
3'i B E S C H R
i 6ji.:keren in wysbeit en voorZicbiigheit met en te'
de Heer regieren , die aan alle Natten veel geed
Maatfui ^Gen ’ ^aarom een ÜjH &enegen *s °P. Bata-
ker 8ic." Wa te ^omen negot teeren, ?» -dtp (?0i/ Wilge-
Wen een lang leven, v??/ geluk, ?» voorfpoed
in defe were Id.
Vordert hebbe den Briefe nevens de [eben-
kagie, die UE. met bet Scbip beef t ge fanden,
metgrootegenegenbeit entfangen, en daar uit
tot leedwefen vor ft aan, *t verongelukken van
een Schipp waar over zeèr bedrdeft ben geweeß
, ja o f’tmyzelfhadaangegaaniwaar
uit UE. bond zien , dot myne genegenheit
meet tot UE. y als andere Negotianten, is
ftrekkende.
Ver ders jhebbe uit den Brief gelefen, dat
weinig Salpeter op Batavia was, dierhalven
UE. niet viel beeft können fenden ; verfoeke
daaYom met den maßen meerdei quaniiteit
gelieft te äsenden ; ik zal de ivaarde van de
zelve in Zyde betaalen. Wat aangaat de
ßukken en kogels, beeft UE.eoknietzoo veel
'gefonden als viel geei/ebt had, door dien UE.
zelf daarom benoodigt viaart y doch ulßo
daar van niet veel verfien zyt, 'verfoeke met
bet eerfie Scbip, dat na Tonkin vertrekt,
dat UE. mynen eifch gelieft te voldoen, ge-
lyk in defen Brief is gefteld, als mede deT-
Jere ßukken r die UE. voor defen gefebreeven
hebt y welke nu, alfoo van meening ben ten
Oorïog te gaan, wel zouden te pas körnen',
waar mede dan zal erkennen, wanneer over-
winning beb, de E. Compagnie my geholfen
beeß, en zal des zelfs naame nu noch nim
mermeer niet vergeten ; noch verfoek ik dat
my een goede Konßabel magtoegefonden werden,
om in Tonkin te woonen,. waar aan zal
. bemerken UE. goede genegenheit. t'mywaarts,
en zal mj ook zeer aangenaam wefen, en
hem met eett goede wooning voorßen, en ook
in goede bewaaring neemen.
Met dit Scbip, dat na Batavia vertrekt,
hebbe niet anders te äsenden aan UE., tot
teeken van myn oprechtegenegenheit en vrind-
fchap, tuffchen Batavia en Tonkin, die zoo
lang duuren mag als Zon en Maan fchynfel
geven zal.
Nu verfoeke van UE. *t volgende :
4 Stux Metaale ßukken van 6 pondkruit.
iooo pl. (piköl) Salpeter.
f oo pl. Zwdvel.
4000 groote kogels.
f'8000 gern eene kogels.
38000 kleine dito's.
5 f s- Baken,
f ps. blaauwe dito.
10 fl. groote Barnßeene kor aale ketens, als
voor defen bebbe geeifcht.
Een party gefchilderde kleeden.
Een party witte dito's.
Een party groote ßukken Barnßetn.
Een party Köper.
Een party Tin.
Spaanfe Realen, als voor defen geeifcht heb-
Y V I N G E
6 Vdten Lisbonfe 0 ly. 1671.
Gefchreven in 't 9 Jaar van myn Regee-
ring, den 17 van de 8 Maand.
Brief ^an.zyn Edelheit de Hr.
Joban Maatfuyker, aan den
Koning van Tonkin.
Jöhari Maatfuyker, Gouverneur Gene- En iyn
neraal en de Randen van lndia, zenden Ed.ant*
defen Briefaan Anamkocham, Koningvan ^r°°f
Tonkin, tot vriendfehap, en om te kennen te
geeven den ontfang van des Konings Brief,
die zyn Majefieit met bet laatfte Scbip,. hier
aangekomen, aan den Gouverneur Generaal
gezonden beeft, waar door v er ft aan hebben den
welftandvanu Majeßeit, envan Zyh landen»
dat ons ten allerhoogfien aangenaam isgeweeß,
en willen vertrouwen ddb bet lang duuren
mag. Noqh hebben uit de zelve Brief veY~.
