
De wa-
tecagtige
Sodaflî.
Befchrÿving der KRUIDEN, P L A N T E N ,
hier in Amboina vallen} waar mede wÿ
dan van deze Woud - Géwaflchen affcheid
zouden nemen, Zôo wy niet bevonden
nog eenige Gewaflchen, die hier vallen,
en zeer bekend zyn, overgeflagen te heb-
ben. W y zullen die maar noemen, zoo
als z.y ons te binnen komen.
Onder deze is ,-welke de Inlanders Bo-
ti noemen, en die anders genaamd werd,
de Nux-Vomica, wellte de Purgeer-Noot-
jens voord bréngt.
W y geven een afteekening van de Bo-
ri-plant, en van'die Noot, op N°. CXXI.
Op Malabar valt cen andere, daar van
wy geen afteekening geven, om dat dit
in de Hortus Malabaricus al gedaan is.
î 6 q
van mede verfcheide zoorten bekend
zyn.j -Dahon Lada, o f V Pepsr-blad, de
Berg-boon, waar van zeVen of acht zoorten
zyn y Soeka Doeka, als of men zeide,
een Kruid van blydfchap en droefheid,
ftaande by dag vrolyk, en open, doch
by avond dor i V Ambonfch Muizen-oor ,
de Bofch-boon j de kleine water agrige Soc-
laffi o f Bruin-heilig, waar van nog een
zoort is , Dahon Sahaleh , . o f V eenige
bladi de Sajor Manís, of 7 Zoet Moes-
kruid, zvnde aile te zamefi Kruiden, die
den Amboineezen deze o f gene nutti«-
heid iahare Genees-kunne, of huishou-
diag, toebrengen.
Men teld Onder deze wilde GewafTchen
mede de Spat-wortel , die. op Macaffar
groeid , zeer dienftig om alle vergiften
ergens uit te trekken, en om ymand ten
eerften aan’t ov erge ven van dien te hcl-
pen. Hier onder Behoorfl mede de Ba-
wang Hoetan, o f de wilde Ajuyn, dienende
De Spat
wortel. Radyj,
voor Chineefche Radys men hier
heeft , kan men ten naaften by aan deze.
zien, die wy op N„. CXXiJ. vertoonen.
Door de bank zyn zy van grootte
als een Konkommer, o f Pießang-Vrugt, en
byzonder goed en fcherp van fmaak, leverende,
met een Hoen gekookt, een
lekkere fchootel eeten uit, gelyk zy öok
doèn , als Knolletjes gebruikt Zynde j
doch deze. driekluftigé is wat wonaerlyk
van maakzel. ' Boen a
h°enga Boelan, o f de Maan-bloem , Boelan,
een fraay Slinger-Gewafch , vertoonen
wy op N°. CXXIII. Zy geeft aan een
byzondere fteel een fraaye ‘klokagtige
Bloem, en aan yder der byzondere rangen
maar een blad, en dat wel zoo, dat
dp fteel, waar aan de Bloem komt, zieh
gemeenelyk midden in, tuflehen de twee
andere fteelen, waar aan de bladeren zyn,
vertoond. 1 ? Dejjan¿
Men heeft hier ook een Gewafch de gayfche
Bangayfche Cafianie, waar van wy een Caflan‘R
afteekening op N°. CXX IV. geven. D e Ram,
De Rqmboetan , en hare V ru g t, de hoetan.
Coffers-Vrugt genaamd, valt zeer gemeen
op Batavia, en is hier al mede van daar
gebragt. W y vertoonen die op N°.
C X X V ., en befluiten daar mede, na ft
vertoonen van een Lyft der afgebeejde
Boomen, enz. onze Beichryving van de
Boomen, Heeßers, Planten, cn Kruiden,
die hier in Amboina vallen, onTnu tot
wat anders over te gaan.
om ymand te vergevén , Caffe Selan,
Djeroedjoe, een tegen-gift, de Zee-Por-
ceiyn, dienende om Atsjaar te maken ,
ep ook wel tot een Salade ¡ en de Tar atti
plant, die als een plompe in de moe-
raffen groeid , en *een van de fchoonfte
en grootftc Tulipa’s , die ik ooit gezien
heb geeft, ftaande op een fteel van zes
voeten lang, hebbende zeventien bladeren,
waar van de tien grootfte, en bui-J
tenfte ruim zeven duim lang, en een
hand breed zyn, meeft Roozen-verwig,
en zomtyds wat gemengeld van verw.
behalven dat de korlen, die ’er van binnen
in die Tulp, ter grootte van een
Haze-noot, vallen, gegeten worden, en
byna ook,zoo van fmaak zyn. Het blad
fchynd een zoort van ’t Caladi-blad te
zyn, en eenige Kruid-kenners hier hou-
den dit voor de Egyptifche Boonder Ouden.
