
1643. Affiftenten, die, om zyn aanfientever-
meerderen, alle te peerd figvertoondenj
na ’t Hof, alwaar hy zoo haaft niet in een
breeder ftraat, ontrent de Markt geko-
men was j o f ¿y wierden door een groot
getal Soldaaten des Konings omcingeld,
en neder gefabeld.
Op dät zy nu 00k verder meefter vab
ons ander volk in de Logie werden, en
die geen bericht van defe aangerechte
moord krygen mogten, hadden zy voor
af alle de wegen beiet, behalven dat de
zelve wcl 3 raylen van ’s Konings Paleis
afgelegen was.
Zoo ras zy nu al het volk van die Ge-
fantfehap dus van kant geholpen hadden,
zonden zy 00k eenig volk na onfe Logic,
om het daar verder fchoon, eh lieh
00k meefter van alle onfe goederen te
maken.
De Onderkoopman Bukkon , die in
het tweede huis der Logie was, dit ge-
fpuis zeer wild fiende aankomen, en voor
onraad beduge, iiep men een zak geld,
die hy van twee Japanders eerft evenont-
fangen had, tenhuifeuit, het welk door
een van defe moordfugtigen gemerkt zyn-
de, wierd hy ten eerften van hemagter-
haald, en neder gehakt, welk droevig
lot 00k al ons ander volk, dat nog in de
Logie was, en 00k den Opperkoopman
Broekman , een Bremer van geboorte ,
trof.
Daar op wierd de Logie van hen eerft
geplunderd , en daar na om verre ge-
iiaald, en o f dat nog niet genoegWas,
zoo hebben zy 00k kort daar aan eerft
het fchoon Jacht Ryswyk, 3 mylen bc-
neden de Logie, ontrent het dorp Fonöm-
bing leggende, en daar na 00k ab Fluit de
Oranjeböom , die pas uit Japan geko-
men was, zeer behendig (alioo zy als
vrienden, gelyk wel meer gebeurde, daar
aan quamen) afgeloopen, en al ’t volk , dat
zy maar in handen krygen konden, ver-
m o o rd d o g in de 60 ftux, die ’t ont-
fwommen, en na ’t Bofch gevlugt waren,
werden' nadefhand, door den hon-
ger geperlt zynde, gevangen bekomen,
welke de Koning toen als flaven onder
zyne Grooten verdeelde.
Een moord, die wel op lafl van den
Koning uitgevoerd, maar die van de on-
len voornamelyk den Portugeefen, als de
ecrfte aanftokers hier toe, geweten is.
Na dat nu ons volk ( waar onder een
Wondheeler , een Stuurman, en een
Timnierman was) dus dric jaaren in defe
elendige llaverny geweeft waren, heeft
defe Koning fich eindelyk over hen er-
barmd, en die genen, die van hen nog
lecfden, niet alleen in vryheit geileld,
maar (dat te verwonderen was) hen 00k
vfcrlof gegeven, om met het Schip den
Oranjeböom na Batavia te vertrekken,
daar zy 00k eindelyk, na lang omiwer- 1
ven, en na veel elenden, alfoo die Fluit
zeer liegt gefteld was, door Gods zon-
derlinge goedheit aangekomen zyn.
Om nu echter eenigen fchyn van hun
regt tot dit moorddadig bedryf tegeven,
heeft men hier naderhand vporgewend,
dat dit gefchied is, om dat eenen Broek-
man, met de Fluit de Zaejer na Japan
gefchikt, eenig filvcr uit de zelve geligt,
en dat door hulp van eenjge Matrooien
in ’t Bofch geborgen had. Len onnofele
reden, die ganfeh niet klemde, en waar
over men hem kon geftraft hebben,zonder
dat zoo veel andere onnoofelen daarom
Zoo droevig hadden behoeven te lyden.
Na defen egter fchynen haar Edelhe- Ons
den'weder bewögen te zyn, om hier op
nieuw een) Comptoir op te regten, alfoo, a 0. 1655»
my uit de Malakie papieren van A°. idyp weer af-
klaar gebleken is, dat zy het toen we- B lö der
van alJesberoofd, en afgeloopen heb-
ben. - v ‘ ^ : :: weerop*
Öok hebben wy A°. i66y hier weder geregt,
een Comptoir en Logie gehad, om de
Mufcus*en Benzoin, die hier uit het Land
der Louwen gebragt wierd \ want fchoon
hier zeer veel andere Waarenvielen,die
kon men 00k in andere nabuurige Ryken
krygen, daar wy reeds Comptoirenhadden
.A
e. i6 6 j hebben wy hier weder een
groote ramp gehad, allöoal ons volk hier
weer door eenige baldädige Chineefen
vermoord, en onfe Logie van alles bc-
roofd is.
Men oordeelde in’t eerft, dat dit door
laft van den Koning weer gefchied was }
dog de felve heeft, om zyn onfcbuld in
delen te vertoonen, defe moordenaaxs
voorbeeldelyk doen ftraffen, met belof-
ten van de 3 Nederlanders, die hy nog
onder fig had, ten eerften na Batavia te
zullen zenden, waar van wy ’er A°. 16 6 9
al z in handen hadden.
Dat wy nu nog eenige jaaren na dien
tyd op.dit Ryk gehandeldhebben, is ze-
ker, behalven dat men dit 00k klaaraan
defe z volgendq Brieven fien kan.
Brief des Konings van Cam*
bodia, aan zyn Edelheit
de Heer Maatfuyker, en
de Ed. Ed. Heeren Raa-
den van Nederlands India.
