
34 A M B O N S C H E Z A A K E N
V I E R D E H O O F D S T U K
V.w Hervormden Godsdienft. Zaaken'die den Roomfchen Godsdienft doen uit-
ßerven. ' Onze dienß hier eerfi door een Krankbezoeker viaargenomcn. De Heer
Matelief geeft hen Do&or Wogma ten leermeefter; en belooft hen Predikanten,
Neemteenige Ambonfche Princen mede na Holland. D. W ü ten s ,^ eerfie Predikanc
hier, in 7, jaar i6 i f . Die 7 invoeren der Nederduitfche Taal beßkeurde, Dqg
ßapte tot het leeren der Maleitze Taal over. Waarom men niet tot de Ambonfche Taal
overgeßagen i$. Wat door D . 'Wikens i» de Maleitze Taal verricht is. Aanmerking
wer p laag Maleits, ¿7 zyn Eervj. gebruikt. D. Dankaarts 1» I jaar 1618. hier.
Wat hy in ’t laag Maleits wmV£/ heeft. Bericht van ±yn Eervj. wegehs de Jiaat van
den Araboinees, in opzicht van 7 geefielyke. En wegens hunnen DuiveW/V»/?. Wyze
van Befnydenis. En , Huwelyk. Eed. Tooveraars. Hun aard, &c. Traagheit
van den Inländer om de kinderen te Jäten leeren. Preuve by zyn Eervo. genomen, om hen
Duifüch te Heren verfldan. Dat in 7 ecrfi ivatgeleek, niactr daar na zeer afvich
R y ft-Chriftenen ¿/er in 7 jaar 1619. In 7 jaar « o , W fertige Ambonfche Prin-
cen na Holland. De N oeflälauwers in 7 jaar 1611. door Hidajät vervolgd. D. Dankaarts
vertrek van hier in 7 jaar 162.2., en 7 verdere door zyn Eervo:verricht. Het
laag Maleits by zyn Eerw. mede, en waarom, zoo by zyn Eerw. r als naderhand by den
Schryver, gebruikt. D. Hulfebos/» 7 jaar 162.Z. hierverdronken. In 7 jaar 162.2.
D . Dubbeldryk hier . : Wegens ßecht gedrag in 7 jaar i6zy. na Batavia gezonden.
Een Chinees Kapitein voerd Chriften. In 7'^aar i6 z f. D . du Praat hier. En D.
Follinus. Ook D . Vitriarius. D. Henrikszoon op Hönimöa gelegt. D. Dubbeldryk
's zaak . f In 7 'jaar 1616. D. Vitriarius 'hier geflaaiß. ' In 7 jaär i6iy. de
Prop. R.uthenius hier. Staat der Schoolen. Die ^«»Larike, en Wackafihoe,' /ö/
7 Ghriftendom genegen;
16 0 5 ..
Van den
Her-
Vdrmden
Góds- 1
dicäftr
' A de komft der Holländers,
die in hun land door den
Spaanfchen gemoeds - dwang
- zoo veel geweldin hun ge-
wiile, en om ’t : Geloove,
geleden hadden, vöndeh zy van eerften
a f hier , enelders, goed, geen anderen
Godsdienft der Chrifterien, ¿Jan den Hervormden,
te dulden, gelyk ook tot nog
toe alomme, ter plaatze daar zy meefter
2yn, geichied.
; Om nu met Ordre van de kerkelyke
zaaken, gedurende het beftier der Ne-
derlanders over Amboinaj te fpreken,
zoo zullen wy die, zoo als zy van den
"beginne a f , en van tyd tot tyd ver-
volgens, vöorgevallen zyn, zoo net, als
ons mogelyk wezen zal, voorftellen, en
de zaaken, die wy oordeelen daar verder
toe te behooren, hier en daar op zyn
tyd, en plaats daar byvoegen.
Zoo als Amboina by de onzen in ’t
jaar i6oy. eerft veroverd was, had men
nog geen gelegenheit, om aan de zaaken
- van den Godsdienft te können denken,
. vermits hier alles nog verfch en nieuw,
en ook deze verovering zeer gelukkig
i tegen alle gedagten uitgevallen was.
