
Ikan
M-ta-
Bciàr.
Ikan
Renne.
4 5 8
zyngeeì, w it, en rood geftreeptj dog
rood en Zee-groen beide regen’i ly£
N°. 3 f4. Doet ons den lkan MataBezár,
dat is, degroot Oog befebou'wen. Een kloeke
breede Vifch , als een groote Braazem,
en zeer lekker van fmaak. Zyn bek is
witenappelbloezem, endekopmedezoo.
Hy is zeer groot van o og, dat zwart,
en wit van appel is , hebbendc eerft een
breede witte, en nog een fmalle Purpre,
tuflehen twee zwarte kringen ilaan. ' I
Het lyf is Zee-groen , en blaeuwagtig 1
gefchubd. De böven-vin is als eèn groot
z e y l| flets - groen , voi groote roode
dooms.
De vin tegen’t ly f is 00k flets-groen,
jswart van graaten, en Purper tegen’t
lyf. De viii ’er onder is rood , Hemels-
blaeuw, en zwart, en de agter beneden-
vin is Hemelsblaeuw w i t , zwart van
graaten , Appelbloezem van onder-zoom,
én blaeuw van buiten-zoom. De twee-
kluftige groote ftaart is Zee-groen , voi
met roode en zwarte graaten bezet.
N°. i f f . Vertoond ons den Iban
Senne, dat is, de Renne - Vifch, die wei
een voet lang , zeer vet en lekker van
fmaak is.
De bek is boven w i t , Hemelsblaeuw,
en rood, met veel tanden bezet, en onder
Hemelsblaeuw, gelyk de kop verder
Zee-groen, en bruin, met overlangze
vlammen, die citroen-geele zoomen met
zwartelyftenhebben, geteckcndis, hoé-
danige drie-hoekige vlam zig 00k on-
trent het oog , dat rood , zwart en wit
van appel, en fyn zwart vanbuiten-kring
is, vertoond.
Het geheel ly f is brain , waar op men
00k boven aan twee donker-groene bollen
, hoedanig eene men 00k boven ’toog
ilaan, ziet.
Op ’t agter-lyf vertoonen zig van ’t
midden af een groot getal Hemels-blaeu-
we bollen met witte vlekjens ’er op, het
geheel ly f daar over tot agter toe , voor
aan zes , dan v y f , en dan vier in een rey
tot dicht by den ftaart, daar ’er drie in
een b.ogt by een komen, bezaeid.
De vin tegen’t lyf is Zee-gro¿n, met
roode enr witte ftreepen ’er over , rood en
Citroen-geel tegen’t ly f , en dit alles op
eenZee-groenenbyna drie-kantigen grond.
De vin ’er onder is 00k rood en wit.
De boven-vin heeft voor aan een groo-
ten donker-Zee-groenen, rooden, Zee-
groenen, en dan weer zwarten boven verre
uitftekenden hoorn, die ua agter toe gezogen
is , van den welken beneden een
lange vin byna tot den ftaart loopt, die
Purper, dan rood, dan Hemelsblaeuw,
overlangs, en beneden voi zwarte Hippen
is. De onder-vin is overlangs mede eerft
teg en’t lyf Purper voi zwarte ftippels,,
dan r.ood jdan.Zee-groen, Hemplsblaeu\y, .
licht-Purper, weer Hemelsblaepw , dan
weer rood en zwart; alwelfce. yerwen
zeer fterk tegen malkanderen affteeken.
De ftaart beftaat uit vy f breede roode,
en verder uit vcel fyne geele en zwarte
ftreepen.
N°. 3 f6. Zien wy denBalana, o f den Balana.
Harder, een Vifehals een groote Haring5
dog war aan de drooge kant. Dezefteekt
wegens zyn Purper in den bek, en ontrent
de wamme, mitsgaders wegen ’t citro.cn-
I geel, dat zig 00k benedenM. de kop ontrent
de fcheyding, en in de vipae tegen
en onder ’t middel-lyf vertoond , by de
andre gemeene merkelyk uit. Anders i§
het een gemeene, en zeer bekende Vifch.
