
Ikan
Sari.
Ikan
Bandan
Jang So-
wanggi.
dog na agteren toe al k lecnerho cw el
,niet fmallet werdende. De onderfte Zee-
groene is zoo kleen, dathyalseenhalven
Maah verbeeld , omzet na den ftaart toe
cerft met een Goud-geelen zwart-geftip-
pelden, en dan met een rooden halven
kring} waar na de donker-geeletwee-kluf-
tige ftaart volgt,diedoor zyne z warte graat-
jens verdonkerd werd, behalven dat hy
. zig aan weerzyden, ook wel eenvinger
lang buiten den ftaart, zce'rfpitsuitbreid,
cn na de binnenkant ons als z Zaegen met
fyne doornen, aan ieder zyde een, waar
na hy ook de Zaeger genaamd werd * doet
zien.
I Op zynen rüg heeft hy een grooten ge-
doorndenvin, die zig als eenzeyl, ofals
een vlag vertoond, die boven eri beneden
geel, in ’t midden Zee-groen, rood, en
lang van doornen, hoedanig ook de onder-
vin in verwe, hoeweldieveelkleeneris.
De vin tegen ’t ly f voor is geel j ook
is de Vifch over zyn ganfch lyf (uitgeno-
men de kop) op alle de dwars- banden
gefchubt, zynde de omtrek der fchubben
fchoon-rood.
No. 66. Vertoond ons den Ikan Sari,
die by den Ämboinees de Roey- Fifth ge-
naamd werd. Het is een kleen aardig
Vifchje, Goud - geel van verw over den
kop en ’t heele ly f , tot aan den ftaart
toe tegen de rüg aan met drie'groote
roode harten , (die rondom met fyne
fraanje vercierd, en met eeneajZecTgEoeiien'
Zoom omzet zyn k~eir op t lyf hier en
daar met eenige lofle ronden roode bollen
(waar van ’er twee aan een zy n ,) voor-.
zien p f bezaeid. Het is van boven- en
beneden-vin, als ook van ftaart, Purper-
verwig. De boven-vin is fterk gedoornd,
en van de kop af tot aan de ftaart zig by
na als een zeiltje, dat na de ftaart toe
verfmalt, en dat zwart en lang van
doornen is , uitbreidende. Van de zelve
zoort en verwe j dog kleener , zyn ook ;
de twee beneden - agtervinnen j dog die
Voor tegen ’t ly f ftaat is rdod.
Dit is ook een lekker Vifch je van
iinaak, en byzonder goed tot Water-
Vifch.' \ -Pm:
N 0. 67. Vertoond ons den Ikan Bandan
Jang Sowanggi, o f de Bandafche loover-
Vifch.
Hyis van lengte, dikte, en fmaak, als
öok van ly f nietjveel van de Jacob EvertZenj
dög met zyn kop en verdre teekening
zeer veel van de zelve verfchillende i Want
Zyn kop is zeer groot, rond, en vuil-
groen van verw. De bek is kleen , en
rood van binnen * hoedanig ook de kop
van ’t ly f afgefcheiden * -. en dat al *mede
de verwe van zyn wonderlyk pog is, ’t
welk zig even eens als een Ster vertoond.
Het oog zelf is geel, de omtrek , eri
de appel deszelfs vuil - groen, en dan
buiten om de zelve ziet men een rooden
Ster.
De grond van ’t lyf is ook vuil-groen
en vol zwarte fchubben, de vinnentegen
’t ly f zyn Purper-verwig, als ook de
boven- en beneden^jp} dog die tegelyk
zwaar gedoornd is , en zig verder ten
deelen Purper-verwig (dat ook de couleur
der doornen is) ten deelen licht-geel
vertoond.
De boven-vin is als een opftaande zeyl *
o f als een fchoone vlag, die beneden
Purper-verwig , en boven geel is 5 dog
beneden in dé agter-vin vertoond zigeerit
Purper, daarnageél, dan weerPurper,
en dan weer geel, in lange ftreeken längs
die vin. , . '
De ftaart vertoond zig van grond licht-
Purper-verwig, dog van graaten ( die na
beneden gaan) rood, zynde de zelve agt
in getal, en ieder wel een half ftroo breed.
