
t u M A C A S S A A R S C H l
170*. Eer hy nog na Batavia vertrok, zei hy,
op zyn tandcn bytende, tegen den lieu-
Zyn tenant Riddel, dat by in eeuwigbeid, al
ove°Aroe ftamPte men ZM getonte tot flo f, geen vriend
Poni, eervan Aroe Poni 'worden, maar, zoo by los
hy ver- quam , zieh allereerß aan dien dommen
trok. Duyvel wrteken,en dat hy alle de konings-
binderen , die daar na wagten , dan ten
eerfien wel aan zyn zyde krygen zoude.
»tVerdere Niet lang na zynvertrek wierden zyne
hem™ ' goederenverdeelt, en den/1“ September
vooige- is zyn vrouw, Saena, overleden3 doch,
vallea. na zyn komft op Batavia , vonden haar
Dood Edelheden , die hem eerft na de Kaap
van zyn dagten gezonden te hebben, volgens hun
Gemalin. fchfyven van den i f den September 170z.
oed hem na Ceylon te fchikken , daar
y niet veel kromme iprongen maaken
kon.
Ly fi der Goederen van den Bornzen
Prins Aroe Teko. '
In een Boetons Kiftje.
1 Stormmuts , met eenig goud over-
Zyn goe- trokken.
deren. 1 Knop tot een Kitaibl met goud over-
blazen.
27 Goudc Armringen, geforteerde, en
daar onder z groore gedrevene, meeft
allen met harpuis gevult.
27 Zoo halve Arm- en Beenringen , als
• ftukjens der zelve.
7 Siegte goude Vingerringen.
7 Stukjens goude en zilvere banden.
14 Gouae ? Krabben, of Oorcieraaden,
3 Zilvere £ met looverkens.
Ettelyke ftukken geflagen en gedreven
goud, fwaar 2 pond c thail, tot 8
Rdeis yder.
Een party allerlei flag van gevult goud,
fwaar 13 thail.
Een party allerlei zilverwerk,fwaar 6 thail.
Het onderfte van een Macaflaarze Gordel
van geflagen en gevlogten goud.
2 Platte geflagene goude Ketens tot
Badjos.
2 Bondels Boelo Boelo’s (o f Vierkante
platgeflagene plaatjens) tot een
kleedje.
1 Stuk van een gevlogte goude band,
tot een Büikgordel.
3 Kriflenfcheden met goud overtrok-
ken.
Näder aanwyzing van eenige Goederen van
dezen Prins op Oedjong Tanab , volgens
opgave van de zelve , by overgave van
den Maleitfchen febryver Intsjeh Djenal.
404 Zoo vrye menfehen , als krygsge-
vangenen, als flaaven enflaavinnen,
beflaande in volgende peribonen:
106 Stuks flaaven en flaavinnen, alle by
naam opgegeven s en verder nog
eenige andere flaaven door hem als 1702
krygsgevangenen bekomen, en door
de Heer van Thye hem toegewezen.
f i Tamboereezen, onder Aria Punkten.
37 Domponeezen.
40 Vrye, die geld op hunne lyven ge-
nomen hebben.
170 Vrye , o f welker fchulden hy {Aroe
Teko) betaalt heeft, alle de welke uit-
maaken de eerftgemelde404koppen.
74 Stuks gemalide rokjens o f körte
kolders j diergelyken foort, volgens
’s lands wyze , als van welke men
z Sam: i: p. leeft.
6 Regte gemalide rokjens van yzgr.
4z Snaphaanen.
z Japanfche roers.
6 Musketten,
zo Baflen, groot en kleen.
1 Metaal ftukje.
1 Lange fnaphaan.
fo Spatten met haare giftpylkens, en
kokers.
40 Haiägaayen.
2 Goude Stormhoeden.
3 - - - Kriflen.
2 - - - Büikfnyders.
30 ThaiLgoud.
T ” “ " gefmolte goud.
27 Draadwerkze goude knoopen tot
een Badjoe.
81 Stuks platte goude knoopen.
1 Platte goude keten 1 Beide aoor koop hem
tot een Badjoe. ! toekomende, hoewel
j _ _ >Dain Malaba (zonder
¡¿¡¿» v , |s " | bewys) die zegt maar
tot een Kleedje. J verzet te hebben.
1 Stel dito Boelo Boelo tot een Tul-
band.
1 Platte zilvere keten.
46 Zilvere knoopen tot 2 Badjos. -
100 Spaanze Ryksdaalders.
400 Ryksdaalders klein geld.
120 Musketten, o f Snaphaanen, enja-
panichc roers , alle eenigzins onbe-
quaam.
2 Kopere Donderbuflen.
Ferder zyn op zyne vijfcbery Ayen eenige
Perfoonen, zoo vrye, als flaaven, be~
ßaande in
ifo Vryemans, vrouwen, enkinderen,
en in 7pflaaven, en flaavinnen, te
zamen 22p köppen.
fo Buflels..
20 Paarden.
Op Maros waren nog,
38 Slaaven o f flaavinnen.
10 Vrye lieden, mans, vrouwen, en
kinderen.
20 Büffels.
Op Padang Padang nog9
10 Koppen.
30 Buflels,
p Vrye
Z A A
P Vrye lieden.