Men heeft van deze Taratti-plant nog
een kleine zoort, die weder verfcheide
onder-zoorten heeft, waar van verfcheide
wortelen gebraden gegeten werden.
En eindelyk behooren opk de Pajor
Codoc, o f het Kikvorfchen-moes, Kiambati,
Balla Balla, Pajor. Lompan , Pajor Ca-
rang al mede onder de wilde Kruiden,die
Eö G E L A S S E N van A M B O I N A . %6t
L Y S T
D E R A F B E B E I L D E
Lÿftder
afgebeel*
de Boomen,
Heefters,
enz.
BOOMEN, HEESTERS,
PLANTEN en KRUIDEN,
T o t het Werk van A M B O I N A behoorende.
Np.
I.
i N o .
XXXIII. De Nooten-Mufcaat-boom $ eri
Vrugt.
X X X IV . Een tak van een Timorfeà1*»*
dei-boom.
XX XV. Een tak van een Amborifc Ba-
fìaard- Sandel- boom.
XX X VI.De Galedoepa-boom,tù de Vrugt;
X X X V II. Efcn Coelit-Lawan - tak , en
dito.
X X X V III. Een tak van de Damar Selan^
met de bloefiem.
XXXIX. De ©Iieagtige Ideine Canari*
\ boom, en de Vrugt. |
X L . De C'amiri-boom, en dito.
X L I. De gemeene Gandareeffa-boom, en
I dito.
XLII. Een tak van de wilde Cananga-boom.
XLIII. De Nagaffari-boom, eh de bloem.
X L I V . De BongaTandjong-boom, en dito.
X L V . De wilde Bintangor-boom , met
zyn Vrugt.
X'LVI, De bVater-Gilala,-met zynbloef-
fem.
X L V II . De Cajoe Mata Boeta-boom, cn
dito. Het Mannetje.
XLV III. Dito Boom , met dito, en de
„YiugteTV Hèt Wyfje.
X L IX . De Rotang Djernang, o f de
Rotang, die ’t Draaken-bloed geeft, met
.de Vrugten.
L. P. De Vergìft-boQm, ’t Mannetjen.
L I . R. Dito Boom,At WyQen.
LUÌ. De Nani-boom,bloefiem, eri V rugí*
LIV . De Sàmar-boom, dito, en dito.
L V . De Tìtì-boom, endito.
L V I . Dfe Sjimama-boom, eri dito.
LVII. De Cajoe-Amds, of de Goud-boom ,
eri dito.
LVIII. De Cajoe Koeda-boom, en bloem.
L lX . De Cafuwaris-boom, en Vrugt. ^
LX . De Mangi Mangì-boom, en dito. . .
D JL Wilde Mangga-boom, bloeflem ,
enz.
II. De Pauw-boom, en Vrugt.
III. De Mangofian-boom.
IV. De Doerian-boom, ett Vrugt.
V. De wilde Soekotn-boom. ,
V I. De Jamboes-bloeffem.
VII. De Boha en Maßi-boom, bloeflem,
en Vrugt.
V i l i . De Ceramfe Jamboes-boom,'dito
en dito.
IX. Y>e tariffa-Vrugt.
X. De wilde Lanffa-boom, en Vrugt.
XI. Een tak van de Boa Màlacka, o f de
Malakfe^Vrugt, m e t de Vrugt deszelfs.
XIL De derde zoort van een wilde Canari.
XIII. De witte en glädde welriekende
Canari.
XIV. De Draaken-tak, dn Vrugt.
X V . De Malakfe Condondong, Moedoe
genaamd , met de Vrugt.
X V I. D t Coèffambi-boom, en dito.
XVII. De Sangga-boom, en dito.
XIX. De wilde Cadjoe-boom.
XX . De wilde Nam-Nam-boom, bloef-
fern, en Vrugt.
XX I. De Bilac-boom,jenNrugt.
XX II. De wilde Gneiiion, eri dito.
XXIII. Een Sagoe-boom, nevens een Sa-
goe-blad, en dito.
X X IV . Een tak van de tweede zoort
van de Lontar-boomIhur genaamd, meÉ
de Vrugt. '
X X V . Een wilde Pinang-boom , en dito.
XXVI. Een tak van een groote Nibong-
boom, met zyn bloeflem, endito.
XX VII. De welriekende Chineefche Citroen.
n
XXVIII. Een täk van de Soelamoe, of;
Boha Hati-boom.
XXIX. De Sofoot-boom, en Vrugt.- ( T O !------
XX X. De Camelan, of de Molukfè A- LX I. Het Cajoe Tabi, of Stront-hout.
nys-boom. . ¡LX IL De gemeene Ebben-boom, bloeflem,
XXXI. Verfcheidenerley Nagclen<
i Vrugt.
XX X IL Konings-Nageien.
3 LX I.