ßaan, datfiJE. Hoogbeit gaarne met eenme-
nigte Salpeter was gedient, daar toe vlyt
hebben aangewend, om zoo veel te zenden,
als'immers mogelyk was geweeß , alfoo wy
weeten, dat tot merkelyke dienfi van bet. Ryk
is ftrekkende, daarom bebbe met bet. eerfte
Scbip zoo veel gefonden, als 'er gevoeglyk in
konde geladen werdknj maar met defe twee
volgende bekomtUE. Majeßeit, zoo God de
Heere de zelve behouden reife gelieve te ver-
leenen, de daar aan noch ontbreekende quan-
titeit. IVat aangaat de Stukken en Kogels %
daar mede is *t zoodaniggelegen, dat 'ermet
bet eerfte Scbip zoo veel Kogels gegaan zyn ,
als *er voorleeden jaar gefonden 'zyn, en met
defe Scbepen zouden ook wel eenige gefonden
hebben, zoo dte hadden weten te bekamen ,
om dat bet ons bekend is uit de Brieven van
uwe Majefieit, dat defelve gefind is ienOor-
log te gaan j doch V ts ons niet mogelyk geweeß
j evenwel zyn voor.nemens alle mogely-
ke vlyt aan te wenden, om noch meerder te
bekomen in toekomende, en dan te zenden alles ,
wat zullen hebben kennen by een brengen boven
onfe eigene noodige behoefte; maar wat belangt
de Stukken Geftbut, daar van zyn wy zoo
flecht voorßen., datzelfs groot gebrek hebben ,
te meer, dewyl wy groote gedachten hebbtn
van Oorlog , zoo dat wy alle bedenkelyke
middtlen aanwenden , om ons zelven daar
van na behooren te voorßen; nochtans op dat
niet zoude fchynen , als of eenige onwilligheit
daar onder mögt fchuylen, zoo hebbe noch gezonden
twee fchoone Metaale Sesponders, die
verhoopen ten boögften aangenaam zullen
wefen. Het is ons befondetr aangenaam geweeß
te verftaan, uit den Brief van u Ma-
jefteit , mitsgaders 't fchryven van onft
Kapiteln , met 600 ponden fwaarte Zyde
wederom befchonken waren , daar uit
dat hoope fcheppen, dat onfe vriendfehap op
een goede grond geveft zynde, zoo lang zal
duuren alt Zou en Maan haar fchynfel saul-
T i ’ » ' Î Ö H K I N; 33
I<S7Ä len geven. Wat aangaat de andere geeifchte
-gOeätren, als Lakenen, Perpetuaneh, wit-
te ge forteerde Lywaeen, Lißabonfe Oty, de-
zelve zullen na gewoonte, tot Vergenoeging
van uwe Majeßeit, met defe Scbepen, over-
kobmen , zoo veel met bet eerfte Schips ritim-
te te zenden, nägeldten heeft uioetenwerdett,
uitgefondert dat dit jaar zeer fob er van La-
, kenen zyn voorßen, zoo datu Majeßeitdaär
van met beboorlyk (zoo wy vYeefenj tal können
voorßen Werden, dat het toekomende jaar
geerne zullen veftieteren', daarom verßeke,
dat zulx niet ten quaade Werde gedifidt,
meerder om deftn te verlengen niet hebhende,
daarom findigen met toewenfebing van alle
goeds envoörfpoed) aan u Majejteit lang leven
, weift and zyner landen, en vermeerHering
der zelve, door een voorfpeedigen Öör-
log en Oyerwinning zyner Vyanden.
