
m V E R H A N D
z ie t, loopt om de zelve een dubble
lcring, waar van de buitenfte geel, en de
binnenfte wit is. ■>’ v
Aan her boven - deel zyner pooten ziet
men yiolet-agtige o f zwarte pluimen.
De bek des Vogels is zeer krom , en
fcherp , orangie van verwe ; dog aan ’t
einde witagtig, en het onderlte deel is
Veel korter, aan het bovenfte, dat gelyk
als een haak ’er overhangt.
De tongis.dik en rond-agtig, zoo wel
niet gefchikt, om te leeren klappen, als
die van de Päpegaey.
Zyn' ftemis zeer klaar , en fchel klinkende,
Ichreeuwende zomtyds zoo fterk,
dat men het niet verdragen kan.
De pooten zyn grof en fterk , by na
als die der Roof-Vogels, verdeeld in vier
teenen , waar van ’er twee yoorwaards,
en twee agterwaards ftaan } dog de binnenfte
teenen, zoo voor, als agter, zyn
altyd korter , als de buitenfte, zynde de
zelve oök met groote kromme en zeer
fcherpe klaeuwen voorzien.
Deze Vogel werd by de Maleijers, en
Javaanen.) Nori, en dpör ons Volk, dit
kwalyk na-zeggende, Loeri genaamd ,
die zy daär van fchynen te dragen , 'om
dat zy diergelyken woord van Nori o f
Lo e ri, Zeer veel uitfpreken , fchreeu-
wende dit zomtyds ettelyke reizen aan
een uit.'
■ Men noemd deze , tot onderfcheiding
van andte, de z waiT=ic<jp-;- oftde Geram-
i fche o i Hatöeiuefche Loeri, om dat ty
daar van daan komen y hoewel die Vogel
opgehetl Cer am valtj maar zy werd eg-
ter wel ’t meeft in de bogt van Hatonve
gevohden.
15g1» De tweede zoort, zynde dt'Ternataan*
Terna- fche , Verfchild van’ de vorige in groote
taanfche niet veel, zynde mede als een gemeene
Loeri. Duive, en welzoogroöt, als de vorige j
dog deze is over-al, over ’t ganfeh ly f,
en zelf op de k o p , zeer fchoon, en wel
Zoo licht'-rood j dog op de borft loopen
-onder. de roode weinige geele pluimen.
Ook heeft: hy op den fug tuflchen de vlerken
een geele vlek.
De vlerken zyn groen y dog boven aan
wat geel, en de flagvederen aan de ein-
den zwartagtig , als mede de einden van
de ftaartj van ondren zyn de vlerken geel,
en de helft der flag-vederen’, die bedekt
werd , is mede ten deele geel, en ten
deele licht-rood.
Aan de pooten heeft by groene plui-
menj dog de Vogels , aan welke die ge-
heel rood zyn, werden voor de befte ge-
liouden, en naaft de zelve de groene, dog
die zwarte en violet-agtige vederen aan
de pooten hebben, werden voor de Hegt-
fte gehoudtn.
Rondom den z warten oog-appel hebben
E L 1 N G W i
zy een breede geele kring , waarom die
van verre geel fchyrit.
De bek , en de pooten , zyn evcn
eens , als die der vorige , behalven dat
de bek wat kleener is. -Zy zyn veel
ftouter, als de Ceramfehe, zitten weinig
ftil , maken een groot geraas ,
werden zelden zoo mak , dog - zyn wel
zoo helder van ftem, en de ’befte-om
wel te leeren klappen , waarom zy - ook
meeft gezogt, en het dierfte betaald
werden.
Zy werden Ternataarifche LoeriV, öf
de Roo-koppen, genaamd.
Zy vallen op Qifoio | of-op ’t groot Ei-
land Halamahera, dat tegen Gvet Terntitg
leg t} hoewel zy mede op de andre Md-
ht'kxe* Eilanden, dog zoo veel niet als
däar, gevonden werden.
De derde zoort is de Papoefchv Loeri
die van beide de vorigen in groote niet
verfchild. Deze is op- zyn kop mede
zwart} dog als ’er de dag op feh-yrid,
heeft hy daar een groene weerfcnyn.
