
12 8 B E S C H R Y V I N G E v A N
B E S G H R Y V I N G E
V a n
M A C A S S A R .
T W E E D E B O E K ,
E E R S T E H O O F D S T U K .
B Efchryving van MacaiTar, of van V eiland Celebes. Des zelfs groote. VWefterdeel
des zelfs befchreven. Toeratte, Droogte den Bril. /)« Schryvers gevaar hier in
’/jaar 1707. Tanae, £# Tanahkeke. Geliflbn. Panakoke. Samboepo. Öedjong
Pandang, of 't KaßeelRotterdam. Tello. Maros. Tanetta. Badjoekike. Mandar.
De Bogt van Boni. Loeboe. Soping. VA^/VTempe. Tsjinrana. Boni. Tänjoli,
Boelocombä. Saleyef. De Boegerones. Bonteyn. Wawoni. Pangaiäne. Catn-
bayna in 't verfehlet. Boeton. De Toecan - befi ’s. Calauro. De Tygers - eilanden.
Enverfcheide andere Eilanden. Welke Ryken tot Macailar, en welke tot Ternate behoo-
ren. De Koning van Macailar wel eer Oppervorß , word in ’tjaar 1669. door ons over*
wonnen. Eenige algemeene zaaken. Eere, die men de Köningen van Boni en Göa, by hunne
verfebyning aan 't Kaßeel ^ aandoet. Gewoonte by yt fierven van eeri dezer Köningen, en
wie den overleden Vorß biervervangt. Macailar befchreven. .En in *t byzonder die Stadt.
De Vßing Oedjong Pandang , of Rotterdam. En in Prent verbeeld. Inwoonders.
De Macaflaaren befchreven. ' Hunne Vrouwen. De Boegis, enz. Ons Comptoir hier.
Wat de Landvoogt hier te bezorgen heeft. Scboone Ryft. Waären hier getrokken, of
00k hier vallende. De laften en winften van de jaaren 1708. en 1709. Droogte ontrent
Macailar. De ftadt Goa. En die Koning, in opzigt van zyn magt befihreven. Samboepo.
Tello. Boni. , Bontualac. De Boegize Volkeren. Tsjinrana. *s Konings
huizen daar. Hoe die Koning de Gevolmagtigden der E: Maatichappy daar onthaalt.
De vordere Köningen. Bima, enz. en onze Idgie daar. Ver dere byZonderheden van
’/ eiland Sumbawa.
OM een net berigt van deze onze
Landvoogdyin ’tOoften, onder
de Eilanden van Indien , te ge-
ven, zal het, volgens ons gewoonelyk
beftek, voor af noodig zyn het Land zelfs,
en daar na de zaaken, daar in voorgeval-
len, te befchryven.
Het eiland Celebes (waarop MacaiTar
legt) is, zoo verre dat by ons bekent is,
in de Kaart derMoluccos, waar aan wy
ons gedragen,. reets vertoont.
of van Macailar legt op een groot eiland j Ce-
•t eiland lebes genaamt, ’t geen in ’t Ooiten de
ele^es* Moluccos, enAmboina, in ’tZuidende
eilanden van Sumbawa, rFlores, Ombo,
Teralta, ontrent ’t eiland Timor, en in
’t Wellen het groot eiland Borneo ’tal-
lernaaft. leggen, heeft.. .
Het is een van die drie eilanden , die
Ptolomeus onder deSindas, o f Menfchen-
eeters eilanden, fielt.
Het legt ten deele Benoorden, en
ten deele Bezuiden den Evenaar. Het
kleinfte , of het Noorder - einde * legt op
. i graad en 30 min. Benoorden , . en het
grootfte, of ’t Zuider - einde legt, op y
graaden en 30 min., zoo dat het 7 graa-
denZ. en N. (gelyk het zieh 00k meeft
vertoont) uitgeilrekt legt , terwyl het
O. en W ., ofin de breedte, 3 graaden
beflaatj doch de fmaller ftrook lands van
de kuft van Manado, tegen over Ternate,
iirekt zieh ontrent 30 mylen verre N.O.
uit, van ’t uiterfte van welke hoek, O.
aan , men het groot eiland Gilolo , of
Halamahera ontaekt.' ;
Het word gehouden 300 mylen in Des zelis
’trond te beflaan j hoewel het nog wel groote.
iets minder in zieh zelven is j maar die
maar 6 graaden voor de lengte, en.3 voor
de breedte Hellen , maaken het veel te
klein. ‘
Om nu ditdeel van Celebes, zoo net,
en zoo kort, als ’tonsmogelyk is, tebe-
ichryven,
M A C A S . S A R. 129
g föhryven, zullen wy voor af zeggen, dat
.. . zieh, hier.twee itreken lands , met een
groote baai o f inham ’er milchen beiden,
Zoodanig. vertoonen , dat men de eene
rilieek in ’t O . , en de andere in ’t W.
leggen ziet, terwj'l men in ’t midden de
•groote. bogt van Boni heeft.
, Wefter. Wy zullen ons niet verder hier over
ded des*'vool’eer^: uitlaaten , en maar een begin
zelis be- met de befchryvinge van het Wefterdeel
fchreven. maaken, aanvangende met de ftadt ofvlek
Toeratte , in het Z. W. op dien hoek
ontrent een binnenbaai van 1 myl o f 1 in
zyn omtrek zoodanig gelegen, dat men
^ .ontrent i myl van de wal een klein eilandje
zonder naam ziet. .Ook fchiet die baai
met de. N. ,W; .hoek wel een myl diep ,
na ’t N . W.- toe, gelyk men ook buiten
dien hoek een klein rifje verneemt.
