
I i l
H
s;M :V
H 1 È l i
Im !
;}■ i l
Ih ®
i f l l l É ì » f !
; {¡H|||
•¡i! R j^ r . ‘
R i
. i f f
41 A M B O N S C H E Z A A K E N
Hethag
Malcits
bÿ Zyn
Eerw.
m^de
te zienj maar om dat veelen daar uit niet
können oordeelen, vermits zy het Maleitfch
niet veritaan, nog net onder-
fcheid tuflchen hoog o f laag Maleitfch
weten, zal het niet ohdiènftig wezen
eens te laten hooren, wat hy aaar af in
de Voorredenvoor zynen Di&ionarium
in het Nederduitfch zegt, op dat ieder-
een.in ftàat zy (eñ vooral veclén alhier,
die vöörgeven, dat ’er geen hoog nog
laagMaleits, en dat ’er maar eene en de
Zelve Taal is, die deeetì dus, en de
ander zoo uitlpreekt) om uit de on-
partydige woorden van dezen Heer (byna
een geheele Eeuw te voren even zoq-
danigv, als ik zoo menigmaal gedaan heb,
voorgefteld) te oordeelens o f men, om
eenig voordeel aan den Inlander te doen,
Zieh niet van de läge, fíegte, en ge-
méngelde Taal (alzoo zy dié*beft verftaan
) bedienen, en o f men dierhalven
de hoogé en zuivere Taal niet daarom
alleen (om dat zy by hen onverftaan-
baar is) geheel en al verwerpen moet.
H y begint dan aldus :
. Aan den Chriftelyken L E Z E R .
D E Vocabularia, waar van de eene het
Duitích, en de andere 7 Maleitfch
voor heeft, welke U L. alhier gemeen ge-
maakt werden, heb ik met wel können van
gebruikt, my geven, zonder eerfi eenige waarfchou-
cnwaar- wing, tot beter ver ft and der zelve, voor-
•om: henen te zenden. Daar op Chriftélyk verzoeke
rypelyk, en zonder drift gelieve te
letten. De eerfte daar het Duitích voor
ftaat , is meeft f dog in het ruige, byetn
vergaderd, en de andere ten deelen van den
Eerw. Cafpar Wiltens, Zak. Mémorié,
en van hem in Ooíl-Indien eenige Perzoo-
nen gecommuniceerd , daar van zommige,
zoo met, als zonder zyn E. kennijfe,
Copye hebben getrokken, en de zelve weder
om eenige anderen medegeaeeld, daar van
my, in de zelve quartieren zynde, ettelyke
voorgekomcn zyn, die ik bevond te wezen
gánfeh incorreét en ook incompleet, nog-
tans van een ieder zoo zeer geacht, en
begeerd, dat my dacht daar wat meer in te
fteken, ais ik toen zelfs, vermits myn verfehe
aankomft, en inperfeétie in de Tale aldaar,
wel oordeelen konde : Overzulks, na dat ik
tot beter kennis was gekomen, my genood-
zaakt vond , om de zelve te overzien,
7 gène daar in misfteld vond, te Corrigee-
ïen, en iindelyk na myn gering 'Dermögen,
't geen daar in ontbrak, voornamelyk in de
gene, daar het Maleitfch voor ftaat, te
fuppleeren. Het welke volbragt, en eenige
ervarene perzoonen in de Maleitfche Taal
getoond hebbende, zoo ben ik van de zelve
verfcheide reizen vermaand, en aangezocht,
om de zelve de Drukkery te onderwerpen,
op dat zy een ieder gemeen zouden mögen
gemaakt werden, oordeelende, dat de zelve
zeer dienfiig zouden können wezen voor de
gene (voomamentlyk die eerft aankomen)
welke de eilanden van Amboina, Banda,
Molukken, en Java, frequenteren, in
welke plaatzen de Maleitfche Taal (hoe*
wel imperfeét) meeft gebruikt Wird, gelyk
ze U L . hier in dit gering werk werd veir-
toond. Ik weet wel, en bekenne zeer
geerne, dat daar in van de gene, die de
grondige kennis der rechte Maleitfche Tale
hebben , vele woorden eigentlyker zouden
können uitgedrukt, en ook eenige gecorri-
geerd werden, dog en zoude als dan {gelyk.
door myne ördinarifche Predikatiën,
die my de goede God, als zyn onwaardig
dienaar eenige jaaren op Amboina heeft
fetch exercefen , wel beyonden ftébbë) '
van de inwoondereri, der eilanden voorjehte-
ven ( voor de welke Göd de Heere nu
een wyde deure tot de_kennifle des H.
