
i s *
VERHANDELING
D E R
GE ME EN E
VI SS CHE Ne
V I E R D E H O O F D S T U K.
CJ-\E gemeene Viffchen. De Wal-Vifch. Des zelfs Tanden in Prent verheeld
J S Zwaaid-Vlfch, m Prent verheeld. De Stcr-Hesyafgebeeü. De Loots of
Zuigcr-Tonynen. Albukores. Köret. De Verkens-Vifch. De Konines-
Vilch. De Toetombo-Vifch. Den Opblazer. De Doerian-Vifch. De Leer-Vifch.
De Fainpui-Vjich. De Gallioen-Vifch. De Zand-Kruiper, i en andre zeor/en van
Roch. De Zee-Duivel. De Vliegendc- Vifch. De Zaguwcer-'Dtinker. De
S w ” 86' » D t D °rado. De Baf-
« 2 zM « V ^ Z e T K ^ e n i ] 7 Zeyl-Vifch. 'Le K a ita a rd -Z e y l-^ fc^W ^ s | ’
kalang. De Trompetter. Perfeheide kleene Vifchkens. De Babara ' tweederler
De Jacob Evertzen. Perfeheide zoorten 'er van. De Zee-Snoek. De Papceaeys-
Bek. De zeuarte Papegaeys-Bck. yindre zoorten van dien. De Polypus, «/«Soma
De Zee-Kat. De SteenBraaflem. De Cakab. De Zee-Carpcr. De Steitel-Baars'
De Snorker. Ikan Cornoedo. Harder. GoafcheKabbeljaauw. Spierine Aal-’
en Paling. Zee-Paardekens. Krabben, en Kreeften. Perfeheiden seatnen van
Kreeften, en Krabben. De Beurs-Krab. En meer andre Garneelen.
:.V len.
De Wal-
yifch.
Des zelfs
Tanden,
in Prenr
verbeeld.
An de Zee-Menfchen gaan wy
qver tot de Viflchen , die wy in
gern eene, en ongemeene verdee-
De gemeene Vifch en zyn weder me-
nigerley.
De grootfte onder de zelve , die nu en
dan hier mede gezien, en ontrent de
Stranden vernomen weiden , zyn Wal-
Viflcheri, o f wel zeer grooté Vin-Vii1
feben , o f Noord-Kapers , die men nu
en dan ’t Water zeer hoog ziet, in de
Lucht opblazen , en van welke ’er ook
wel dood aan ’t Strand zyn komen aan-
dryven.
A°. 1677 was ’er een ontrent het Eiland
Lakker, die 3f vadem lang was, en
A°. 1687 een andre ontrent Manipa ge-
ftrand.
Men ziet hier de Tanden, van eenige
zoo der zelve, als ván andre, in Amboina
geftrand, opdePlaat, metde Griekfche
Letter ß geteekend, en volgens de Letters
, A. B. C. D. E. hier in Prent verbeeld.
Buiten deze is ’er ook een A0. i<Jp8,
hierin den Inham, niet verre van der Por-
tugeezen Baey , die over de honderdVoe-
ten lang was, komen aandryven, van
den welken myne Slaven my de Baarden
(even eens als andre Balynen, dog niet
boven een voet lang zynde) en verfcheide
Tanden van de zelve groote, als die hier
by de Letters B. en C. geteekend flaan,
gebragt hebben.
Dat Jonas van diergelyken Vifch , en
niet in een Haey, ofin de Canis Carcharías,
ingefloten is, ftelle ik daarom vaft,
om dat een Haey , alles, wathy vat, door-
gaans afb y t, en zelden (dat ik weet of
De
iwaard-
Vifch.,
6 e m e ï n e V I S S C H E N v x n A M B O I N À . .53 j?
feit gehoord,) een geheel lichaam inflokt,
om ’ t welke dan goed te maken , men
hier verfcheide wonderdaden , die ik in
de Schrift niet uitgedrukt vinde, zoü
moeten verdichten , dat .men niet mag
doen. Wat nu de naeuwe keel van de
Wal vifch aangaat, daar zyn ’er velerley
zoorten, en alle de zelve hebben zulken
naeuwe keele niet.
En genomen men ftelde nü al dat het
een Wal vifch met een naeuwe keel was,
die hem ingeflokt had, gelyk wy niet
weten, hoe God dezen Jonas wonderda-
dig in dien Vifch drie etmaal onderhou-
den, en hem weer levendig tevobrfchyn
gebragt heeft, even zoo weinig weten
wy ook hoe wpnderdadig hy ’er in ge-
raakt is, alle welke omftandigheden Gods
Geeit ons juifl zoo net niet befchryft j
maar die wy egter daarom wel mögen
yatl-Hellen, zonder hier in mis. tetalten j
dog dit raakt de Natuurkundigen.
Onder de groote Viflchen, die .hier
vallen mag men mede de Zwaard - Vifch
wel teilen.
