
zien. Hy heeft een lange bek, die zieh,
als was hy maar half,» opdoet, en die
beneden donker-Hemels-blacuw , en
boven Purper-verwig is.
De oogen zyn ook Purperagtig. De
kop ichynd maar halftezyn, en'dezelve,
mitsgaders’t ganfch lyf, islicht-Hcmels-
blaeuw en licht-Zee-groen , met flaeu-
we fyne overlangze Hemels-blaeuwe ge-
waterdeftreepen ; dogde vinnen, ftaart,
rug, en buik, zyn zeer donker-Hemels-
blacuw.
Ikan r44* Vertoond ons den Lalawer-
Lalawer.^/^j ^ie zieh uiterlyk als een Japonfche
rok van een Japanfche Juffer, en vry
kakel-bont van vèr wen vertoond. -
De kop en bek is als die van een Pape-
gaey, ofCacatoeha, de bek rood, de kop
donker-groen, roodi en z wart van verw ;
dog vertoonende zieh als drie groote
vlekken, waar van de twee roode beli
eden ítaan , en ecn donker -blaenw e ,
als de verw van de Indigo, zieh boven
vertoond.
Daar na vertoond zieh tuflchen den kop
cn ’t ly f een licht-blaeuwe dwars-band ,
van hoedanigen verw ook de wamme is,
terwyl het ganfch ly f van den kop af tot
den ftaart toe licht-Ze e -groen en ge-|
fchubd is} waar op den rug in ’t midden
vertoond zig als een fmalle langwerpige
Zadel, die boven van de boven-vin be-
gind , de welke Indigo - blaeuw van vei;-
We , dog met een Jj^ter- zoom—rondom
bézct is^ en*-fnaar pas 'met de vin te-
g e n ’t ly f (die, gelyk ook de onder-vin
daar zig bloed - rood vertoond) gelyk
komt.
Na den agter-kant van’t ly f vertoond
zig (met een tuflchen-Reeling van de
geíchubde huid in ’t midden van’t lyf,
en agter by den ftaart) weder een geheel
ander zeer breed over d wars zieh uitftrek-
kend lichaam , dat groot van omtrek ,
over dc boven en onder-agter-vin zig
uitftrekkende, en ’t geen van verw en
zoom rondom even eens, als die zadel,
zeer donker-blaeuw is.
De boven- en de onder-virr'na agteren
zyn licht-Zee-groen.
Het oog van den Vifch is Orangie-
verwig , en verder zwart en breed van
kringi dog zwart en gccl van appel. '
De ftaart is als een dikke Hemels-
blaeuwe halve Maan, met een Zee-groene
fraanje, waar over een fyne zwarte
ftreep loopt.
Het is een Vifch van lengte als een
kleene Schei vifch ; dog van fmaak vry
arhgenamer j alzoo hy zeer vet is,
Dc ge- N°. i4 f . Vertoond ons dengevlamden
vlamde Pampas-Vifch^ zynde evens byna als die
Pam DUS" k . . M o T , < iV . a I___
breede dwars-ftrèepen (uitgenomen dat
Zig by ’c oog een roode vertoond) is,
die van den rug van agteren af, fchuins
wat na voren toe tot het midden-lyf, en
dan weer fchuins na de agterfte beneden-
vin loopen.
De mg cn buik hebbcn. een rooden
zoom, een ftroo-breed , dog die agter
[ by die vinnen merkelykdn rood verbree-
den, buiten wellte vinnen men een gecle
fi aanje vernecmd. Het.beden-lyfna den
agter-buik , en ook met een ilrook na
den rug toe , by dc agterile boven-vin ,
is. donker-graeuw, terwyl de vin tegcn’t
ly f en ’er onder Purper is.
Den boven- vin is fterk gedoornd, zwart
van doornen (dog onder aan den buik
Zict men drie a vier geele en zwarte', en
boven voor aan/er een zoo alleen) dogde
grond van de vin is geel.
De llaart is voor aan donker-graenw
met flaeuw Purper, (dat men òók aan die
grond op ’r onder-Iyf verneemd) daar na
volgd een fmalle Purpre , en dan een
breeder geele band, waar op drie zwarte
bollen naaft malkandren ftaan. Onder is
een dikke geele fraanje voi zwarte fyne
graatjens, zynde de ftaart'agter aan ecn
1 grootcn duim-breed.