N°. 3 f.7. Doet ons den Ikan Doenan Ikan
'Terpandjang Doeri Doeri-nja, dat is , een Doerian
Doerian-Vtfch met zeer lange, en veelfyn- Ter^ant
der doornen , dan de he>vorens hefikf.evene9 Doeri
zien. Hy is zoo rond en dik > als een Doeri-
Opblazer, licht-Purperagtig in zyn bek, nJ?-
hebbende een oog byna als een menichen-
00g , dat zwart, wit-agtig van appel,
Zee-groen, Purper van boven r leden en
zwart van omtrek in ’tlangwerpig rond is.
Het ly f is blaeuw} de doprnszijn wel
een halve pink lang , en w it, al de vin-
nen , en de ftaart, ge e l, en zwart van
graaten , en die tegen ’t lyf is dicht aan
’t zelye Purper met een Zec-groenen band.
Ng. 2.C&. Doet ons den Ikan Bibi Pa-
//, dat is , de Graaf, z5m.de een zekere D.LI.k?>n %
uitftekende Opblazer, befchouwen. Zyn 1 aü*
kop is brain, met een halve kring van
blaeuwe körte doorns op een Appel-
bloezemde grond , en pas daar boven
komt nog een grooter kring met zul-
ke doorns mede öp zoo een grond, ieder
op een fynen zwarten halven onder-zpom
ftaande.
Het oog is ge e l, de appel groot ,
donker blaeuw, en de buiten- kring zwart.
Het geheel ly f van dezen Vifch is Appelbloezem
, vol breede bruine Slangetjes
met een fyn blaeuw zoomtje tegen den
binnen- kant, zynde die Slangetjes ontrent
een lid van een vinger lang, en
1 overdwars in reyen zoo yerdeeld, dat 'er
[ hier en daar reyen met bruine bojlekens,
met witte ftippen van binnen, tuflehen
beiden gezaeid, en dat die ook wel ab by-
zondere reyen op haar zelyen verdeeld
zyn. Ook verminderen die Slangetjes
en bollekens, naar mate, dat het ly f ver-
m inderd, in getal.
De vin tegen en onder ’t ly f is geel.,
en zwart van graaten, de andre, en ook
de ftaart, zyn zeer donker Purper , vol
zwarte fyne graaten, gelyk ook de vyf
doorns boven, en tweebeneden , dooker-
Purper, en de bovenfte na de binnen-rkant
wat wit zyn.
Deze
Ikan
Kajoetaoe.
K é t
Baardmanr.
c
ken.
De kop, en ’t lyf, is rood en geel ge-
mengeld van verwe, op den kop ziet men
eenige blaeuwe ftreeken met roode binnen
ftreeken ’er tegen, en zoo een ftreek
Deze Vifch is heerlyk van verw j dog
hy werd zeer weinig dan by lieden, die
hem kennen , gegeten, om dat men als
men zekere aderken ’er niet voorzigtig uit-
neemd, ’er licht.door kan vergeven werden
.N
°. 1 f p. Vertoond ons den Ikan Kajoenoe
datis, den Kajoenoe-Vifch, die een groote
ipan lang, en zeer aangenaam van fmaak is.
De bek is blaeuw met een Purperen
zoom. De kop en ’t lyf zyn tuflehen ’t
bruine en de leververwe, en de zelve ziet
men over al met blaeuwe bollekens, die
in ’t midden wit zyn, bezaeid.
Op den kop ziet men een roode ftreek
inet zulke doornen. yan. binnen , en een
andre Orangie ftreek ’er boven tegen aan
met vier doornen , die na den ftaart toe
uitgaan. • --;'
Het oog is Orangie , de appel zwart ,
de omkring fyn zwart, en daar buiten
bin een breeder witte, met een fyne ver-
inilioen| roode daar op , en dan nög een
fyne zwarte buiten-kring daar om.
De vin tegen ’t lyf is licht-Hemelsblaeuw,
met zwarte ftreepen , en blaeuwe
bollekens ’er op , dog tegen ’t lyf
äan citroen-geel en rood, tuflehen zwar-
tefyne lyften.
De vin ’er onder is ook even eens, als
die tegen ’t ly f, hoedanig ook de doorn
beneden ’t zelve blaeuw , en met iet
roods tegen den buik ’er by., geteekend i s ,
dog de doorns op den rüg zyn kort, licht-
bruin van verwe, enmet eenPurprenbui-
ten-zoom bezet.