Om defe te Vergefelfchappen , en onfe goede
genegenheit fot 'UE. Majeßeit te betöonen ,
maar niet om dat het van eenige waar de zy,
zoo gaat hier nevens bet Haarvolgencle, te
weten:
■ \ i ps. Scbarlaken.
1 ff. Groen Laken.
1 ps. Zwari dito.
1 ps, Blaauw dito. -
f ftux druerfe Kroohraffen.
' 10 dttö fyne Moeriffen.
Sp 1 Groote Spiegel, met een Eblenhoute LyftA
Wy verfoeken. dat u Majeßeit het met eeh
goede. genegenheit gelitve te aanvaarden, eh
V a n
G O D S D
i
T O N
v,n Hi*n TT T Ä t den Godsdienil, in’tKo-
Gods- \ / \ / ningryk van Tonkinbetreft,
dienft in T w daar zyn ’er tnaair twee, te
Tonkin. wetcn de Heidenfche en de RbomfcBe,
die liier van gebruik, öf noch zyn, bf
¿eweeft' zyn.
De HEIDENSCHE GODSDIENST
hier.
De Hei- De öüdfte en de rechte GodsdieriÄ der
denfehe. Tonkinders is de Heidenfche, en zy zyn,
gelyk db Chinecfen, en andere Volkeren
daar om itreeks, Afgoden-dienaars..
Zy ftcllen wel vaft, dat ’er eeh Op-
permachtig Wefen is, dat alles beftierd,
en op alle de daaden en bedryven ¿er
menfehen let, cri die hen o o k hierria ,
III. D kel.
de geringheit ten goede te nemen. 1 <572.
Batavia in *t Kafteel, ady 24 July İ.
1672 Önderftond de Gouverneur Gene-
raai, en was geteekena.
JOHAN MA AT SÜYK ER.
A°. 1691 wierd de Heer Sibehs w;el Sibens
ovet tenige befchadigde Pelings na Ba-
tavia opontboden i doch hy quam ’t jaar
daar aan, niet als Opperhoota, maar als
Comiriifläris hier weder, en na dien tyd
is hier de Koopman de Heer Jacob vah
Loo, eerft met zyn tweeden N.Leenderd-
foon, en daar ria rhet een ander, tot A°.
1700 gebleven.
Wat gewelderiaryen defen Heer (zoo
hy my zelf wel Verhaald heeft) van tyd
tot tyd door defen Koning aangedaari
zyn, is niet wel op te noemen. Zelf is
hy in perfooii ook verfcheide maalen ge-
P vangeiT-gezet, als ’t gefchenk häärer E-
delheden, na ’s Konings gedachten, te
gering, of niet na zyn zin was.
Eindelyk is zyn E. > dit niet langer
könnende harden, völgens ordre haarer toit/^
Edelheden vari A°. 1699 , den 8 Fe- 170aop-,
brüaryr Ä ^ 'iyö o met Het Jacht je de gebro-
Caeuw , irlet 4yn tv^cede, Gorhelis de kcn*
Flines, en met onZe ganfehen orhilag vän
daar op Bata. gekomen, na welken tyd wy
op dit Ryk niet gehandelt hebben;
D E M
I E N S T
N
K I N.
zoo na de Ziele,(die zy als onfterffelyk
aanmericen) äls na den lichaamc o f ftraf-
fen, of belöoiien zal 5 maar het begrip,
’t geen zy ’er af hebben, is zeer flecht^
gelyk zy dat zeer klaar in de verfchei-
den wyferi van hen tc verbeeldeh, doen
blyken.
Öolc ftellen zy vaft, dät zy hem juift
zoo neerftig niet behoeventedienfen, alfoo
hydogvolkomcn goed is, eh aan alle
goed doeej maai: de Duivel is hen een
grbot Vyand, van den' welken zy vaft
ftcllen , dat Hen alles quaads gedaan werdi
dien zV derhaiven door veel Offerhanden
tfächten te verfoeneri.
De Afgoden $ die zy aanbiddeh, hebben
zeer wanftallige gedaanten , zom-
mige na defe en gene menfehen \ wel
E cer