N°. 68. Zien wy den Ikan. Cornoedo ikan
Kitsjil, of de kleenen Hoorn-drager ,y een Cornoe*
aardig dog kleen Vifchje, wonderlyk fraey Kkvan
fterke ver wen, die tegen een wer- tsJ
ken, en zeer kragtig affchitteren.
De kop is als die van een kleen Ver-
ken, Purper-rood, en wat fpits van
bek, die beneeden een rood baardje, en
bóven fyn mofeh op zyn fcherp rieusjc
heeft.
I le i eo^-is Kleen * geel j ! B t v a n '
omtrek, en Purper van appel.
Boven ’t zelve (daar de kop wat met
een buiging oploopt) vertoonen zieh
twee lange dünne fenerpe hoomen , geel
van grond, en zwart van omtrek, na
welke hy zynen naam draagd.
Van daar wat verder op zyn rüg vertoond
zig een aardige kleene vin * die
licht-Purper van grond is, en vyfzwarte
doornen heeft.
- De grond van ’t ly f van dit Vifchje is
Goud-geel dog metPurpre dwars-banden
(die zwarte zoomen hebben, en een pink
breed zyn) zoodanig bezet, dat zig dan
een Purpre, dan een Goud-geele band
vertoond, die na de ftaart toe nòe langer '
hoe kleener werden.
Dog veel van die banden , en voor al
de cerfte, vertoonen zig als vlammen.
Onder den kop ziet men ook twee lange
geele, fyne doornen, o f graaten, hoedanig
eené , nog wel eens zoo lang, zig
onder aan den buik na den ftaart toe vertoond.
De ftaart, die geel, en met zwarte
graatjens bezet is , verdeeld zig in drien,
en loopt aan wederzyden vry fcherp en
fpits uit.
Het is van fmaak , gelyk; de gemeenc
kleene Klip - Vifchjés} maar vry gevaar-
Jyk om aan te taften, N«,
I Ikan
^laba-
Eloc.
Ikan
Tsjakalang.
N°. 6p. Leverd onS uit den Ikan Ma-
baeloc, o f de zeer Schoone-Vifch , uit.. .-
Deze is als een Span-Baars 5 mäar zoe-
ter van Vifch , en wel: zöo lekker van
fmaak.
De kop gelykt wel wat na die van een
kleen Böfch - Verkcri, zynde van grond
Hemeis-blaeuw, hier en daar metPurpre
ftreken verdeeld , en' zoo ook van het lyf
afgefcheiden. De bek van binnen, gelyk
ook’t oog j is Purper ,9 dat een breede
Citroen - geelen omtrek , en ook Zulkcn
appel heeft.
Verder is ’t lyf even eens zoo , als de
Panggirgadji N°. 6f . befchreven, ge-
bandeerd , dog met dät onderfcheid, dat
de riaäft'e dwars-band aan de kop hier wit
en flaeuwrgeel, en ook geTchöbt, de
näafte'daäräan Hemeis-blaeuw van verwe ,
tuflehen twee Purpre zoomen, en vol
fyrte Purpre ruiten , met eeri Purper
bolleken in ieder, en nict gefchubt t
waar na weder een witte en flaeuw-geelp
band ünet fchütben, ook met Purpre
lyften1, eridan weer een Hcmels-blaeuwe ,
als de vorige folgende is , ’t gecn zoo
band om band tot de ftaart toe vervolgd,
hoe längs hoe meer,- na dat men diemeer
naderd, verkleenende. -
De vinile'n tegen ’t lyf zyn licht - Purper
verwig ^ en de boven-vin als een opftaande
ze il, en zeer fterk-gedoornd'*
zynde de doorks läng en zwart, tn de
vin zelf boven cn önder Purper, -eia in
’t midden licht-geel, (waar op 7 Purpre
bollelcens zyn *), hoedanig zy ook agter
beneden van verw, hoewel die vry klee-
her iS; .• •'» ’■ • • j. 'a. 'i
De ftaart vertoond Zieh flaeüw-geel en
als in drie deelen gekloofd, van welke de
twee buitenfte wel de fchaaren van een
Schaar-Vogel gelyken. .1 ’ V ' : ,i
Dit is een wonderlyke moije Vifch vaii
verwen , zeer bekwaam zynde om de
bewerkers en ontwerpers , ofuitvinders
der ftoffen,-jpt een heerlyke voorbceld te
dienen.- -
N 0. 70. Vertoond ons de Ikan Tsjakä-
lan , o f de Geep , die Wy bevorens reeds
befchreven, en onder de gemeene Vifch
aaangehaald hebben 5 dog deze verfchild
van ae zelve zeer veel in fchoondheid vari
yerwe, zynde het geheel lyf fchoon Zee-,
groen, en de rüg van een heerly k donker^
| Slaeuw , hoedanig 60k al de virinen en
.. ftaart zyn. ' ■ •' J;’
Zyn oog is geel, dog den fcppel is
donker - blaeuw * en de buiten - omtrek
van’t oog rood * hoedanig oök de kop
vati ’t lyf; onderfcheiden isi •
1 Ikan No. 71. Ontmoet ons de Ikan Karbauw
HiumW Hitam Manis , de bruine OJen-Vifch^
Wanis. z o o d a n i g na zyn Oflen-kop genaamd, die
Citroen geel van bek, cn zoo ook van 111. D e e l .
