
V I I .
Van gelyken en zal 'devoorgedagte koning
van Sambas geen diamanten ait zyn land
laaten voeren door zyn inwoondei'eh , ofte
eenige vremde Natienr, die in zyn landen
zouden mögen komen traffiqueren', maaralle
dezelve aan de geenen, die de commißievan
de voorfz Provintien hebben, tot een rede-
lyke prys verkoopen.
V I I I .
i Ende by zoo verre die van Lancia, des-
gelyks de Wilden, daar de diamanten ge-
vifcht worden , volkomentlyk tot Sambas
willen komen handelten , ende Succadana
verlaaten, zullende geenen, die de commijße
van de voorfz ^rovinütn hebben, •haar huis
aldaar 00k opbreken , ende in Sambas komen
, alzoo , op twee plaatzen woonende,
altyd oorlog tuffchen de koningen v«»-Sambas
ende Succadana zoude ontßaan. I
I X .
. Zullen de Hoog Mögende Heeren Staaten
Generaal, zyne Princelyke Excellenc
e , ende zyne Oapiteinen ende Commifen,
inOoßindien traffigierende, met den koning
van Sambas , ende zyne onderdaanen, nu
ende ten eeuwigen dage, goede alliantie ende
vriendfchap onderbouden , ende de voorfz
Poinften in alles naarkörnen, ende nog meer-
der , die totvrede ende vriendfchap flrekken,
des noodig zynde gemaakt te worden , de
welke by beide Part yen,‘ gelyk deze, onder-
teikent ende geconfirmeert zullen zyn.
Attum tot Sambas dezen eerßen Ottober
1709. JVas onderteikent in Arabißbe letters
, den naam van de Koning, daar
onder ßont , uit den naame van de Hoog
Mögende Heeren Staaten Generaal, zyn
Princelyke Excellentie , ende de Heeren
Bewindhebberen der vereenigde Ooßindifche
Compagnie, was onderteikent,
S A M U E L B L O M M A R T .
Ook kreeg men hier nu tyding , dat
dievanCalca, Seribas, en Melanoege,
VolkerenBenoorden Sambas, van die van
Borneo afgevallen waren, en zieh onder
de. magt van den koning van Djohor be-
geven hadden. Dit waren plaatzen daar
grooten handel viel, alzoo men hier veel
goud, bezoarfteenen, peerlen, en meer
andere dierbaare waaren, vönt.
Aangezien nu die van Borneo die van
Sambas gedreigt hadden , om hen met
ifo gewaapende praauwen te komen be-
zoeken, waren zy zeer bekommert, en
verzogten ons ernftig, om doch hier een
veiling te bouwen.
Den i8den November waren hier tot
Sambas wel 20 Wilden met eenen Kijay
Cabe gekomen , die voor den koning
na de Wilden van Landa geweeft was,
en eenige van hunne Orangkaja’s mede
bragt, om met den koning van Sambas
(die alle middelen aan wendde, oin met die
, van Landa in een goed verftand te leven)
een verbond te maaken, gelyk ook ge-
fchied isv
Pas na het vertrek dezer W ilden kreeg
de koning der Sambas berigt, met een
brief van den koning van Soby , een
eiland , digt by dat van Borneo leggen-
de , dat die van ’t vlek Borneo met tyo
praauwen klaar lagen , waar in 40 koningen
waren, waarby men hunne magt
afmeten kon.
Ook hadden zy met die moflelvloot? al
inzee geweeft , doch hadden wegens on-
weder moeten te rüg loopen, zynde nu
van voornemen om ’t nog een maand in
te zien , en dan na Sambas te komen,
om dat 6 maanden lang te belegeren.'
In ’tjaar 1616. haaden wy hier den
koopmanHenrik VaakvXsons opperhooft,v
zonaer dat my blykt , wanneer hy hier
quam, of hoe lang hy hier gelegen heeft.
In ’t jaar 161p. quam ’tichip Delft van
Succadana voor Jakatra in de vloor van
de Heer Coen, een bewys , dat wy toen
hier nog handelden.
