
op 2?wrö 4 a $ vademen lang , en
,als; een_z.ware Boom dik, wie en zwart
gevlekt$ ontrent Tomahoe v allen, alzoo wift
zekere Qrang Kaja wel eer te zeggen , dat
)iy zoo een Slang had helpen de kop af-
kappen , waar in hy een Miftika Oelar,
o£ Slangen-fteen , tuflchen ’t hoofd en
de ruggegraat gevonden had, die by dag
by na. wir, o f als bleeke Barn-fteen , en
by nacht vuyrig was» | Hy had die lleen
toen nög i . dgg wilde dezelveniet toonenj
waarötn^ niemand der .onzen, die ’t hem
hoorden yerhalen, dit wilde gelooven.
lk heb b e bevorens een ander geval
van zulk: een Comala verhaald , zoo van
zeker Man op Honimoa., die ’er een gehad
haade j maar die hy by zekere brand kwy t
geraakt was, als ook van die fteen, om
welke de tegenwoordige Koning van
Batijan by myn tyd in Amboina geko-
menis, om de zelve te zoeken , en ze
wederom te halen van die gene , op de
Kuft van Hitoe , die ze van een van zyn
voor-Ouders, maar5 te bewaren ge-
. kregen.had j dog zy, wierd ’er niet gevonden.
..
D ic tw e e - Het i$ egter zeker , dat ’er een ander
derley is. flag van. ronde platte fteenen is , die de
gedaante van een ronde platte boon, on-
trent zoo groot als een dubbelken of
ltleene drie-ftuyvers, hebben , die wit
van binnen, en zwart van couleur van
buyten en in den omkring zyn , en die
zommige zeggen, dat al mede in’,t.hoofd
van een Slang vallen , dog van welke andre
waarfchynelyker oordeelen , dat zy
te Goa, o f op Ceylon, en elders, door de
Bramines van de levende Deelen van de
Cobra Capella (een zoort van Slangen)
gemaakt werden. Men wil dat zy daar
toe ’t hoofd, rt hart, de lever, en de tanden
met een goed deel 'Terra Zegillata ge-
bruyken.
D e roode - ^ et ZY daar mede, zoo ’t w i l, dat ’er
Petool- -de fteenen zyn, is zeker. Ik heb’er verlang.
fcheyde gezien, en bezit ’er, een , die ik
(gelyk ik elders bevorens reeds verhaald
hob) hebbe ziengebruykenontrent een
Slave, die van een Vifch , die inen de
opblazer noemd, gefteken was, en die,
voor dood t’huys gebragt zynde, inkorte
tyd döor deze fteen, op dewyze, bevorens
reeds by ons befchreven , gered
wierd, en weer daar henen iprong.
Hier valt nog een andre Slang, dieover
al zoorood, als Köper, uy tgenomen aan
den buyk , daar zy gcel en wel een va-
dem lang is. In een van deze wierden
23 eijeren , die kleen en-week waren,
gevonden. De tong was in tween ge-
fpletcn $ dog de zelve ftak, in een körte
pype, daar zy ze intrekken en uitfehie-
ten kon.
De Inlanders noemen deze de roode of
de Appelbloezeme Petola - Slang, alzoo
zy by na fchynd Purper te zyn. .
Zy heeft vier langen tanden in hären
bek, die onder en boven ftaan , zonder
dat ’er meer, andre in, beipeurd werden ,
dan alleen een eenig§' zeer körte , die
alle dicht in ’t vleefch ftonden.
Men weet n iet, dat zy fchade doen 5
Ook vangen zy Rotten.
Zy onthouaen zieh byzonder op läge
Pandang-Boomen , en ook wel op de Ca-
lappus -Boom. Men zegt dat’e r , kort
voor de groote aardbeving A°. 1074, een
Manneken van deze zoort boven de deur
van een Huys met een kuif op de kop
gezien is , die zig ten eerften daar op
weg pakte, zonder dat men die , wac
moeite men ook dede, heeft können
vangen} dog vcrfcheide lieden hadden de
zelve zeer klaar gezien.
