft te leggen -, doch ’t jaar
daar aan overleden, en na zyn tyd heeft
’er noit Predikant meer vaft gelegen j
maar deze Kerk is alleen door een bly-
vende Krankbezoeker waargenomen.
Men zond ’er ten dien einde in ’t jaar
168p. den Krankbezoeker Jan Dirkszoon
„ na toej doch hy liep in ’t jaar i6pi. tot
de Portugeezen na Larentoeke over, en
omhelsde, als een afvallige, hunnen
Godsdienft.
In ’tjaar i6pi. wiert den 3iftenDecem-
ber befloten om ’er den Krankbezoeker
Gysbert Greffiers na toe te zendeh} die ’er
tot ’tjaar 1702. gelegen heeft, toen ver-
loft, en in ’tjaar 1703. o f 1704. in ’tbe-
gin doör den Krankbezoeker Urbanus
Mefidag vervangen is.
In de tyd van Greffiers zyn ’er nu en
dan Predikanten na Timor , om deze
Kerk te bezoeken, geweeft.
Dus quam ’pr.in ’t jaar. i5p4.-D. A u -1695.
güfiinus irhornton , die in November van
daar op Bätaviä wederkeerde.
Zyn Eerw. Vond ’er toen Paulus Coe-
1 Pan& en dezen Treffiers, beide in ’t Maley ts
redelyk ervaaren, en als Krankbezoekers
hier den Dienft waamemende.
ln ’tjaar ifcpf. quam ’er D. Ludövicus
de Mey, die;.ze./nog beide hier, eri ook
27 Ledemaaten vond , doch iöpp. was
’er een Lidmaat meer , en toen lag ’er
frefßers maar alleen , die zieh byzonder
in ’t Maleits bey verde.'
In ’tjaar 1701. was hier een fchoolvan
22 kinderen opgeregtj doch daar waren
maar 27 Ledemaaten.
In ’tjaar 1702. quam D. Gajus Andrl,
oni die Kerk. te bezoekenen .yont .toen
hier 33 Ledeinaten, onder opzigt van 1
Ouderling , 1 Diaken, en den Krankbezoeker
’treffiers 3 en daar waren nog
wel 12 ö f 14 ongedoöpte kinderen, en 8
bejaarden , die zieh tot hist doen van
hunne Belydenis bequaam maakten 3 en
6 Heidertfche kinderen die fchool gingen.
In ’tjaar 1704. ging D . Joannes Stam-
pioen om deze Kerk te bezoeken, die ’er
34,Ledemaaten vönt.
In ’tjaar 17ns. bezogt D. Godefridus
V Hoen Hoogendorp deze Kerk , en bragt
’er toen een van myne Leerlingen, Amos
Pieterszoonl!henoe als Inlands Leermeefter
na toe , die ’er nog als Krankbezoeker
legt, körnende, dat wat zeldzaam voor
een Inlander is, deDuitfchc taal zeer wel
fpreken, en ’t Maleits meteenfraajeAra-
biiehe letter öngemeen net fchryven,
hoewel ’tmy wel heugt, dat hy het nog
zeer liegt ichreef. Hy quam in plaats
van den vöornoemden Paulus van Coepang,
De Heer Hoogpndorp had daar eenige
Ouderlingen en Diakenen met deKerken-
raad gekoren doch ’tOpperhoofd had
deze verkiezing afgekeurt, en op zyn
eigen gezag auderen aangeftelt 3 dar haar
Edelheden , daar van berigt door den in
September op Batavia lam gekomenen D.
Hoogendorp, zeer vreemt voorquam, en
die naderhand daar ordre in ftelden, ten
einde zulks niet meer gefchieden zoude.
Na den Krankbezoeker Meßdag lag
hier Jacob de Cuyfer, die in ’tjaar 1717.
overleden , en in Januari door Herman
Thenkins vervangen 5 maar die zeer kort
na zyn komft (gelyk my den 23ßen Mey
des zelven jaars berigt wiert) geftorven,
en ’tjaar daar aan door Leendert van Dyk
vervangen is 3 waar mede wy ook een
einde van het Kerkelyke van Timor erv
Solor maaken 3 zullende nu tot de Be-
fchryving van Macaflär overgaan.
BE -