
een blaeuwe en witte. halve kring, aan
weerzyden wat omgekruld, en in ’t midden
een geelen doom hebbende.
Deze vliegende Slange-Vifch is zeer
vergifcig, en is in ’t -Zagoe-Bofcb van
Loeboe gevangen.
De Chi- No-42<P- Geeftons<&» Chìneefchen Prie-
ncefche f ler » een lekkere Vifch y maar die zeer
Prieíler. zelden voorkomt, te zien. Het is een
zoort van Pampus-Vifch, diens kop zwart
boven , en onder Purper , en die ook
met een breeden Purpren, dan zoo een Zee-
groenen, en dan door een half roodenen
witten dwars-band (zynde bóven wit,).
van ’t ly f afgefcheiden is.
Het oog is geel, de appel rood, de
buiten-kring zwart en Zee-groen , van
welke laatfte dan vry donkere verw ook
de boven - vin is , die agter aan vier zulke
lange dooms heeft. Het boven-lyf
is Orangie., ..tot het onder-lyf toe , dat
beneden, ¡de kop zwart, en dan met een
groote ronde bol zig Hemelsblaeuw, en
, dan verder paárs, dog aan ’t einde een
zwart , en ronde vin met Citroen-geele
en zwarte fraanje , hebbende daar onder
nog een zwart vinneken in ’t midden
uithangen, vertoond.
Dit onder-lÿf is wel een duim a twee
breed. .
Agter tegen het lyf aan komt een bree-
de zwarte,, dan. een fyne. witte., en.dan,
een blaeuwe, dwars-band te- zamen y die
maar eenén band, aie tot voor by de
ftaart loópt, te zamen uitmaken.
Daar tegen *aan komt nog een agter-
vin , Citroen - geel van grond , en geel
van dwars-banden j tuflchen fyne zwarte
zoomen, en met een Appelbloezeme
fraanje ’er buiten orn* tuflchen welke
vin, en de boven-vin, men vier blaeuwe
en witte korte breede doorns ziet.
De ftaart is van ’t Orangie lyf door een
zwarten en witten band, zynde verder Ci-
troen-geel van verw, met geele banden,
die agter aan zes doorns uitmaken, afge-
fcheiden.
Tegen ’t ly f aan is een Purpere vin,
met donker-Pùrprc banden, zynde tegen
’t ly f zwart blaeuw , en wit geteekénd.
No. 430. Vertoond onsdenXorànklyken
ninklyke" Zee " Paiinl 5 een Vifch van negen: voe-
Zee-Pa- ten> cn negen duimen lang, en in ’t
ling. rond zesthien en een halven duim dik.
Dit is een ongemeene , fraeije, zeld-
zame, en zeer vette Vifch, vallende
zpmtyds nog wel de helft langer, endik-
ker, als deze. Hy valt ook op Loeboe.
De kop, en ’t l y f , zyn donker bruin
boven en beneden, en in ’t midden wat
geelagtig van verwe.
De bek is Purper, blaeuw, en zwart,
halve krings-gewyze tegen een, waar na
nog een halve kring van zwartc ftippcls
volgd, hebbende onder aan twee bïaS&
We baardekens a f hangen. •
Het oog is Appelbloezem , zwart van
appel, en van buiten-kring. Ook ziet
men van ’t oog af na voren twee blaeuwe*
en een geele {inaile vlam , een lid van
een pink lang , lóopen, en dan vertoond
21g pas agter ’t oog , na ’t ly f toe , èèn
ltreek van vier Appelbloezemè halve bollen,
tegen een iÿnen zwarten kring aan , en
tegen.die bollen van agteren voor aan nog
twee blaeuw-en wit i _waar onder men
dan een blaeuwe wit* geftippclde ftreep,
en dan een andren zoom ’er onder ziet*
zynde breede Appelbloezeme en geele
korte banden met zes fmalle blaeuwe
banden, ’er tuflchen beiden geplaaft. -^
; Daar na volgd een witte , en een Purpere
fyne zwart-gebandeerde fchey-zoom
van de kop g tegen malkandren äanko-
mende. •
- Tegen dezen fchey-zoom komt de mid-
del - vin, die flets - geel met groenagtige
överlangze banden , en van gedaante als
een Palet is.