De volgende tyden hebben ons egter
geleert, 4at de handel voor onze Maat-
ichappy niet al te voordeelig , of altoosjn >t •
niet na hun genoegen geweeft is, alzoo de 1613.^
Heeren Zeventienen by hun fehryvens Comptoir
van den 23^“ Oftober 1623. laft gaven , vaJ Suc-
om , nevens meer andere comptoiren,
dat van Succadana te ligten.
Na dezen tyd zie ik , dat de Heer Jacob
van der Meuten (naderhand Equipagie-
meefter op Batavia) in ’tjaar 1044. na
Amboina met ’tichip prinsFredrikHenrik
gaande, op BanjarMailin aangeweeft
is.
In ’tjaar 1664. bezogten wy hier een
plaats, Martapoera genaamt, om de pe-
per en ’tgoud, daar vallende, in te han-
delen. En in ’tjaar 166 f . bragt de koopman
Antoni Hurdt maar 36 lalten peper
vari daar 5 doch hy had nu het contraib,
met dien Pangerang aangegaan, beveftigt. >
In ’tjaar 1666. en al in veel jaaren te
vooren, hebben wy hier geen Logie ge-
hadj maar haar Edelheden zonden jaar-
lyks2 fchepen herwaarts, pm de diamanten,
in zeke Myne alhier valiende, en beter
(zoo men wil) als deKuft- ofGolconda-
iche diamanten , mitsgaders ongemeene
ichoone en groote peerlen , nu en dan
hier gevonden, van daar te haalen, niet
genegen zynde het leven van hunne die-
naaren, by ’t opregten van een comptoir,
hier weder te wagen, alzoo de ervaren-
heid hen niet dan te veel, tot hun leed-
wezen, geleert had, dat dit een verraa-
derfch, bedriegelyk, en trouwloos volk
was.
In eenige volgende jaaren hebben wy
hier geen handel ter wereld gehad 5 maar
1671. was ’er nog een vrymans chaloep
ge- •
, 7Q6. geweeft, die wel twee hoofdfommen op I
'allerlei Batavifche goederen , en Macas*
Zaarze kleeden, gewonnen had.
„ , Na dat de Heer Jacob Hoogkamer (van
hier.-^welken wy elders breeder fpreken) in
’tjaar 1706; in zyn huis gegyzelt was,
wegens eenige penningen , die men van
hem eiiehte, en. Wegens een fwaar prb-
ces, daar over, als over een andere zaak
met den Ed: Heer de Vos , zoo is hy
.(gelyk men daar breeder zien kan) met
eenige Engelfchen van daar na Baniar
Maffin gevlugt, alwaar men oordeelt aat
hy , alzoo de Ehgellchen toen met die
Inlanders overhoop lagen , een droevig
einde in ’t boich gevonden heeft, welkers
omftandigheden wy elders breeder hebben
aangehaalt, en waar van wy hier na .
onder de zaaken der Engelfchen nog iets
^ggen.
In ’t 'aar ’tjaar 1711. is de Capitein Lieute-
1711. vannant Af. van denBofch, als hoofd van een
denBofchnieuwe onderneming, en den onderkoop-
hierna oian Abraham Poele, als zyn Tweede hier
loe* na toe gezonden, om te zien, o f men
’er weer een.comptoir (waar toe groote
hoope was) zou können oprigten.
Egter is ’er toen (zoo ’tmy toefchynt)
niet veel afgevallen j doch ’t jaar daar aan
geleek het ’er beter na.
In ’tjaar 1712. zonden die van Banjar
In 't jaar twee Gezanten van dien koning aan haar
i 7iz.Ge-.£delheden, die den Z7ftcn Juli door den
van Cßan- Sjahbandaar, den Heer Cornelis Hajfelaar,
jar Maffin en den Opperkoopman Solomon Storm,
op Bata- ’s morgens tuflehen 7 en 8 uuren met veel
via* ftatie ingehaalt wierden.
Een der zelve was ’s konings 00m;
doch geleek in zyn gewaad maar een ge-
meen Javaan te zyn.
Zy waren met hun eigen vaartuig, 4 f
koppen fterk, en met 4 baflen, en 2 of
3 kleine ftukjens,. voorzien, in gezelichap
van een chaloep der E. Maatfchappy op
Batavia gekomen.
