
Landvoogdycn verdeeld te'zyn} dog die
’er laaft geweeft zyn, fpreeken maarvap .
acht der ielve. De feven in ’t ZW.aan
de Rivier Poetik tegen de ftad. Quinam
( de Hoo&fftad van aiergelyken Ryk) gelegen,
om^ingd de gföote Zee mec een
groote bogt, gelyk men dat verder in de
voqkqpemden Brief vaii den Heer Baron
iien kan.
Men moet egter een groot onderfcheyd
tuffchen dit Ryk nu, en,.yoor Jionderd
jaarenmaken, alfoö het £oen Vry groo-
terdan nu was, dewyl zedert die tyd ge-
Coeujien- heel Coetsjientsjim , dat daar meae on-
tsjina derftond , ’er afgefcheurd , en een Ryk
op fig felven geworden is.
De Koning van dien tyd had Tonkin niet
veroverd, oF hy fond fyn Broeder als fy-
nen Stadhouder na Coefsjientsjina, om
dit in fyn naam te beftieren' > maar hy
Was’er naaulyks gekomen , o f hy heeft
lieh weten daar Meefter van te maken,
en het van 'Tonkin af te fcheuren, gelyk
het na dien tyd ook een Rykop fichfel-
ven gebleven is.
En kor- Wat woefte Volkeren defe Coetsjien-
teiyk be- fSyinefen zyn , kan men in’tbreede in de
ongeluckige Reys van’tfchip den Arion
op ’t R if van Paracelles gebleven, en door
A . Bogaard befchrevcn, fien.
Men heeft bevorens (om Ibö te feg-
gen ) ^bit van dit Land hooren reppen,
maar zedert dat ongeluckig vöorval van
onfe Japanfche Vricnden, die met een
Vaartuyg van Ilha de Paracellas in Coetsjientsjim
tot hun öngeluk quamen
aan te landen, hebben wy nog eenig bericht
van de gefteltcnis defesKoninkryks
bekomen. Het grenft aan Tsjampa , en
aan Cambodia , dat ontrent twee etmaal
van Siam af legt. Ook willen fommige,
dat dit laatfte Anno 171 f. aan den Koning
van Coetsjientsjim Cynsbaar was.
Het is over meer dan 200. jaaren in
ftand gebragt, en eerflt bevolkt door een
Chinees , gebannen Prins , die ook de
eerfte Koning van Siam was, gelyk wy
ook onder die -ftoffe daar breeder van
fpreeken. -
Dat het al een vry groot Land is, bly kt
klaar aan de tochten, die deOnfen töen
na ’tH o f des Konings, foo te Land, als
te Water, gedaan hebben.
De Land voogdy, daar fy eerft aan quamen,
is Niatlang genaamu, van waar fy
’s morgens na Niaroe , dat de naam van
een Stad o f Vlek, en ook van eenLand-
fchap ichynd te zyn, vertrocken zyride,
’savonds aanquamen. :
Van Niaroe nu zyn eenige te Water,
en andere ten deelen Over- lchoon Zaey-
land , en hier en- daar over heuvel- en
bergagtig Land na de ftad Fayfoe vertrocken,
die 17 etmaal ’er van,daan lag.
Eer zy daar aanquamen,zyn fy door ver-
icheyde andere Lamlfehappen,
veej Dörpen getrocken.
Het eerfte dorp, by hen ontmoe$was
§{uankaatx in ’c landfghap Foy gelegen,
daaf fy den derden dag na hun vertrekaän-
quamen, na dat fy over een fteylen fwa-
reri Berg getrocken waren.
De vierde dag quamen iy in ’t Dorp
Bandaa tegeii de wind , dog ( na dat fy
door vcel andere groote plaatfen getrocken
\varen) en namen ’s nachts hun ruft
in ’t dorp Ranran , dat al redelyk groot
was.D
en iefden dag quamen fy-in -tDorp
’Tanquan, waar na fy over, gen moejely-
kcnBerg, en over een Zee-boefem door
veel gebroken Land getrocken zyndc,
in ’t dorp Kiomoey aangeland zyn.