Toeratte Ü Toeratte is al een magtig konink-
* ryk , welkers koning in ftaat is om een
iraai leger te veld te orengen, gelyk hy
ook al mede onder de vermögenden de-
zes eilands gerekent word.
Zeven o f agt mylen ten Z. W. van
derrBnL Toeratte legt die bekende en gevaarlyke
droogte den Br il, zynde een rif van
ontrent z mylen in ’t rond, meeft N . W .
en Z. O. geftrekt leggende, en waar op
d.eE. Maatichappy ook veel ichepen ver-
looren heeft, daar men egter zeer ge-
. makkelyk tydig tegen zorgen kan, als
, men , ontrent Toeratte , o f ’t eilandje
Tanahkeke körnende , zieh ten eerften
digt onder de wal, daar men ankergrond
heeft, begeeft, en liever zoo lang ten
anker blyft leggen, tot dat men een goede
wind treft , alzoo men anders gemakke-
•lykzyn ichip in zeer körten tydverliezen
•kan , om dat, zoo ras men buiten de
ankergrond geraakt is , de ftroom zulk
een fenip meefter word, en zoo fnel na
die droogte trekt, dat ’er onmogelyk met
een boegzeerfchuit tegen aan te roeien,
en niet dan een elendige fchipbreuk te
wagten is , ten wäre men ’t gelük had,
om ondertuflehen een goede wind , die
’er ’tzelve afbrengen kan, te krygen.
Ik kan met ondervinding daar van
fpreken, alzoo ik in ’tjaar 1707. van Batavia
na Amboina zeilende, en Tanahkeke
in , ’t gezigt gekomen zynde , den
opperftierman N . Surendonk tegen onzen
fchipper Coert Gerritszoon hoorae zeggen :
.Schipper, wy moeten hier digt er na de wal
van Celebes loopen, en goede zorgdragen dat
wy ankergrond krygen, of anders zullen wy
op den Bril raaken, vermits de ßroom daar
zeer flerk is , en de wind in zee hoe langer
hoe meer verflappen za l, daar wy zeker en
gerufi met de landwind het längs de wal
gaande houden, of anders zoo langten anker
können blyven leggen, tot dat wy een goede
en ßerke zeewind krygen. D it können wy,
zei de ftierman , zeer gemakkelyk doen,
als wy deze nacht maar wat Noordelyker
ßeyenen 3 in welk zeggen de ftierman,
die hier zeer bevaaren was, en.met veel
grond fprak , volkomen gelyk had | sebryvera
doch de fchipper, die hier noit geweeft, gevaar
en een botte dwarsdryver was , wilde nier in
zieh met zyn onverzettelyk hoofd na een,£ Jaar
Journaal, o f Dagregifter, dat hy vanI7°7’
zeker vriend gekregen had , gedragen,
en dierhalven nog meer om de Z. loopen,
dan wy nu reets zeilden, waar op de op- '
perftierman (alzoo de twee onderftier*
lieden hier ook noit geweeft waren, en
den fchipper dierhalven. niet dorften re*
ijenipreken) tegen hem zeide, dan zul-
en wy morgen ogtent op den Bril zit-
ten.
I De onverzettelyke fchipper kreunde
zieh hier niet eens aan , ichoon de op-
perftierman zeide , dat wy ’er zelfs mec
deze cours, zoo als wy nu zeilden, nog
zeer ligt konden op raaken. Schipper
Coert gaf egter in de eerftewagt ’savonds
aan de onaerftierüeden , die deze en de
hondewagt moeften waarnemen , klaare
laft, dat zy nog Zuidelyker, dan wy nu
zeilden , en Z. O. , of een ftreek daar
ontrent, zouden zeilen, dat dan niet mis-
zen kon van op den Bril te vervallen j
doch de opperftierman belaftte hen , in
myne tegenwoordigheid, nog Noordelyker
dan wy nu deden , o f wel Ooilely-
ker te zeilen, ’tgeen .zy dok deden5 en
egter zagen wy ’s morgens met ’taanbre-
ken van den dag deze gevaarlyke droogte
niet heel verre voor uit leggen 9 en vernamen
(dat ons meeft ontzettede) dat
de wind hoe langer hoe meer ging leggen
, en dat de ftroom ons vogelsvlugt
’er na toe zette, waar door wy geen andere
gedagten hadden, dan dat wy binnen
een klein half uur ’er boven op zouden
zitten, en tot fpaanderen geraaken.
De opperftierman riep daar op den
fchipper, die, dit met groote verbaaft-
heid ziende, met de handen in ’thair en
ten uiterfte verlegen ftont, vervloekende
dien genen, die hem dat Journaal gegeven
had 5 al ’twelk ons niet helpen kon, en
wy zouden ’er elendig toegezeten heb-
ben, zoo God de Heer ons niet zeer on-
verwagt een Zuidelyke wind gegeven
had , waar door wy onder de wal van
Celebes, en ten eerften ten anker geraak-
ten, endus uit alle die fwaarieheaen ge-
red wierden. Ook luitterde ae fchipper
in ’t vervolg wat meer na den opperftierman
, en ftont noit zoo ftyf weer op
zyn Journaal, alzoo hem dat zoo fchen-
dig misleid had.
van Toeratte nuN. W. z mylen aan- Tanae
gaande, komt men by den Z. w . hoeken Ta-
van Tanahkeke , die in zynen omtrek nahkekc.
wel een myl o f anderhalf beflaat, en 1
myl Noordelyker (alzoo de kuft hier
R on- I I I . De e i.