DEfen Brief komt uit' een zuivere gene- Brief van
gentbeit en oprecht gemoed, met bet
Jonk van Intsjeh Alang, benevens neg een cambo-
andere van Okiniak Lahum, zy hid als dia,aaa
m m . JJej/e- Bri•e fr k1 omt uit een ' zuivere genegen- Mkeara ^tfu0<i-
heit van Jang de Pcrtoehan, Koning van 167».
Camboetsja, aan den Gouverneur Generaal,
en
B rie f van
deHeer
Maatfui-
ker aan
den K o -
ning van
Cambo-
dia.
V an C A M B Ó D I A.
en Raaden van Indien, die ingrootheit zyny
en ook onwinbaar9 en die de Stadl Batavia
regeerent die God wilgeven een langleven in
defe wereld. ,
Virder na dat de Gouverneur Generaal en
Raaden van Indien, hebben een Brief ge-
febreeven met Intsjeh Ibrahim, Gefantvan
Jang de Pertochan, die met eere hebben
ontf mgen, en my 00k aangenaam is geweeft,
van wegen de wederfydfe vriendfchaptujfchen
de twee plaatfen, Camboetsja, en Batavia,
die 00k voor altyd onverbrekelyk wefen, en
zoo lang in ftand blyven zal, als de Zon en
Mäan haar fchynfel zullen gevèn. *
Virders na *t zelve heeft Jang de Per-1
toehan niet anders te zenden aan den Heer
Generaal en de Raaden van Indien, dan *t
gene in defen Brief gefchreven ftaat, te we-
teny fo Caii Cabejfa en witte Benzoin, en
I zcr Cati middelbare Benzoin, neveni 6 pi-
kol Wafch. - ; ; - -r ,
V ’.rfoeke den Generaal in Raaden van Indien
die in vrtendfchap gelieven aan te ne-
men, alfoo ’/ van kleene waarde, in een
bloemken zonder reuk is.
Defe Brief was in ’t Malèÿts met een
Arabifche letter zeer, cierlyk gefchrcvcn,
Zeer konftig toegevouwen ^cn,wierd .in
een ftukjjoud Laken geWonden, övei1-
gefonden, en zoo 00k overgeleverd.
Biiefvan zyri Edelheit de Hr.
Joan Maatfuyker, Gouverneur
Generaal van Nederlands
Indien, aan den Koning
van Cambodia.
D E Gouverneur Generaal, en de Raaden
van Indien tot Batavia, doen met
defen Brief den Koning van Cambodia ,Jäng
dePertoehan, groeten9 enhemtoewerifchen
een lang leven met gefondheit en alle voor-
fpoed9 die een menfch op defe aarde zou können
gerieten 9 ofwenfeben.
Vlorts zoo laat den Gouverneur Generaal^
en de Raaden van Indien^ den Koning van
Cambodia , Jang de Pertoéhan , we ten,
* D efe zelve fpreekwyze byna, vinden w y Pf.
7 1 :5 . die daar in de zelve kragt van beteekenis van
a ltyd, o f om een zeer langen tyd te kennen te ge -
v e n , gebruikt werd,
4P
dat zy den Brief die ’/ hem belieft heeft in 167L
het verleden Moejfon te fchryven, met de
ffonk van Intsjeh Sanarn, Inwoonder defer
ftad9 ivel ontfangen hebben, neyins de ge-
fchenken daar by gefonden , namentlyk yd
Cati Cabejfa en witte Benzoin, en yyo Cati
middelbare dito, en 6 pikol tVafchy welke
Brief en prefenten ons wondtrlyk aangenaam
geweeft zyn, alfoo wy daar uit gefien
hebben de opregte genegenheit Van zyn Ma-
jefteit9 den Koning van Cambodia , om in
vrede en vriendfehap met den Gouverneur
Generaal en de Raaden van Indien te leven,
tot welVaren en voorfpoed van wederzyds onder
daanen 9 zoo van Cambodia, als van 7
land van Batavia, die den Hemel wilgeven
i dat ze zoo lang duren mag, als.de Zon
en Maan hare lichten aan de menfehen zullen
geven.
Voor ’/ jegenwoordtge heeft de Gouverr
neur Generaal, en de Raaden van Indien,
aan Jang de Pertoehan, Koning van Cambodia
, niet anders ten Gejchenk te zenden %
dan de onderflaande kleerigheden, die zyge-
dienftig verfoeken, dat van hem mögen ont-
fangen werden, als körnende rit een goed ert
oprecht hart, waar mede haar eere gefehlt-
den zal. Het beftaat in
zöps. Cd
z8 ps. Bethillis.
In ’t Kafteel Batavia
den zp Jliny A*. 16j 2.'
JOAN MAAT SUYKÈR.
Én Wäs defe Brief medè in ’t Maleyts
gefchreven. .
Ftoe lang wy hier nög hebben blyveri
handelen , o f wahneer dit Comptoir 9
daar ’t vet al mede van de ketel raakte,
opgebroken is, weet ik niet, dan dat
naderhand dit Ryk aan den Koning vati
Siam cynsbaar geworden is j en dk is ’t
al, dat w y hier Vän'Wetcn te zéggen ; wes-
halveii wy het met de zaaken van Cam-
bodia zullen laten beruften, hebbende
alleen nog een woord van ’t land der Louwen
te melden, dat wy in *c volgendö
Hoofdftuk zullen doen.
III. D eel. G D E R -