, Ook waren hem de velden daar op Ipa-
nanja door Aroe Soepa t’eenemaal
gegev en.:
Op Boelocombo nog,
10 Slaaven en flaayinnen.
Op Galoconkong,
80 Mans en vrouwen , hem door den
koning van Boni als een firih pinang
geichonkenj doch de Negry Teko
( uit welke zy waren) heeft de koning
weer na zieh geiiomen } laa-
tende de Volkeren onder hem {Aroe
Teko) blyven.
Op Tsjinrana in Boni.
6 Koppen.
Op Labo, gelegen ontrent Bonteyn,.
16 Paarden.
Oök had de koning van Boni hem ge-'
fchonken de Padivelden ontrent T i-'
ho , zynde die velden Poncondo
genaamt.
Op Mangaray,
40 Stuks mannen, uit eenige Boniers en
Mangarayers hem door de oud® ko-
ningen van Boni gefchonken, en die
nu en dan na Mangaray geloopen,
_v en daar voortgeteelt zyn.
6 Gontings, ot inlandze groote vaar-
tuigen.
1 Groote Prahoe, Binawa?
, . . - - ’ Pagey
Al ’t welke by den anderen getrokken
zynde , in opzigt van de menfchen 4pp
vrye lieden , en 337 flaaven uitmaakt.
T e weten, vrye flaaven
Aan zyn huis 210 io(S
Tamboreezen f i
Domponeezen 97 Op Ayen ifo 79 Maros 10 38
Padang Padang 9 10
Boelocomba 10
Caloconkong 80 uit Teko.
Ts j inrana 6
Mangaray 40
Radja
Bom trok
tegen de
Tota?. ,
djers, bui-
tenweten
van zyn
Ed., op.
In *t begin van September was Radja
Boni, tegen de oude gewoonte aan, en
zonder voorweten van zyn Ed., met de
byeen geroepeneBondgenooten (dat wel
niet wezen mögt, maar dat niemant der
zelve nalaaten dorft, alzoo zy zyne haa-
ftigheid kenden) tegen de Bonize To-
radjers opgetrokken. Hier mede had hy
’tfatfoen der E. Maatichappy zeer ge-
hoont, en wel verdient over deze zyne
K E N . 213
. loshoofdigheid , zoo het andere tyden 170»;
geweeft waren , eens emftig berifpt te
worden 5 doch men moeft dit uit ftaat-
kunde nu maar door de vingeren zien,
om dat op zyn tyd, en eens tufichen vier
oogen te doen, by hoedanigen gelegen-
heid (dat nog al bell in hem is) hy zieh
nog al vry wel leiden laat.
De Bondgenooten weten wel, dat by
die magt niet uit zieh zelven heeft, om
hen te zamen te roepen , alzoo het aan
den eerften Bondgenoot ftaat, om ’er laft
toe tegeven, enwaarop hydangewoon
is die by een te roepen. Maar komen- zy
op Zyn opontbod niet, zoo vreezen zy
ongemak te zullen lyden , eer wy hen
können dekken (dat wel veeltyds waar is)
en komen zy zyn bevel na , zoo toonen
zy (dat ook niet wezen mag volgens
’t Bonayfch Contraéfc) dat zy geheel en
al van hem athahgen.
Hy i i wel zeer lóshoofdig 5 maar niet
.quaadaardig } doch zonder beieid is hyNader
gewoon zoo maar toe te hakken. Ook aanmer-
.had hy, volgens ’tzeggen vari Crain B i-^ g over
rnmoe, koning van Boejong, die kleine
Bondgenooten nu alzoo verre gebragt,
dat hy ’er mede omfprong, zoo hy wilde
, zoodanig dat ’er geèn een der zelve
’thart had, om buiten zyn voorweten in
’t kafteel te gaan } en geen een van hen
had het hart, om tegen hem aanteftem-
men : want vermits zy , zòo verre om
,laag zittende, onmogelyk eenig voorftel
van de Heer Gouverneur hooren konden,
en de tolken hen van ’t voorftel van een
zääk niet meer zeiden , dan Radja Boni
hebben wilde dat zy zouden weten,
waren zy niet in ftaat, om die vryheid
in ’t ftemmen , en die onafhankelykheid
van eenige Hoven, die de E. Maatfchappy
hen verzorgt had, zoo als ’twel behoorde
te können gebruikenj by welk geval die
koning azn Marcus Sandbeek ook verhaal-
de , hoe Radja Bom zieh niet ontzien
hadde verfcheide onderzaaten van hem
van goed en leven te berooven , zonder
dat daar een haan na kraaide, o f dat daar
yemant van reppen dorft. Waarom, zei
Sandbeek, bragt gy dat toen niet voor den
dag , toen de Heer Beernink mèt zoo veel
ernfl u allen aanmaanden om van niemant,
alzoo gylieden volßagen vry waard, a f te
hangen , en wanneer hy immers zoo klaar
aan de koningen van Boni en Goa voorfiel-
de , om zieh doch noit eenige , magt over de
Bondgenooten, en hunne medebroeders , te
laaten aanleunen.
Ik w il, zei hy, wel gelooven, dat de E .
Compagnie ons helpen , doch geloove ook te
gelyk, dat dit veel te laat komen, en dat,
alswy om een lugt je waren, men tegen Radja
Boni alleen zeggen zou , dat hy dat niet
meer doen moefi , dat ons immers na onze
dood niet bauten zou 5 om welke reden zieh
D d 3 geen