Zyn oog is zwart, en de buiten-kring
licht-Purper; dog de appel wit.
N°. 145. V ertoond ons den rooden Jacob De roods
Evertzen*- die over’t geheel ly f &op Jacob
"ftaart, èn'alles fchooi>licht-ròòd , vò]Evertzea
¿ v r/uuc uyna ais aie
by N°. ii<5. befchreven is ; dog zyn kop.
cn ganfch lyf over voi geele en zwarte
■ ? . . . JvJOU , VOI
Hemels-plaeuwebollekènS, licht-Purper-
verwig van oog, bloed-rood van buiten-
knng , en zwart van appel i s , waar in
z ig een Pnrpre ftip vertoond.
_ N°- i 47- Brengt ons den Caff'er te voor-: De
ichyn. Dit is een kleen Klip- Vifch je Caffer.
met een Vogels-bekjc, en een kop, diè
twee breede zwarte dwars-banden op
een witten grond, voi Vermilioen-roode
en zwarte fyne ftippels heeft, waar in
zieh een Zee-groen-Oog, met een zwar-
ten en witten appel vertoond. 3 ‘
Het lyf is van verw, en ftippeling
(waar onder men Zee-groene vlekjens
ziet) als de kop , van de welke een fyne
zwarte ftreep tot aan den ftaart, die
, Citroen geel is , gelyk ook de vinnen
zyn, loopt. Het is boi cn dik van ly f,
en lekker van Viich.
N°. 148. Leverd ons den Ikan Ttkar Jkan
Warna Warna , dat is , het veelverwig Tikar
Matje, uit. Dit is een Vifch van ge- Warn*
daante als een kleene voorn ; dog die Warna*
vafter van Vifch, en veel aangenamer
van fmaak is.
De kop is als een fchoone gemarmerde
vloer, diensgrondCitroen-geel, endiens
marmering o f watering rood en Zeegroenis.
Het oog is w it, de bujten-kringrood,
cn breed;
en breed; dog. den appel wit en met
een zwart kringetje geteelcend.
De vin tegfen ’t. lyf is Purper-verwig.
Het _lyf vertoond, een fchoone Spaanjche
M a t, o f anders een Italiaanfch Vloertje
van Zee-groene 5 witte, roode en zwarte;
blokjens, diewohderlyktegenden andren
doornfteeken.
De verdre vinnen , en de ftaart, zyn
Citroen-geel.
Ikan N°. 14p. Doet ons den Ikan Babi^oiden
Babi. yirkem-Vtfch zien ; die bevorens al onder
gemeene Viflchen befchreven ; dog hier
nog wat anders van vinnen , en van ver-
we is. ’
Zyn kop is Steen-graeuw van yerw ,
waar in een geeL oog, met een rooden
kring, cn een pek-zwarten appel ftaat.
De vinnen en ftaart zyndonker-Indigo-
blaeüw.
Het ly f is licht Zee - groen eii zeer
flaeuw appel-bloeflem ’er doorfchynende,
vpl opftaande groote rüiten, in ieder van
wellte zig twee a drie fync ¿warte
fchrap.jens vertoonen.
. Dit is een fchoone vette Vifch.
Ikan N°. iyo. Leverd ons de Bangayfche
Bangay. Vifch u it, die wel een kleene Coret ge-
lykt, zynde wit-agtigvankop, enbuik,
bruin van bovendyf, vinnen , ftaart, en
ook rood van oog appel, die eerft een
witteh omkring , zynde ’t oog ze lf, en
dan nog een grootenPurpren kring heeft.'
De kop is van ’t lyf pok door een roode
ftreek gefcheiden , hoedanig van
verwe ook de witte en zwarte vin tegen
*t lyf, en den bek van binnen is.
De ftaart vertoond zieh als een fmalle
halve Maan.