Evangeli geliefd heeft te öpenen) niet
können verftaan Werden j zulx dat dienft
iger hebbe geagt te blyven by 7 gene, dat
wete van haar wel verftadn werd, en, zoo
Wiltens voornoemd, als ik , meeft uit
haar eigene monden hebben geleefd. Invoe-
gen dat myn oogmerk in 7 minfte niet en is
geweeft, hier een perfeét of zuiver Maleitfch
gefchrift te ftellen, en te corrigeeren,
bet gene aat alreede by de Heeren A. Ruyl,
en F . Houtman gedaan was, maar hebbe
ftmpelyk gezien op 7 gene my noodig dacht
te wezen tot voortplanting van de eere en
leere Chrifti (daar toe, als gezegd is, de
milddadige Göd eenen góeden tòégàftg
verleend heeft, en iftÿns oórdééís, deze
Vocabularia, zbö als zÿ gefteld zyn,
zeer vòrderlyk zullen wezen. )
Voorts zal den Chriftelyken Lezer
gelieven te weten, dat alle de Maleitfche
woorden, die in dit werk gebruikt werden,
niet en zyn gefteld, gelyk £è de rechtè Maleyen
in hare fchriften gefpeld ftellen {want
zulks groote difficulteit voor de leer-
luftigen zoude veroorzaaken) maar wel
gelyk zy ze meeft, en de inwoòHderen
der quartieren voomoeind (daar op ik
alleen gezien hebbe) in allen deelen
ipronütttlderen. Dat meine den leergierigen
Lezer van veel zwarigheids zal ont-
laßen.
Wyders zoo hebbe boven de Syllaben,
die gèproduceerd, of lang uitgefproken
moeten werden, daar het my dacht noodig te
wèzen, gefteld acccnten, daar noodig diend
op gelet te werden.
Hier benevens zoo zyn • ’er ook eenige
woorden in de eerfte Vocabulario, daar
7 Duitfch voor ftaat, welker} breeder ver-
klaring in de tweede, daar 7 Maleitfch
voor ftaat, uitgedrukt werd. Des den
Lezer tot de zelve werd gewezen.
En
r K i '
ißzi.
V A N D E N
G O D S D I E N S T . 43
ióiil a^zo°- °P & Platzen voorfchreven
van de inwoonderen veele har er eigener
' woorden onder 7 goede Maleitfch werden
vermengd, als mede eenige Portugeefche
woorden (die de zuiyere Taal zeer ver-
baftaarden) zoo hebbe de zelve na vermögen
geieligeerd,-en Fier agter aan apart
gefteld. Alle} Jot wegneming yan 7 geen
zwarigheit voor den leerluftigen Lezer
zoude mögen caufeeren, 8cc.
Den al uwen in Chrifto
Sebaftianus Dankaarts.
Zoo
by zyn
Eerw.
Uit deze Voorreden dan ziet men
middagklaar (zoo men niet alwillens
blind zyn wil) dat ’er een recht en zui-
yer Maleitfch is, dat de rechte Maleyers
in hare fchriften gewoon jzyir ngt te
fpellen} maar.’ t welk die van Amboina,
Banda, als ook die in de Moluccos, en
op Java» niet verftaan, en aan de andere
zyde een baftaard Maleitfch, dat met
eenige Ternataanfche, en Portugeefche
woorden gemengeld is, ’t geen die Inlanders
wel verftonden. Dat hy, en zyn
vorig mede-amptgenoot, dat klaar on-
dervonden, en daarom alleen die eerfte
Taal, fchoon beter en zuiverder, ver-
worpen , en zig volflagen aan de laatfte,
fchoon'flechter, en qualyk gefpeld (dat
immers aan ’t verftaan niet geeft) gehou-
den had.