Midden over ’t lyf loopt een ichoone
breede boven Purper - roode, en onder
i licht-Purpre ftreep , een groote vinger
breed , aan weerzyden van welke zig
boven çeven en twintig, en onder dertig
Hemels-blaeuwe bollen met witte flip-
pels .vertoonen } dog tuflchen de rniddel-
iireep, en de önderfte -bollen, vertoond
zig van de kop af, tot de elfde bol toe*
een Hemels - blaeuwe ftreep , die in ’t
midden wit is , door ’t einde van welke
ook de negende en thiende bol zoo van
een gefcheiden werden, dat de eerfte negen
benedenfte bollen onder die Hemels-
blaeuwe ftreep, en.,de. andre-twee vol-
gende ’er boven henen loopen, gelyk dan
ook de volgende bollen zoo hoog ftaande
vervólgen.
Langs de rug loopt van de kop a f,
tot ’t einde van de voorfte boven-vin ,
een breede Hemels - blaeuwe ftreep tegen
.’t lyf, en daar tegen aan een fchoonePurpere
en witte, hebbende pas ’er boven
een zeer lange flaeuw-geele en Zee-groene
gebandeerde vin, met een Hemels-
blaeuWe doorn voor aan , hoedanig van
verw en bandeering ook de beide agter-
vinnen zyn , die byna tot ’t einde toe
loopen, daarmen nog een fmalle geele
en Purpere bandeering van vier fmalle
zwarte fchey-bandekens, diehoe langer
hoe kleener werden , en aan, ’t einde een
takje van zes blaeuwe, en van twee Pur-
pre bladerkens, tegen een ftaan ziet. 3
Van de kop a f loopt längs den buik tot
ontrent de twaalfde bol van onderen een
breede Purpre, dan een fmaller gecle j
dan een breeder licht geele., en dan een
fmaller Purpre zoom, die een fraeije
verilean
Onta.
Ikan
Molukko.
vertooning tegen malkanderen aan ma-
ken.
N°'. 431. Doet ons den Ikan Onta, dat
is , de Cameel-Vtfch zien, die ontrent vier
voeten lang, en zeer dik na evenmatig-
heid van zyn lengte is * zynde zeer lek-
kervanfmaak, enzoovet, dat men hem
byna niet eeten kan j dog voor al zeer
hcerlyk, om de mooten ’er van te rooken.
Menmoethemdehuidaftrekken, even
eens als de Leer- Vifch , en dan koken,
pf braaden, alzoo de huid vry dik valt.
Hy werd de Cameel-Vifch , na den
grooten ipitzen bult, die hy op zyn rüg
heeft, genaamd. Zyn oog is blaeuw,
ook de appel * dog met een wit krin-
get je ’er- om , en een donker - blaeuwe
buiten-kring.
De bek is van binnen appelbloezem,
boven Zee-groen, onder Citroen-geel
met blaeuwe en witte zoomen böveii en
onder’t geel, en dan weer een ftreek van
Purper, en dan weer een ftreek van ’t
geel, met blaeuwe fchey-zoomen, waar
na een Purpre zwart-gebandeerde fchey-
zoom van de kop met een wit en blaeuwe
korte kelk , met een Citroen-geele
boven zoom ’er boven op, volgd.
Het boven-lyf van de Vifch is fchoon
Purper, met drie overlangs naaft malkanderen
, dog wat van een ftaande blaeuwe
bollen, die wit van binnen zyn.
Längs den rüg loopt een breede zwarte
blaeuwe en witte ftreep, endaarop komt
een groote hooge en fpitze Purpere bult,
met een blaeuwe zwarte en witte band
in ’t midden, ( waar tegen nog een groe-
ne halve groote bol komt) makende den
onder-zoom uit van de bovenfte Citroen-
geele zwart - gedoornde voor-vin, die
vol doornen aan weerzyden van die
bult is.