Het is een drooge Vifch ; dog hy is
blank , en vaft van lichaam , zynde beft
om ’er frikkedillen van te maken. u
Ikan Ga- N°. i f r . Vertoond.ons den Ikan Gala
la Gala. Gala > of Matroozen-Vifch^^
Deze is als een groote Snoek , lekker
van fmaak; dog zoo graatig niet als onze
Snoek , zynde dÖnker - Zee - groen van
boven, en licht - Zee - groen en flaeuw-
rood van onder-lyf, hoedanig ook zyn
fterke' zwart-gedoörnde lange boven-vin
is. Dog de beneden-vin agter, en ook die
tegen ’t lyf en den ftaart vallen zyn van
verw als ’t bovetl-lyf, hoedanig ook Zyn
groote kop is , waar in zieh een zwart
.oog, met een witten appel, en een
breeden geelen en flaeuw- rooden buiten
kring, opdoet. Hy heeft een wyden
bek vol tanden ; en ook iet roods pas
boven zyn beneden vin.
X)c N°. iy i . Vertoond ons den bruinen Opbruine
blazer , die zeer dik , en van voren als
Opola- een Kroppers- Doffer is , hebbende een
' kleen rooa bekje met tänden , dat voor
aan den boven-kant wat rond, en dik is,
UI. DfiEL. ■
van hoedanigen verw ook zyn boveh-vin
is , die zig kleen , en als een bezaan,
met een grooten zwarten doofn voor aail
vertoond. '
De gehede Vifch (die wel een dikke
Duif zonder pooten gelykt) is van boven41
lyf zeer doriker-bruin, dog van beneden-
ly f wat lichter , en byna lever-verwig.
De vin tegen ’t lyf is Citroen - gcel, van
de welke een lichte Zee-groene fmalle
fchey-ftreep tot aan den ftaart loopt.
Zyn oog is zwart, hebbende een He-
melS-blaeuwen kring, eneen witten appel.
Onder aan zyn buik verneemd men ook
iet roods in ’t midden.
De agtervinnen boven en beneden zyn
donker-gräeuw met eertZec-groenen bui- .
ten-zoom , zynde fyn van graaten , die
zwart zyrt.
Het voorfte deel vah den ftaart is eveii
Zoo iran verw, als de twee ägter-vinnen,
dog met een fynen zwarten zoom, en ’t ag-*
terdeel van den ftaart, die breeder eh wat
rondagtig, als een Waejer, uitloopt, is
rood, ook met zwarte opftaande graateh,
gelyk in’t beneden- o f voor-deel des zelfs,
dog van agteren ishy gelyk, en niet rond*
Het is o f deze Vifch zieh zelven op-
blies, fchynendc mede wel van ’t geflagt
der Zee-Trompetters te zyn ; dog hoe
fraey hy ook opblaaft, niemand wil ’er
van eeten, om dat ’er in die zoort van
Viich iets is, waar van veel onvoorzigtige
eeters , die het kwaad vergiftig aderken
niet kennen, fchielyk geftorven zyn,
daar het anders een lekkerc vette, en eert
zeer aangename Vifch is; dog’t gaat met
deze Vifch-eeters als met die Lieden, die
eens van een Slang geftoken zynde , vol-
gens ’t fpreek-woord der Arabiers, voor
een touw bang zyn , vreezende ’t zelve ,
om dat het wat na een Slang gelykt.
En zoo vreezen de meefte Lieden ook
van alle die Viflchen, die maar eenigzins
na den Ikan Bibi, o f den OpblaZer gely-
ken, te eeten.
N». 1 f j .V ertoönd onsden Sotera-Vifcb, Ikad
die als een groote Baars , wel van een Sotcra*
'Voet lang ; dog veel grooter van kop is,
die zig Purper-verwig , met zwarte watering
over al (uitgenomen in den bek,
die fcherp , vol randen*, en van binnen
en na den boven-kant Zee-groen is) gelyk
zig ook ’t boven - ly f tot aan den ftaart
toe vertoond , dbg voor böven den kop,
in ’t midden en agter aan den rug, is een
flaeuwe Citroeh - geele ftreek , hoedanig
ook het lyf, wat voor by de kop, van ’t
midden af töt beneden toe wel een hand-
breed, en dan ook met een fmallen 200m
längs den buik , tot aan de andre zyde
van de ftaart is, op welk geel van ’t ly f,
(dat vol rooden ipikkels is) zieh een
fchoone licht-Zee-groene vin tegcn ’t
D d d “ lyf,