buiten-kring om zyn Orangie. oog is»
en tegen ’t oog zelf nog een zeer fynt
zwarte binnen-kring,, cn een z warten
appel heeft.
Boven op zyn kop (die volflagen all
een-Often-kö'pjq is), vertoonen zieh ook
twee hoornen. Het boven - deel van diö
kop, inet nog een goede ftreelc nabovep
(daar zig ook drie tanden of doorns vari
de zelve verwe vertoonen) isfchoon Pur-
per-verwig, hoedanig ook de vin tegen
’t'lyf, en die daar beneden is , zynde met
zwarte graatjens bezet, en boven aan
fterk Zee-groen j . maat het behedeel vari
de kop, is Ste,en-groen.
Daar na werd de kop; van ’t lyfdopf-
een fchoone Hemels-blieuwe dwars-
ftreep (die al redelyk breed is , enboveri
by die drie- Pürpere > doorns begind, en
beneden by de ko'p btiitrent; de Hemels^
blaeuwe Wamme 'eindigd) afgefcheiden *
en dan vertoond zig het boven-lyfontrent
een groote rh‘andbreed in ’t vierkant van ,
IcVer-verw * o f licht-bfuin.
- Het onder-lyf, o f de buik, is donker-
blacuw , loopendc wyd en rorid tot ön-
trent de ftaart uit. .. - ,
De boven-vin , eri verder de agter-vin
daar tot bütrent de ftaart , (die gelyk als
aan eeri , ;dog \ Vap den rüg af tot aan r
den ftaart toe , door een Hemds - blaeu- |
we breede dwars-ftreek vari ’t lyf af*
gefcheiden is ) . vertoond zig hoog en
fchoon Zec-groen , gelyk pök zyn kort
ftaarcjc, dat voör aan wät flae'uwer Zee-
groen is. , -
.Onder de buik uit ziet men .nog twee
¿warte ö f donker - blaeüwe doorns te
voorfchyn komen. . • •
Hdt is een edel, zeer fraey geteekend,
aardig, cn ook eeri byzonder vaft eri
fckker Vifchje in fmaak , zeer na aari
de rechte GallioenrVifch krimende.
I Nö. 7 1. Doet ens hier üt Hanaki) eeii De,
Vifch , die opk, wonderlyk fraey getee- Hanaki:
kend is, befchoüwen.
Van groote is hy als een groote Baars*
en zöo o'ntfent öok väft ftnaak 5 dög wel
zoo zoet, en .vet.
Hy is kleen Vari bek j vry groot van
k op, diens grond Goud-geel * hoedanig
ook ?t geheel iyf is, zynde ’t hoofii zeer
weinig , maar’t lyf zeer fterk gefchubt J
Welke fchubben zig tcn deele Zee-groen^
en teil deelc Goud-geel, tot aan den
ftaart vertoonen , zynde van ’t middel-
lyf tot de-ftaart' töe door drie fmalle
Goud - geele gevlamde, en cen'fechte
dwiirs - band , met fyne zwarte zoomer»
omzet* onderfcheiden.
Wonderlyk is ook ’£ maakzel van zyn
o og, dat Zee-groen bruin van'appel;
fyn-rood van omtre^»* ep verder op die
Goud-geele grond meteeri cierlykc Goud-
A a a I 8«!e