Onze Gecommirteerden voomoemt hen
op hun vaartuig verwelkomt hebbende,
en van boord vaarende , wiert ’er voor
hen van hun vaartuig zevenmaal, en zoo
dikwils ook van ’t galjoot gefchoten.
Ook bragten zy toen een fchenkagie
van hunnen koning aan haar Edelheden
aan land , die in twee kleine aapen aan
goude ketenkens (van welke de eene hagel-
w it, met een goude ring aan yder poot,
^n de andere fwart, met een fraai vlekje
op de neus geteekent, en yder in een by-
zonder kortje, tempelswyze gemaakt was)
en in een fraaye diamant, nagifting 2000
R dcts waardig, beftont 5 en welk juweel,
in een bamboesje , met ’s konings brief
aan haar Edelheaen, door een helbaardier
op een zilvere fchotel voor uitgedragen
wiert, terwyl eenige van hunne dienaars
de andere geichenken voor uit droegen.
Mogelyk zal men vraagen , waar die i7I1.
gefchenken blyven. Zy worden ten voor-
decl van de E. Maatfchappy openbaar
verkogt, dog zoo yemant van haar Edelheden
’er zin in heeft, die kan ze voor
denprys, waar op zy gefchat zyn, voor
alle anderen naaften.
Na dat zy ontrent het hoofd in de. ri-
vier gekomen waren, wiert de fchuit van
Staat, waar in zy zaten, met een paard
na ’t kafteel getrokken , i en toen door de
foldaaten, daar geplaatft , driemaal gefchoten,
’tgeen daar na, als zy., by den
boom quamen , door andere foldaaten
driemaal hervat wiert.
N a dat zy te land geftapt waren, ftönt ,
het volk van de waterpoort tot de Heer
Generaais woon.ng in de wapenen , terwyl
zy in ’t midden van onze twee Ge-
committeerden na de zelve, en zoo verder
over de groote zaal, en längs een fmalle
galdery indeVergaderzaal gingen , alwaar
zy den Heer Generaal van Riebeek aan
’teene eind van een lange tafel, enzynen
Geheimfchryver aan ’t ander einde vonden
zicten.
Na dat zyn Edelheid hen de hand ge-
geven, en dus verwelkomt had, gingen
zy op twee ftoelen , tuftchen hunne gelci-
dersin, mede aan die tafel zicten, rondom
welke 7 helbaardiers mfet hun roode rok-
ken van Staat, en hunne helbaarden in
de hand, zeer ontzaglyk ftonden.
Als zy pas zaten, wierden ’er p kanon-
fchotenvan ’tkafteel, om hen teverwel-
komen, gedaan, waar na’t gefchenk der
twee aapen getoont, en ’t bamboesje met
dien diamant ( ’tgeen zyn Edelheid wat
veragtelyk op detafel terzyden lag) nevens
’s konings brief wiert overgegeven 5
die door den Capitein der Maleyers ge-
opent , en bevonden wiert in ’t Maleits
opgeftelt te zyn.
Zyn Edelheid vraagde, hoe hun kqning
voer , en zy zeiden, dat hy nu zeer w e l ,
maar dat het voor hem een groot gelük
geweeft w.as, dat een van onze fchepen,
en ’t voomoemt galjoot ’er lag, alzoo hy
anders met eenige van zyn nabuuren in
een fwaaren oörlog (waar van zy door
ons fchip nu afgefchrikt waren) ,geraakt
zou hebben.
'Zy bragten ook 30 pikol peper mede,
en zeiden, dat de Chineezen in dit jaar
veel pikols van daar gevoert hadden. 1
Als bedelaars (volgens degewoonte der
meefte Oofterlingen) verzogten zy , zoo
ras zy hun gefchenk overgegeven hadden,
als in vergelding van ’t gefchonkene, yo
fnaphaanen, 30 pikol kruit, enverlof om
meer geweer te mögen koopen , alzoo
hen belaft was ten eerften weder te komen.
Zyn Edelheid gaf hen tot antwoord,
dat men ’s konings brief eerft overzetten,
dien