Het onder-lyf van de Vifch is blaeuw,
hebbende een breeden Hemels-blaeuwen,
witten en zwarten overlangzen fchey-
zoom tuflchen ’t boven-lyf. 1 ■
De vin tegen ’t ly f , en ’er onder,
mitsgaders de onderfte middel-vin, en de
agter-vinnen ! en de ingebogene ftaart, zyn
flets-geel van grond, met överlangze
groenagtige banden 5 zynde de vin tegen,
en die önder ’t lyf voor aan, en in ’t midden,
geel, tegen.’t lyf met blaeuwe banden*
dog de twee agterfte vinnen boven
en onder hebben een licht-Purpre fraanje
, en de ftaart heeft een zwarten breeden
fchey-kring, die wit in’t midden is.
N°. 43 z. Vertoond .ons den Ikan Mo-
lukko t dat is, den Molukzen Vifch, die zeer
vet, en van groorte ontrent als een.Ma-
kreel is..
Hy is geel en blaeuw van bek , die
vol tanden is. Zyn oog vertoond zieh Citroen
geel , en zoo is ’t ook van appel,
met een zwarten binnen- en zoo een bui-
ten-kring. T egen den bek aan komt een
breede Purpre zoom.
De kop en ’t lyf is blaeuw. De fchey-
zoom van de kop is Citroen - geel, en
Purper met zwarte bandekëns. Ook
loopt ’er beneden tegen den buik, tot dé
agterfte vin toe, een Citroen-geele breede
zoom.
De vin tegen *t ly f is licht-Purper met
donker-blaeuwagtige överlangze banden,
hoedanig van grond, en bandeering, ook
de agter - vinnen en de ftaart zyn. Tegen
't lyf aan is deze, en die ’er onder,
blaeuw, en wit.
Het lyf is blaeuw, en in ’t midden wit,
heeft agt Purpre dwars-banden, die van
’t midden af wit zyn , en maar tôt half
wegen ’t lyf gaan, en zieh als een Oli-,
fants-tand, vérkleincnde hoe längs hoc
meer na agteren toe, vertoonen.
Ook loopt ’er van de middel-vin af tot De Berg?
digt by de ftaart een fmalle blaeuwe, en Bot*
-’er tegen aan onder een Purpre breede
ftreep. Tuflchen ’t oog, en den eerften
Purpre band, boven ziet men op ’t lyf ook
een witten korten doorn, van den rug af na
binnen toe loopende. De boven-voor-
vin en de middelfte beneden-vin zyn Citi
oen-geel, en gcdoornd, die zwart van
verw zyn.
N°. 433. Doet ons de Berg-Bot^ die •
de allerbefte Hollandfche Bot in fmaak,
en blankbeid, niet bèboefü te wyken ;
dog die vry dikker van huid, en ook
grooter valt, befchouwen.
De bek is geel, en het oog Purper,
dat wit van appel, en zwart van kring is.
Op de fcheiding van den kop ziet men
een geel veld van een duim-breed , inet
twee breede Purpre dwars-banden boven
aan, en in ’t midden ’t geel een blaeuw
bolleken , met een witte ftip , waar na
een Purper-zwarte gebandeerde 'fchey-
zoem volgd.
De kop en ’t ganfch ly f is bruin , met
fyne roode en witte aderen , hebbende
aan de boven - kant längs den rug zeven ,
en beneden längs den buik ook zeven zulke
bollekens, en nog een zoo op den kop
ftaan * dog twee der zelve ftaan dwars
voor den ftaart.
Op ’t midden van ’t ly f vertoond zig
een grôot breed paars veld, zynde als een
ovaal, dat na dé ftaart-kant wat ipits is,
hebbende een blaeuwen en zwarten buiten-
en binnen-zootïi, alzoo dat ’er binnen in
die laatfte zoom zig nog zoo een ovaal,
van de zelve verw als ’t ly f, met een fyne
zwarte ftreep , die over ’t lyf tot de
ftaart toe gaat, vertoond.
De vin tegen ’t lyf is licht-Purper van
grond, na den witte trelritende, en rood
Purper van överlangze bandenhöedanig