
B E S C H R Y V I N G
V A N D E
H E E S T E R S
Z E V E N D E H O O F D S T U K .
VAn de Heeilers, die 6p zieh zeigen ft aan. Van de verfcheide zoorten van Bamboezen.
De Sammet-Bamboes , en andere groote Rieten. Ferfcheide andere
zoorten van Rieten. Biöem-ge waflehen. De Boenga Raja. Boenga Powan. D§
Tyd-bloem. De Avond-bloem. De Paauwen-Kuif. De Boenga Goelong Tsjoe-
tsjoe. De Manilhäfe bloem. Zte'Gajati-blaem. De BoengaDjarom Djarom. De
Boppatsjeda-bloem. De Javaanfche Lelie, en meer andere Bloemen. De Tonkin-
fe Moegri-bloem. De Pandang-Struik. Heeilers, tot. ctetaßd op.de Feeften** } De
^diho-Plant. D eDahon Poetri. De pahon Parada. Heeilers in de &enees-kua-
de van gebruik. Tsjengke Laoet. Heefters tot fpyze, en andere nuttigbeden. De Dahon
Papedo. HeeA(srsy 'tdt k7eedereh. De Kattoen-StVuik. Kleederen uit baßen van
Boomen. Gendä Pöeri ¿bW,’ tot beröoking derHeederen. De Dahon Lacca. Heeilers
tot andere zaaken nut. De Dahon Soedoe Soedoe-Struik. De Carendang. De lÄ-
kuwala.
Van de
Heeßen.
Die op
lieh zel-
ven tla-n.
Van de
verfchei-
de zoorten
van
Bamboe-
zen.
De
Sammet
Bamboes.
en andere
groote
Rieten.
t A dat wy nu *t noodige van
I de Boomen gezegt hebben,
I ¿ifcht ons voorig oeftek, dat
: i ■ ^ wy over gaan , om van de
Heeilers , en Kruiden te Ipre-
ken , zullende een begin met de eerile
maaken.
Onder de Heeilers komen onszommi-
ge v.öor j die op zieh zelven, en recht o-
ver eind ilaan, en weer andere, die, gecn
ilatnmetjehebbende, maar längs de grond
kruipen.
Önder de eerile zoort van Heeilers
komen ons de vericheide zoorten van
Bamboezen voor, die van een groot gebruik
onder den Inlander tot allerley
dienilen zyn. Men ziet ze in de Hortus
Malabaricus I. Deel Fig. 16. onder de
naam van Ily verbeeld.
Men teld van deze Rieten, o f Bamboezen
, weer veelerley zoorten, waar
van egter deze als de voornaamfte be-
kend zyn. Boeloe Sammet, Boeloe Po-
tong , Boeloe Djawa , Boeloe Sowanggi,
Boeloe Badoeri, Boeloe Stoey, Boeloe Sero, i
en de Looleeba.
De Boeloe Sammet, o f Sammet Bamboes
, is de grootile, die ik kenne, werdende
byna als een Cälappus-boom van
hoogte,zoo dat hy wel negentig enhon-
derd voeten hoog werd.’ Hy krygt dan
ook wel de dikte van een matige Calappus
boom, en zomtyds als een man in zyn
midden, hebbendeleden, die drie voe*
ten lang, en een vinger dik valleft, en
welker Bladeren kleinen final zyn. Wat
bloeizel, o f Vrügten deze Bamboes draagd,.
is onbekend. Zy dienen meeil tot vler-
ken van de Cora Cord’s , en tot Water-
en Tyfer-vateh van den Inlander, om hun
drank te bewaren, zynde de-leden . ön-
rrent een dye dik,/waar toe egrer dü Boeloe
Potong, en de Javaanfche Bamboezen,
veel beter dienen j :alzoö die veel grooter
Rieten uitleveren , verfchil lende- vorder
niejt veel van de Sammet Bamboes. '' ' Ook.
diend de Boeloe Potong veeltyds tot mailen
van Cora -Cpra’Sy en andere kleine
Vaartuigeny om dat zy hoog, recht, en
taav vallen.
De Javaanfche Bamboes \s wel de glad-
ile , en fraayile van deze drie zoorten
van groote Rieten, groeyende ontrent
vyftig voet hoog , hebbende leden die
twee en drie voet lang, als een gemeenc
Pinang-boom van dikte in ’t rond, en ontrent
een pink dik van hout zyn.