Van den buik af in ’t midden van ’t lyf
ziet men tot halver weg over dwars, gelyk
als een Hemelsblaeuwen Olifants-tand,
een halven vinger lang, met zulke bollekens,
die midden in wit zyn, hebbende
tot feheiding van den kop.
Het oog is rood, breed , zwart en
groot van appel, met een fynen witten
kring ’er om , en om ’t oog een fynen
zwarten buiten-kripg, met nog zoo eeii
Ster van fyne ftreepen en bruine vlekkcn
weer daar om.' - m j«
Midden over’t ly f loopt een blaeuw-
agtige fmalle ftreep van de kop af tot
dicht by de ftaart, en ’t onder-lyf is vol
Hemels-blaeuwe en witte bollekens. j
De vin tegen ’t lyf is Purper-rood, erj
geel, wat fpits uitloopende , tegen ^t lyf
met. een fmalle Hemels -blaeuwe fyand
met witte. ,ftippen. De vin ’er onder is
ook Purper-rood en geel} hoedanig ook
de twee-klüftige ftaart-, diensfehey-band
zwart, en als met een zwarte fraanje na
buiten toe bezet is.
donker - blaeuwe zoömen , hoedanige
tand , die wat korter is, zig ontrent den
ftaart ook , met vier doorgaande jicht-
blaeuwe breede dwars-banden ’er tuflehen
beiden, en mede vol zulke bollekens
zynde, vertoond.
De agter-vinnen en ftaart (die groot
en rond agter is ) zyn van een en de zelve
verwe , beneden met een half rond,
dat de halve vin en den halven ftaart be-
flaat, geelagtig, en verder bruin , dicht
vol van zwarte graaten, en tuflehen beiden,
als ook agter, zwarte zoomen, en
De voor-vin boven is citroen-geel, en
de doorns rood, makende te zamen als
een Zeyltje uit. .. < |
De agter-vin daar in beneden rood eri
geel, en boven alleen geei, envoi zwarte
fyne graaten. De benedenfte agter-vin
is ook geel en rood, met zwarte graaten,
en met een Purpren buiten-zoom bezet. _ _
N°. 261. Vertoond ons den Camauro- DeCai
Fifih, die kleeo , dog lekker, en ftaey •
van teekening is.
Den bek is van binnen Orangie, met
een zwarten.zoom rondom.
Het oog is rood , en de appel en
buiten-kring zwart.
Zulke fraanje hebbende, terwyl defchey-
band van den ftaart rooden zwart is.
N°. 360. Doet ons het Baardmanneken
zien, dat zoo na zyn lange Orangie twee
- baarden, die van zyn beneden-kakebeen
af hangen, genaamd is.
Het is een Vifch, als een kleene fpan-
Baars, en die zeer goed van fmaak is.
De bek vertoond zieh Hemelsblaeuw
van buiten-zoom en rood van binnen.
Het ly f, en de kop , zyn flaeuw Zee-
groen met een Purpre fmalle ftreep overlangs
van ’t oog (daar die nog een krom-
men haak heeft) tot aan de ftaart oyer ’t
lyf gaande , hoedanige twee diergelyke
Purpre ftreepen, met zoo een overlangze
breeder Orangie band daar tuflehen beiden
zieh beneden vertoond, en pas beneden
de o n d e r f t e Purpre-ftreek ziet men
nog een fmaller Orangie } dog die veel
korter dan de vorige is , en die maar tot
ontrent de vin tegen en onder’t ly f komt j
deze zyn citroen-geel, van welke de bovenfte
een roode band tegen ’t ly f heeft.
De boven-vin is zwart-gedoornd, en
verder als een lange breede vlag, die
tegen ’t lyf een Purpren, en buiten een
Orangieagtigen zoom heeft, gelyk die dan
verder van boven af eerft Hemelsblaedw,
dan rood, en dan Zee-groen is.
De benedett-vin agter loopt wat rond,
zynde tegen ’t lyf breed Hemelsblaeuw,
in ’t midden iicht-Zee-gröen, eri de buiten
zoom Orangieagtig.
De ftaart is donker-Zee-groen, zwart
en dicht van graaten, breed eö rood van
Mmm z kfafa