Den negenden,dagvan hun tqcht quamen
iy by ’t Landfchap AioÄ'«?^ oiNuok-
man , cn deden. den twaalfden dag Jhun
middagmaal in ’t dorp Koequay, cn quamen
daag|s’er aan töi'Bodin, cn Bendaa,
dat onder aan ’t.gcbergte van *t Land-
fchap Gfuanshia lag. _ '
Den veertienden dag quamen iy ’s a-
vonds tot Diolay.y den iy . tpt Kathrua^
en den 17. dag in ’t dorp Tjoefo 9 dat
aan een Rievier lag.
Den 18. dag geraakten fy in ’t Land-
fchap Tjam, den ip. s’ avonds tot Ha-
Jam, en den zofte. te Todilay, van waar
fy , na dat iy over een groote ¿Rievier
getrocken waren,by en in de üajd.Flttyßpc
quamen, die fig van buyten feer^wel op-
dede.
Sy gingen die nader befchöuwen, en
bevonden daar in een gemeenc ftfaat van
Chineeiche fteene Huyfeii , mltsgaders
veel Winkels met allerley Waären voor-
zien,deWelkefich daar längs een Rievier
vertoonden.
Agter deie Huyfen en Winkels deden
iich verfcheyde Tempels , en daar buyten
niet anders dan geringe Woonin-
gen, &c. op.
Den zifte däg quamen iy fdt Haan,
en den zzfte.' m ’ ’t Dorp 2feun,: dat on-
der tegen een hoogen Berg ontrent :het
landfehad Cjam lag.
Naaft aan dit Landichap grenide Weer
een ander, Hoe genaämd,daar iyitt’ tdorp
Cosjee, gelyk fy niet lang daar na , na
•dat iy over een wyde Rievier getrocken
waren, in de hofftad Foe gekomen en
voor den Koning verfcheiien zyn^ diens
Paleys fy al vry groot , en vierkantig,
en alwaar fy een groot getal van wel
400. Metale en Ylere ftiickefl Gefchut
onder
V AN T Ö
bndeir vier grootp Galderyen » enhog
Veel andere onder eenige afdacken von-
den.De Lyfwagten van defen Vorft , die
den naam had van vry gierig te zyn,quamen
hen feer prächtig voor •, alioo fy
aan ider fyde des felfs Goude Houwer-
dragers vernamen , en wat verder van
hem af nog andere Lyfwachten met Sil-
vere Houwers, hoewel hy, ged urig voor
fyn leven > en voor verraad tegen hem
bekommerd , iich buyten dien nog op
andere Wachten vertrouwde.
Het Land in iich felven beftaat feer
veel uyt fchoone Zaey- landen , en uyt
heerlyke ten deelen Ryit- , ten deelen
Suyker-veldcn, die fy door een menigte
van Water-molens, welke fy ontrent de
Rievieren , die men hier menigvuldig
heeft, gemaakt hebben, op fyn tyd van
boodig water weten te vooriien.
Ook levert het felve , behalven de
Ryft en Suyker in overvloed , nog veel
andere Waaren,tc weten, Marmer, wilde
Canecl, o f Caffia Lignea, veel Yfer,
(alfoOi-’er veelMynen zyn) Sout,W afch,
Sappan-hout, Zyde, Cattocn, Agel-hout,
veel fchoope Peerden , eh niet minder
Büffels eh Olifanten uyt dat dan hier
ook een grooten handel met Olifantstanden
(hoewel dat niemand, dan den
fConing, geoorlofd is) en met Buffels-
huyden geeft.
Gelyk fy dood-vyanden van de Ton-
hindert zyn alioo zyn fy dat ook van de
Maieyers, Javaanen, en andere Volkeren
daar om ftreeks , cn fehynen meeft van
den roof te leven.