Om zyn hals heeft hy ecft roode kring,
die onder breeder, dan boven, is.
De rüg, borft, en buijc v zyii blaeuw
en peers j gelyk ook de ftaartj zoo verre
hy niet gedekt is.
De vleugels zyn groen y boven aan
röod, gelyk ook van onder, zoo wel het
lyf, als de.vlerken , zoo van verwe zyn.
De kanten en einden der flag - vederen
t fa zvrärt.’’ ^ oogen hebben gok een
breede geele lcring', als die Vah deVorige,
Meü vind in de Papoefcbe EiUnäen npg
een ander flag , dan deze, die een fter-
ker peers, en violet hebben , en welker
vederen wat overeind flaan, als pf zy
koud en huiverig waren.
Zy werden de Papoefche Loeri‘s genaamd
, om dat zy in die Eilanden vallen.
De Wilde, pf de vierde zport van Loe^ -
ri’s, is weder van velerley gedaante j dog
in Ambon heb ik ’er voorriamelyk twee, i r ’
die opmerking verdienen j te Weten, de Twcc-
roode, en de gefpikkelde, gezien. ■ derley.
De roode wilde Loeri, van welkezom.- De Roo^
mige over ’t ganich lyf rood, andre ge- Wilde,
heel bruin y en' eenige oök met groen,,Loeri
uitgenomen dat men aap de pooten iets
violets verneemd , gernengeid zyn , ,is
niet zeer aangenaam van verwe. Men
rioemd ze gemeelyk Gilala-Vogels, en zy
zyn wat kleener 9 dan andre Loeri’s.
Beide deze zoorten houden -zig ’t
ganfche Jaar op in ’t Gebergte, eh in de
Boflchen, zop dat men die zelden zietj
dog ontrent Auguftus beginnen zy voor
den dag te körnen , en vertöoneri zieh
met menigte op de Stranden ontrent de
Gilala - Boomen , die dan geen bladeren
hebben, maar zoo vol roode bloemen
ftaan, dat zy fcharlaken-rood gelyken te
zyn..
V O G fe L È M v i s A K î I Ö 114 A . | i i
wn Dan zitten zv en huppelen op der , onder-lyf is uic den groenen en gecienge.
zelver doornagtige takken , zuigende ’t mengeld , ontrent de oögen hebben zy
zetver . .5 6 > Ö oe„ pck-zwarte-vlek. Zy huppelen alom
we-
Wilde
Loeri.
zap uit deze bloemen
Zy zyn zeer kwalyk te fchieten
dat zc niet.ftilzitten, en omdat zy,
gens haar roode verwe k walyk van de
bloemen te onderfcheidenzyn, verraden-
de zieh zelven meeft door haar fchreeu-
wen.
Zy werden meeft op ftokkendife met
de kleverigc Vogel-lym der Soekom-
vrugten beftreken zyn , en die zy längs
de takken binden, gevangen. Zoo ras
die bloemen gedaan hebben , keeren zy
weder na ’t Boleh t©e, zonder dat men
hen ’f ganfche Jaar weder ziet.
r Deze roode zoort werd om 'haar wilden
aard en flechte roode verwe, niet
veel geagt. Zy valt in Amboiw, op Cv-
leb e s , en in Xoelajcbe Eilanden.
- Veel fraijer is de gefpikkelde Wilde
De ge- L oerj } die niet om hare makheid (alzoo
8$^ e die zeer wild , en vinnig in ’t byten is)
tyd, en zyn zeer zaght en fyn vari ftem 9
waar in zy veel van der Ambonfche ver-
fchillen. ^ '
Men moet ze geen vet nog zoute koft
laten eeten, want dan fterven zy met dei
haaft. .