Daar is nog een ander Petool-Slang, n ,
die de Inlanders Oelar Tsjinde noemen.. nePetöol
Dit is de rechte en wel de fraiftePetool- Slang, 0f
Slang, maar zy werd niet boven e e n v a - -Oelar
dem lang, en daar alle Slangen een platte. Tsjinde.
kop hebben, heeft deze een verheven
rondenkop.
Des zelfs lichaam is zeer fraay getee-
kend met zwart, groen, geel, rood, en
alle deze verwen zyn aardig onder een ge-
mengeld, evenalsde'zyde-kleedjens, die
de Maleijers Tsjinde noemen, van welke
zy ook hären naam voeren.
Deze, en de vorige Slang , verbergen
zieh vcel innieuwe vaartuigen , waar door
zy zeer licht met de vaartuigen van deze
en gene van Java hier gebragt werden.
En ichoon de Chineezen, o f Inländers,
die vernemen, zullen zy die geenzins ’er
uit doen, maar houden de zelve voor een
goede geeft, die hen geluk toebrengen
zäl, waarom zy die ook zullen voeden ,
en opkweken met eyeren, en andre koft,
die zy weten , dat dit Dier geerne eet.
Ja al komen zy s’ nagts op hare koijen,
zy zyn ’er ganfeh niet bang voor, en laten
haar daar blyyen, dog by .daag ver-
trekken zy weer van zelfs na hare mhuil^
hoeken.
Op deze wyze van zyn deze Slangen,
voornamelyk van Rembang op Java, hief
gebragt.
Daar is hier nog een Slang , die ruim De Afch:‘
een halve eile lang, graeuw van verwe slanS*
met roode vlekken, dun en- plat - agtig
van kop , fmal van hals , en zwartagtig
van rüg is, onthoudende zieh opdeBoo-
men, en wel voornamelyk op de Calap-
pus- en Pizang -.Boomen , en zieh onder
des zelven drooge bladeren verbergende.
Indien zy by ongeluk van boven ne-
der komt te vallen, blyft zy. op die
plaats in malkandren geichoten leggen ,
zonder zig oit weer te bewegen , en
komt
DeCoeci-
lia, o f
blinde
Slang.
zelf ook wel aan de Tafel komen, als
men zit en e et, waar uit gegift werd ,
dat zy o f blind, o f niet zeer llerk van
gezicht zyn.
Hier is een kleene blaeuwagtige Slang
van ontrent anderhalve voet lang, eneen WgG*^*
paar duim, of niet wel zoo dilc , die ik Slang. '
menigmaal over de weg heb zien loopen.
Deze is een van de vergiftigfte, die men
hier kend: want de wonde , die zy byt ,
is ongeneesflyk. Men noemd ze gemee-
nelyk Oelar ßifa Biroe , dat is de blaeu-
we Gift-Slang. Zy is zoo fnel van gang,
dat rjien geen oog op hare beweging kan
houden, zoo dat zy ten eerften weg is.
Daar is nog een zeer dun Slangetje ,
dat by na als een darmken , en pas een
pink dik , dog by na een e l, o f ander-
halve'voet, lang y maar welkers beet
mede doodelyk is. Zy noemen deze Slang, Dedunne
Oelar Bifa nipis, dat is, de dünne Gift- Gift-
siang. , p ®
Men heeft ’er nog een, die zeer wel na
een Pierworm gelykt, en pas eenfpan lang
is, onthoudende zig in vafte kley-aarde ,
daar men de- zelve in ’t graven ontdekt,
en bevind van; een zeer radde beweging
te zyn. Dit Slangetje is zeer fchöon en
licht-blaeuw van verw j dog de groote
werden op de rüg wel wat bruin, zynde
anders zeer glad en glimmend , als o f zy
komt dan gemeenelyk zoo te fterveri.
Zy werd by de Inländers gemeenelyk
de alch-Slang, na haar afch-verwe, ge-
naamd. ,
Zy doet geen kwaad , Zoo men ’er
niet op trapt, o f haar geen kwaad doet >
JdÖg zoo men op Bali onvoorziens op
deze Slang trapt, byt zy , en dan is
die beet, zeer gevaarlyk} maar zy hebben
daar tegen ook een zeer goed tegen-
gift y of een genees-middef , waar op zy
geruft zyn.