Het Volk is feer trots en hoogmoedig,
ichoon dood-arm, en heeft ganfeh geen
agting voor Vreemdelingen , dat onfe
elendige fchip - brcukelingen tot hun
fmert niet dan al te waar bevonden , en
foo eenige Franfche Priefters ( onder
welke fy de liefdadigheyd van de Paters
Franci/cus Gödefroy en Pierre de Heute ge-
weldig roemen) hen van tyd tot tyd
niet onderfteund hadden j fy fouden, na
allen fchyn o f yan honger geftorven, of
altoos noit van daar geraakt, en in een
elendige flaverny gebleven zyn , alfoo
hen de tyd al geleerd had, dat ’er opde
groote beloften van denChineefchen O-
verften Lifamia niet meer ftaat, dan op
de barmhertigheitder Coetsjientfineefen
te maken, cn dat het hen maar te doen was,
om de gans, zoo lang-zy vederen had,
. te plukken, gelyk wy dat uit een origi-
neel dag regifter van Pitter Keßeloot, ons
door een Japans vriend terhand gefteld,
gezien hebben.
Deze Vorft fchynt geen ommegang
fcr £■ I fct. i
met eenige andere Vorften te hebbehi
hoewel hier nu en dan nog al een vaar-
tuig van Siams niet deze en genc waa-
ren aanlanddc', waar mede zieh ook wel
een Franfche Priefter herwaarts begaff
gelyk wy onder de zaaken van den Gods-
dienft nog met een letter zullen aanhaa-
len. ,
Men heeft hier ook veel Chiiieezenj -
onder dewelke al zeer vermoogende
Kooplieden gevonden werden , en van
welke ’er al veelen tot Overften in eenige
plaatzen aangeftek zyn; hoewel het land
anders meeft door Mandaryns en Raaden
des Konings beftierd Wierd} maar hoe
godloos en roofagtig zy dat doen, kaü
men klaar, aan ’t geen onze^rmefchip-
breukelingen ontmoet is, zien, dat egter
hun Koning, na dat hy het verftaan
had, fcheen te verfoejen j miffchien w f l ,
om dat hy, hen door en doorkennende*
zeer wel wift, dat daar van niet veel in
zyn fchatkift lcomen zoude.
Ln dit is ’t eenige, ’t geen ons van dit
woeft volk, en van hun land te voren
gekomen is , ’t geen wy egter noodig
oordeelden met een letterken hier aan tö
halen, om dat dit land wel eer mede onder
Tonkin geftaan heeft, hoewel wy
anders noit cenigen handel daar gedree-
ven hebben.
Gelyk zieh nu ’s Konings broeder in De
die voornoemde tyd meefter van Coe- Tsjoewi
tsjiencsjinagemaakt had, alzoo wift ook
de Veldheer van dezen Vorft, ontrent Koning
dezen zelven tyd, zieh aan dat quaad voor- vanTon-
beeld van ’s Koning broeder fpiegelen- ,!?n ^arV,
de, zieh meefter van geheel Tonkin te zyn y
maken, zonder dat hy egter goed vond
zieh van den rechten Koning te ontilaan,
alzoo hy zag,' dat hy van ’t volk zeer be-
mind was, waaromKyden zelven in zyn
Paleys met wyven en kinderen beiloten,
en Zoo wel bewaart heeft , dat hy niet in
ftaat was, om hem eenig quaad te doen.
Dus wären hier twee Köningen op een
en dezelven tya f van een en ’t zelve Ryk;
dog de een maar in naam, en de ander
in der daad j hoewel de jonge Koning
Tsjoewa, nog zoo eenige fchaduwe van
Regeerihg aan den ouden liet.
\Wy weten hier verder niets van te ^ ^
zeggen, dan dat deze Landen van Ton- niceft
kin na de Zeelcant, wel zo mylen land- laagland;
waard in, doorgaans laag en zonder ge-
bergte, uitgenomen de Olifants-berg j
hoewel de hooger op gelegene landen,
boven deszelfs Hoofdftad nog zo a 30
mylen, zieh wat bergagtiger en yerheve-
ner Vertooncn; dog hoe men meer na ’t
Noorden komt * hoe men zwaarder bergen
heeft. In deze laagc landen nu heeft
A z meti