Daar vält nög een kleener fläg | | |
Perkieten op M'ejfomal, en- wel zog fowal-
kieen, dat men die in zyri hand -verber-1 ich«)'
gen kan. Deze is 'meeft röod over ’t
ly f, en groen van vlerken, Het raarfte
daar aan zyn twee lange fmalle vederen j
die ruim een hand <- breed lang zig agter
maar om hare fchoone mengeling van
verwen fterk gezogt werd. -
Vanlichaam is zy als de vorige dog
op de kop violet-zwart, in de neklicht-
groen , aan den hals wat na agteren uit
den rooden en groenen gefpikkeld. JDe
borft is bloed-rood met een zwarte wa-
tering. De vlerken zyn gras-groen, van
onder rood en geel, en .aan de kanten
zwartagtig. Den buik en de zyde zyn
liroen ‘'näet" r°°d cn het .agter-lyf, en t l
bovenfte van zyn pooten geel en groen
gefpikkeld.
De ftaart is boven donker-groen j dog
Van onder geel.
Zy is kort , en zwartagtig , van pooten
, die. vier teenen, als de vorige, hebben.
De bek is Menie-rood , en krop-
mer, als die der vorige. De oogen zyn
zwart, en hebben een rööde kring. _
Deze werd in ’t Amboinees 9 tot onder-
feheiding, Kiri en Riti Latoe, o f de Ko-
nings -Loeri, wegens zyn Heerlyke en
Koninklyke verwen genaamd. Men ziet
die mede ’t ganfche Jaar niet, als by ’t
bloeijen der Gilala-boomeh, daar zy dan
mede met lym-ftokken gevangen werden.
Beide deze wilde zoorten kan men met
leeren klappen * dog zy gewennen nog al
redelyk aan die gene, die hen de koft
geven.
Daar is nog een andre zoort van Pertonfche*
Mieten, of kleene Loeri’s , d ie o p ’t Ei-
Pcrkiet land Boston vallen. Zy zyn wel de kleenfte,
maar de mooyftevan vederen. Zorn-,
mige zyn geheel rood met groene vierten
j dog geen van de zelve is een zwart-
De fchoonfte zyn meeft groen •, dog
over ’t lyf , aan den hals, en de borft
rood met zwart gewaterd. Het verder
in'db fteert, . bvna als o f ’t een zoort
van Paradysi ö f Konings - Vogels was^
Vertoonen, ook noemen de PapoeWc?$
hemZopelöö , een naam, die zy den Konings
Vogel geven.
Hoe wild' nu alle deze Loeri’s, Perki-
ten , enz: zouden mögen zyn , werden
zy echter, de eene eer en met meer , de
andre met minder möeite, tarn gemaakt j
dög zy flagten de Menfchen , en willen
voöral niet geflagen zyn, want dan wee-
ren zy haar niet weinig , en byten zeer
‘vinnig^an zich.;
Men maakt hier voor de zelve noit
kooijen j maar men houd ze op een
ftokje,, uit- vier deelen , die zamen een
vierkant (o f öok wel een half-rond) uit-
malcen , waar aan- te gelyk een; eetens
bakje is. Zy drinken noit , en eeten
gekookte koride R y f t , Pieflang, enz:
Zout is dpodelyk veor hen. Aan ’t on-
derfte houtje nu , waar op zy zitten
en fpringen, zyn zy met een Köper , o f
Zilver Ketenken vaft gemaakt j hoewel
’er ook wel zyn, die nu en dan eens over
een Plaats, o f door ’t Huis loopen j dog
’t laatfte is niet wel te wagen, om datzy
met byten fchade aan ftoelen , bankem,
enz: , doen.
De befte Loeri’s , om te leeren fpree-
ken, oordeeld men die te zyn, die aan ’t
ly f, de vlerken , en pooten , onder andre
verwen veel geel , en een kleene
geele bek hebben. Dog welker :bek
groot en rood iS , en die violet vari pooten
zyn , en onder de vederen geen geel
hebben, zynde boosaardigfte, en-deon-
bekwaamftc om te leeren klappen.
Zy weten, wel geleerd zynde de Hoen-
deren ng te kakelen , te blaffen , als een .
Hond, iemand aardig uit te jouwen, en
te befpötten. .
lk heb ’er een gehad , die, door dien
hy zieh meeft in de Gombuis ophield ,
byna alles zeer klaar en verftaanbaar wift
te klappen y dog niets kon hy zoo-wel.
als de naam van myn Kok , die 9 Antoni
genaamd zynde.., % zeer yriendelyk eerft
6 R r z