Zaaken Om het bygeloove der Papiften echter
die den allenskens en van zelfs te doen uitfterven,
fthen1" was ^et vooreerft genoeg, dat zy van
Gods- hunne Priefters beroofd waren, en geen
de minfte gelegenheit hadden, om zieh
zelven te oefferiep. De kruiflen, hier en
daar opgericht, wie^den weggenomen,
en verder alles_ njet _ zagtigheit en onge-
voelig uitgeroeid. ~ Men häd' op de iche-
peri ook geen Predikanten mede gebragt,
dite in ftak^konderi' geräken, ^bm'de
Taal van den Inlander te leeren, om hen
dus in de gronden van den Godsdienft te
pnderwyzenj dog dm egter na tyds gelegenheit
den zelven tc behei^gW,'Bet
men in de kerk van St. Paülus\ die be-
Wcften Het Kafteel aan ftrand ftond, en
van de Rooms-Catholyken bevorens gebruikt
was, den dienft door een Krankbezoeker
vooreerft waarnemen.
In ’t jaar 1607. by de komft van den
Heer Zeevoogd , Cormis Matelief, in
Amboina, gaven de Inländers hem te
kennen, dat de zaaken hier nu wel vry
beter en ordenrelyker, dari onder de Por-
tugeezen, toegingen j maar vermits zy
van ons gehoord hadden, dat de Godsdienft
der Portugeezen, hen "in hunne
tyden ingeplant, de ' rechte niet was,
zoo verzogten zy,"dat wy hen beter
wilden leeren , .en daar toe gelegenheit
van leermeefters, boeken, en,’^verdere,
daar toe noodig, alzoo zy als de beeilen
leefdeq^, geven wilden. ^ .
Ook hadden zy befpeurt,aat de onzen
wel by hunne dochters quamen, dog
dienft
doen uitfterven.
Onze
dienft
hier eerft
door een
Krank-
bçzoeker
waarge-
nomen.
1607.
S i
n ßEPt G O D S D I E N S T i
Í607.'
De Heer
Matelief
geeft hen
Dodtor ’
Wogma
, fen leer-
' meefter.
En be-
loofthen
Predikanten.
Neemt
eenige
Atobon-..
fchè Princen
na ,
Holland«
inet de zelve niet trouwen wilden , voor-
gevende, geen verlof van den Heer
Landyoogd daar toe te können krygenj
waar uit zy die fteíling öpmaakten, dat
de.onzen het niet recht met hen moeften
meinen, weshalven zy ook daar omtrent
zyne nadere ordre verzogten.
Omtrent het eerfte quam hy hen na
tyds gelegenheit te hulp, gevende hen
eenen Doófcor, Joannes Wogma, die by
den Zeevoogd , Steven van der Hagen ¡
op ’t Kafteel gelaten was, tot hunnen
eerften Schoolmeefter, aan welken hy
Belaftte, twee uuren voor en twee uuren
na de middag ichool te houden, de kinderen
te leeren .bidden, lezen, en ichry-
ven, waar voor hy, zyn ampt wel waar-
ñemende , agtien gulden ter maand
Winnen zou. Óok beloofde hy Ég
zullen bezorgen, dat hier Prädikanten
körnen zouden, om hen verder in de
grohdeii van onzen Godsdienft te onder-
wyzen. _
Omtrent het trouwen gaf hy hen dit
cenoegen, dat hy zeer ftrenge örders
ltelde, om voortaan de dochters der
Amboineczen niet tot Byzitten te ge-
Bruiken, en, als zy die moede waren,
weér te laten loopen, en weér tot andere
te gaanj maar belaftte den Heer Land-
voogd Houtman, om de Hollanders met
de dochters der Inlanders daar zy gene-
genheit toe hadden, en met welke zy
verkeerden, te doen trouwen, en dus
alle hoerery af te inyden, onder bedrei-
ging van zware ftraffe aan allen, die dit
bevél ovértrgden mogten.