Het komt dan op de woorden van
hoog en zuiver, of laag, gemengeld,
I I en baftaard-Maleitfch (dat wy volflagen
als nadex- toeftaan ) niet aan, maar enkelyk, enalleen,
han!Î op ’t woord van Maleitfch, dat verftaan,
Schryver cn Maleitfch, dat niet verftaan wérd.
gebruikt/ Zulk een twéederlei Maleitlchwas 4er
die voorftanders van dat koog Maleitfch
volmondig in een brief van den
January des jaars 1694. van die van Batavia
toen al bekend, gelyk hier blykt. Zulk
ëen onverftaanbaar (fchoon in zieh zel-
vén anders beter) Maleitfch wierd töen
alverworpen, en’t gemengeld, alsbeft
verftaankaar, alleen gevolgd.
. Ik heb dit hier nu wat breeder onder
dit jaar, ais toen zynde voorgevallen,
voprgefteld om dat het ons in de volgende
tyd byzonder dienen, en een waar-
heit, by ons hier na op die zelve grond
ter neder gefteld, zonderling ftaven, en
aan de ganfche wereld toonen zal, dat
wy niet anders, dan de zuivere waarhei t
hebben omhelft, wanneer wy haar voor-
ftelden, dat by den Amboinees met een
overzetting des Bybels in deze lage of
gemengelde Maleitfche Taal zeer veel
vrugt was te doen, alzoo die Taal by
hen verftaanbaar, en dat het de onge-
rymfte zaak ter wereld zyn zou, hen een
Bybel in de hooge, o f zuivere Taal, die
zy niet verftaan ( want anders en behoef-
den zy die niet eerft aan te leeren, gelyk
aan den Kerkenraad van Amboina
zeggen, en dat wy op zyn tyd en plaats
breeder toonen zullen) op te dringen.
I n ’t jaar 162.2., den toden January, D. Hul-
vond men in Kerkenraad van Batavia febos in 7
goed. den Heer opper-Landvoogd, enJaari 1 •
de Heeren Raaden van Indien voor te
dragen, ho e’t noodig was, D. Adriaan
Jacobszoon Hulfebos, Predikant tot Batavia
, eens voor een ipringtocht na
Amboina te zenden, om aldaar met
goedvinden van den Kerkenraad, en
de Regeering, het noodige te verrichten.
Hier op is fiem den 24ften
door den Kerkenraad van Batavia op
goedkeuring der Hooge Regeering ,
voilemacht gegeven om te gäan zien,
hoe het in de. Oofterkerkcn toen gefteld
Hy vertrok den i ken February daar Hier ver^
aan met het fchip de Éendracht na Am- Arüükcn,
boina i dog is in het inloopen van het
gat, o f den inham, nevens eenige andere
perzoonen. verdronken.
Een droevig einde voor een man, die
bevorens reeds zoo veel rampen had uit-
geftaan.
In ’t jaar 1623. is hier van Batavia In ’t jaaf
gekomen D. Jacob Antoniszoon Dubbel-
dryk. Dezè droeg zieh hier zoo flecht, ¿^khieri
dat men op Ëatavia al befloten had
D. Dankaarts herwaards weêr voor een
tyd met voile magt te zenden, en dezen
Dubbeldryk op te ontbieden, ten ware
dat hy zieh ondertuflehen, na ’t oordeel
van den Ambonfcheh Kerkenraad, mögt .
komen te beteren -, dog hy wierd, w d Wegen*
verre väh zieh te beteren, in ’t jaar 16 zy, kç?™.
in Oktober over ergerlyk leven op Bata-
via van ’t Avondmaal gehouden, gelyk na Ba-
hy ook in dat zelve jaar uit Amboina taviage-.
derwaards vertrokken is. zonden.
In ’t jaar 1624. was hier de eerfte Een
CJhineefcne Kapitein een Chriftén, en na
den Heer Landvoogd Hermatf genaamd, WgjjCul
zynde de eerfte Chriftén van dit volk hier. Chriftén.-
In ’t jaar i6 z f. quam hier D. Joannes in*tjaar
du Praat » van Keulen, uit wiens 1615. D;
fchryven aan den Batavifchen Kerken- kù Praat
raad uit hare Kerk-befluiten van den •
zyfleh September blykt, dat hy hier een
Kerk haa opgericht.
Ook was met hem de Krankbezoeker,
Hermán Bruyning, herwaards vertrokken,
buiten welken hier nog een Krankbe-
zoeker, Adriaan Gysbertszoon^ met de
NafTaufche vloot gekomen, en op welke
toen ook een Predikant D. Jan Hermans- En D.'
zoob Follinus was, die na hier eenigen Fóllinuij
tyd geweeft te zyn, met die vloot weder
vertrokken is.
F 2 Ook