Wild • gy nu, weeten , waar het van
daan komt,. dat deze Slang , zoo ras zy
op de Äarde valt, fterft, de Baliers ge-
ven ’er deze verdichte reden van. Zekere
Vogel, by de Maleijers Boerong La-
, lan, en by ons de Coescoes-Vogel ge-
naamd, vuil en zwart van ftaart, en op
zelcerc tyd-met deze afch-,Slang in ge-
lprek geraakt zynde, betuigden geen van
beiden met het lo t, hen te beurt geval-
len, te vreden te zyn , en vonden dier-
halven goed een ruiltje te leggen. De
Slang zwoer, dat zoo zy weer op de äärde
kwam, zy aanftonds zou fterven, en dus
zwoer die Vogel ’er tegen, dat, zoo hy
weer op de Boomen kwam , hy niet langer
in ’t leven blyven zou.
Zedert dezen tyd bleef die Slang op de
Boomen, en de Vögel onthield’zig na w w
die tyd in de Coescoes, o f in ’t längfny- | met Olie beftreken waren, voornameni;-
Gras, daar hy zieh met een fchorrende lyk als zy groot, en wat zwaftagtig of
ftem, even als of hy iemand uitlachte , brUin op de rüg geworden zyn. Des
hooren laat 5 dog hy wagt zig wel om zelfs beet is vergiftig , veroorzaakt lam-
weer op de Boomen te komen. De Slang heid , en is moeijelyk te geneezen. Zy
daarentegen komt wel menigmaal haaren
eed te overtreden , dog als dat gebeurd,
komt zy ook te ftervçn. Dit is zoo een
Ambonfche’ve rtelling.
Men heeft hier ook de blinde Slang,
by de onderlcheiders der Slangen Coecilia,
en by de Maleijers , Oelar Mata- Boeta,
genaamd.
Zy is op zyn hoogfte éen kleene elle, of
twee yoeten lang. Ook is zy vuil-zwart
op de rug, en aan de buile vuil-wit} dog
-jong zynde is zy niet boven een voet
lang, en meeft graeuw. De kop, en
.fteert zyn by na van eene gedaante , en
beide vry ftomp en kort of toeloopetide,
om welke reden zommige haar twee
Jcoppen toefchryven , dat een misflag is,
aangezien men aan de.kop den bek en de
oogen zeer wel, maar niets daar van aan
den fteert onderfeheiden kan..
Zy doet geen fchade, onthoud zich onder
de aarde ontrent de Huizen ; dog in
de regen-tyd, als ’t Aardryk vol Water is,
komen zy uit hare Schuil-hoeken wel
voor den dag, en kruipen in de Huizen,
zonder dat zy egter iemand by ten, fchoon
’t wel gebeurd , dat zy over de lichaazyn
zoo hard ,. dat zy by na. onkwets-
baar, of onfuybaar zyn,
Zy noemen dit Slangetje ook het blaeu-
we, dog, tot onderfcheiding van de vorige
ook de Olie - Slang. Men mag het ook
wel de Hemelsr blaeuwe Slang noemen,.
om dat hare verwe daar eenigzins na
trekt.
Men heeft hier< van de Gift| Slangen
aangemerkt, dat het kwaad , of de ver- ey-
giftiging, niet zoo zeer van debeetdezer ||||ll|§
Slangen , als wel van zekere gift-blaas- slangen :
jens, die men längs de tanden dezerDie- vergiften
verneemd, ^oortkomt, en die, loa
als de beet van de Slang gedaan werd ,
komen te berften , en zieh dan te ge- maakt.
lyk in de wond ontlaten. Als men nu
van zoo een Slang gebeten werd, na
dat die blaasjens pas geberften zyn , zou
men zoo veel gevaar, en ook ’t zelve
dan niet hebben, als men zoo een Slang
eerft op eenige lappen o f todden byterl
liet. Eenzaak,#die ik liever een ander .
wil laten beproeven, en gelooven, dan
zelfs bezoeken. Als men nu een.etmaal
’er »na komt, zyn (zoo de onderzoe-
kers van dien zeggen) die blaaskens weer
men der Menfchen henen loopen , en aan een gehegt, en als bevorens methun
III. D e e l . vergift vervuld. O o Men