Eer die Heer, van hier vertrok, vond
hy goed, om den Inlander een beter
indruk van ons gedrag, regeering, . land,
en Godsdienft, dan hen van de Portugeezen
zéér vergiftig ingeblazen was, te
feven, ten dien eindé eenige Ambonfche
ongelingen, de zoonen van deze en gehe
Grooten, met hun vrye wil mede na
Holland te nemen.
De een was Hal'dene, middelfte zoon
van Kapitein Hitoe, Tepil genaamd, en
tie dier tyd een van onze befte vrienden.
Deze was een Moor, dog nog onbefne-
den, fchoon al tien o f twaalf jaaren oud
zynde.
De tweedé was Laurens , zoon van
pon Marcus, Hhoecom, ofHoofd,van
het magtig dorp Hative.' ;
De derde was Martinho Hehoewat,
zoon van Antoni Hehoewat, Hoofd van
Tawiri.
Deze ^twee laatftc waren Ghriften-
kinderen, en zoonen van die genen, die
de Portugeezen wel het meeft toegedaan
waren, die nu in Holland uit onze manieren
en zeden zouden können zien,
dat w y geen zee-rooverszonder regeering
iS
waren (gelyk de Portugeezen voorgaven)
maar Volkeren , die ordentelyk leefden,
en dat wy een Godsdienft, vry beter^
dan die der Portugeezen y oeffenden.
Tfe meer deed hy dit, om dat de vader
van Don Marcus, te Goa geweeft, en
van den ander-Koning hooglyk geccrd
was.
Dezen ttam hy, nog maar tien o f twaalf
jaren oud, met zieh, om hen daar Van
jongs af aan in de eerfte gronden van
onzen Godsdienft op te queeken, en hen
die zoo zuiver, als ’t mogelyk was, te
doen inzuigen, op dat hy hen, wannecr
zy hier wederquamen , ' als bequame
werktuigen tot voortzetting van dien
onder den inlander zou können gebrui-
ken, alzoo die hun eigen kinderen in dit
ftuk veel meer j dan ons, gelooven
zouden.
Behalven de drie vorige, was ’er nog
eene Sibori , bröeder van Fernando van
Noeflanivel, een Moor, by.
Men gaf hen in Holland den naam van
Princen} hoewel zy niet anders, dan
kinderen Van dorps-Hoofden waren, die
hen niet veel toeruftinge konden byzet-
ten, alzoo zy niet veel hadden, zoo dat
zy ten lafte van de E. Maatichappye geweeft
zyn 5 uitgenomen dat Kapitein
Tepil zyn zoon 14z. Ryxdaalders en twee
Bahaar, o f 1100. pond, Nagelen op de
rgize medegaf, waar mede de Heer
Matelief den 3 den Mai in ’t jaar 1007.
uit Amboina verzeilde. Hy vertrok met
’t fchip Orangie den ¿8ften Jariuary in ’c
jaar 1608. van Bantam, en quam met
hen den Iden September voor Ramme-
kens ten anker;
^ .Najdat dezen nu eenige tyd iu Hol*
land geweeft: wären, qüameh zy ( uitgenomen
Sibori^ die den Z2ften Auguftus
in ’t-jaar 1608. niet verre van het Canaal '
overleden was) in ’t jaar 161 o. met den
eerften ppper-Landvoogd van Indien, de
Heer Pieter Botb te rüg, en verfchenen
in ’t jaar 1611. weder in Amboina.
ln dit; zelve jaar vertrokken met den
Heer Landvoogd , Frederik Houtman j
weder eenige kinderen .der Ambonfche
Orangkaja’sj vari welke men, na hurt
wederkomft j Schoolmeefters maakte ^
waar onder Laurens Tenoek, van Noefla-
nivel geweeft is., die tot in. den tyd van
den Heer Hußaart geleefd heeft.
In ’t jaar i6 iy . vericheen hier met dd jj,
vloot van dentweeden öpper-Landvoogd tens, de
van Indjen, de Heer Gérard Reinfil^ de eerft?
eerfte Predikant, Cäfpar Wiltens ge- ^[e^n1'«
naanid. _ jaar 161
Deze Heer oordeelde het' beft, om
(even als de Portugeezen overal hunne
Taal ingedrongen hadden) de Nederduitfche
Taal in de Ambonfche Schoolen
E z in