Die hiergevangenwerd, verfchild niet
veel van die zoort j die in de Europifche
Zecn gevangen werd.
Men moet hem mede onder ’t geflacht
der Haeyen rekenen , onder welke wy
hem de eerfte plaats geven, alzoo hy in
lichaam, en vinnen , daar niet veel van
verfchild.
Hy vält geineehelykVarf de zes tö t de
agt voetenjang , behalven zyn zwaard,
dat wel vier a vy f voeten lang } dog agier
aan vier a vyf duimen breed , en als
een zaag vol tanden is , die aan weder
zyden zieh , aan de eene z y , aan de andre
kant 16 in getal, z duim lang zyn- •
de, vertobnen.
Het lichaam is als dat van een Haey,
donker graeuwagtig van verwe , en wit
aan de buik. De bek ftaat onder aan
de kop, gely k aan een Haey j dog is rpn-
der, en zonder tanden. Recht daar bo-
yen flaan de .twee oogen fchuins , gelyk
aan de Kayman, als mede vobr den bek,
aan de ander-zyde recht aan ’t begin van
’t zwaard, heeft hy nog tweegaten,. die
men voor oogen aanziet, gelyk de Kay-
inan mede heeft.
Boven op 'de k'op ziet men twee ga«
ten, die in den bek uitkomen, van buiten
met kiapvliezen geiloten , waar door
hy zyn adem haald , en geen water uit-
fpuwd. Ter zyden de kop Heeft hy twee
groote lappen, die .byna vierkant zyn.
Aan d’ agterfte , of op de langfle en
breedfie agter deze flaan midden aan ’t
iy f mede twee diergelyke lappen, j dog
kleender, en bpyen de zelve op den rüg
tot aan de ftaart ,twee vinnen , die ook
Vat vierkantig zyn.
II I . D e e l .
De ftaart heeft aan de boven • kant maar
een lange vinne, die na onderen fchuins
afloopt. -r’:-. ;
De inwendige deelep van deze Vifch
zyn als die van een Haey. Ook verfchild
het Wyfken van ’t Männeken niet, dan
alleen daar in , dat het geen Zwaard
heeft.-i- ’f v . .
W y vertoonen dezen Z Vaart-Vifch, o f In Prcnii
wel ’ t Mannekcn ’er van , in de neve'ns- vcrbeclaj
gaände Prent, onder de Letter V.
Ik zag ’er een A°. 1,71z. zynde, met
zyn Zwaard j tuflcheii de 1 y en 16 voeten
lang, in ’t Kafteel Viktoria brengen.
Dit Manrieken doet de Viflcbersv ontrent
hunne netten zeer groote ichade,
flaande die aan flarden} hoewel zy anders
met hunne Zwaardeh op de op.pervlakte
der Zee , by ftil weder, wel leggen te ‘
dryven.
Men heeft ook verfcheide zoorten van De Stet}
Haeyen f en onder de zelve zommige van Hacy*
een ongemeene grootc , die zomtyds tot ’
dfeszo en Z4 voeten komt op te loopen.
Het is een Menfch-eetende Vifch, die
zig in de warme Lugt-ftreken onthoud ,
zynde in ’t gemeen y a 6 voeten lang.
Die onder de zelve maar z a 3 voeten
lang zyn j . werden gezegt zeer wel te
fmaaken; dog de grootere vallen traanig:
Deze Vifch is zoo bekend, dat het de
moeite niet weerdig is dien te befchry-
vcn.
H y kan Zyn aas niet vatten,. ofhymoet
zig eerft omkeeren , dat hy dan met zyn
vreezelyke wyde bek , waar in een dub-
bele fyn-getande reye van zeer dichte
tanden flaut, zoo zeker aanvat,. dat het
alles als met een zaage doorfneden, en
zoo goed als afgebeten is , .dat hy. veel
fchielyker en wifler.,. zoo hy zieh niet
eerft kenteren, en omkeeren moeft, zoii
können doen,
Hy .heeft een breeden grooten kop, en
redelyke groote oogen. ln zyn kop vallen
eenige witte beentjens, dienende dezen
Vifch voor herflenen, welke van een
zeer nut gebruik in de Genees-kunde zyn 4
om de Baring der zwangere Vrouwen te
vergemakkelyken. .
., W y vertobnen ’ör maar een na ’t le- 3
ven geteekend, op de Plaat met de Griek- beeid. “
fche Letter S gemerkt.
Dit is een zöort van een Star-Haey heb-
bende op.zyn donker-graeutve huid als
een menigte van fterren, ofEilandekens,
zig byna even eens als.de gekamelotte
Zyde-kleeden vertoonende, met een baard
als de Vifch , de Ikan Sambilang ge-
naama, die nevens veel andre Viflchen $
door Nieuwhof vert.oond werd.
Hy had vervaarlyke lappen van Vinnen,
waar mede hy fwom , en die. zieh
ten deele ontrent de kop , ten deele na
V V ’ t ag