Zy dienen voor al tot Water- en Sa-
guweer-vaten, om hunne dranken ’er in
te tyfferen, en de zelve ook op hunne
reizen hier o f daar na toe mede te voe-
ren.M
en maakt ’er op Java, Bali , Celebes
, en daar men gecn Qabba Gabba heeft,
ook
En GELASSEN
* Ook de wanden der Huizen, Heiningen
Ladders, Banken, en meer andere.dingen
, van.' Het nieuwe uitfpruitzel der
zelve, ontrent de nieuwe Maan voortko-
mende , en een arm dik, fchiet binnen
een maand wel twaalf voét hoog-, en
. diend ’t bovenile iiuk ’er af, ontrent een
voet lang, wat geweékt en ©pgékookt,
tot het maken van zeer fchoqne Bamboes
Atsjaar, die, in fchyven gefpeden, en zoo
verzonden werd. Men kan ’er anders
ook een lekker Moes van koken.
Men wil , dat de ‘Tabascir , o f Sakar
Bamboes (zynde als een zoort van Poe-
der-Zuiker) in deze Rieten v a lt, dog
hier te Lande vind men ’er dat niet in.
■f Geen harder zoort van Bamboezen ken
ik , als de Boeloe Sowanggi, zeer klein en
fmal van blad, die agt of tien duim lang,
en een vinger breed vallen. Men heeft
verfcheide zoorten van dit Riet. Zy
werden meciltot Draag-iloeleq gebruikt,
om dat zy fterk, en licht zyn ,. en ook
■ tot vlerken der Cora Cora’s ,mailen, enz.
Het jong uitfpruitzel, o f de Robong
der zelve diend méde (gelyk ’t voorige
van de Boeloe Djawa) tot ípyze , en A-
.fsjaar.
Dit is de Bamboes , die de Amboinee-
zen, nog Heidenen zynde, op den Berg
v^n Soya , by Seri Mahoe , en elders ,
Goddelyke eere plagten aan te doen.
Verfchei- De Boeloe Badoeri, o í het doornagtig
de andere Riet, valt zoo hoog , nog dik van itam
ioorten niet, als de Boeloe Potong', dog breid zig
vanRie- Wy jer uit> ¡)it Rjet js we¡ het dikfte ,
hebbende byna niets, dat hol is, en zoo
hard,dat ’er de byl op afiluit, en ’t vuur
uitfpringt. Deszelfs blad komt de Boeloe
Sowanggi wel ’t naaft. Het diend allerbell
tot Stylen,Paalen, Maaten, Kannen,
enz.
De Boeloe 1‘oey,anders ook wel ’t W ¿rp-
Spieflen-Riet genaamd, fchynd wel een
zoort van Witte. Lóléba te zyn , zynde
Rieten pas van twec vingers dikte, zeet
glad , en byzonder hard. De Inlander
maakt ’er Fluiten , Werp-Spieflen, en
I ook wel Sero's, o f Vifch-Fuiken van.
De Boeloe Sero , o f de Fuik-Bamboes
, is weer een byzonder zoort, dik-
ker van Riet, en dichtér van Struik, als
de LAleba, ten hoogllen ontrent een arm
dik, dog gemeenelyk vry dünner, lcor-
ter van leden, als de Lóléba , ook fmal-
ler en bleeker van blad, dat wel tien of
twaalf duim lang valt.
Het eerile uitfpruitzel van deze werd
zomtyds wel gegeten. maar valt bitter,
en zoo goed niet als ?t voorige.: .
Dit Riet werd tot Pagars, Fuiken ,
en diergelyke werken , meeft gebruikt.
In China werd ’er ook wel Chinees papier
•van gemaakt.
Het dunlle zoort van deze Rieten
werd Looleéba genaamd, zynde v.eel reg^-
te llammen by een,die wortels-wyzp uit
eene Struik opgroeyen,en al zeer na aan
ons Riet, komen j dog zy hebben een
breeder blad, eh de Stoel verdeeld zieh
ook in meer zyde-takkén , die uit yder
lid vbele by een fläan.
Hier van zyn veele zoorten, als de wit4
te, de zwarte, dé Looleeba,ó f de
quade , de gefchilderde , de gefireeptej
en de Looleeba van Amahoejfoe, die wel de
dikfte van allen is.
Alle deze zoorten van Looleeba hebbeú.
een groot gebruik onder den Inländer tot
het maken van veel werken , älzoo de
zelve gefpleten, en dan tot veel dienilen
verbezigd werden.
Het is haar Garen, om de Atap me-»
de te naajen , en oih ’et byna alles,
’t zy aan hare Fuiken, Korven , Manden
, enz. mede te binden. Zy dienen,
heel zynde, Ook wel tot potten, om ’ef
Schild - Padden , en ander Vleefch ,
in te koofcen. Metí vind ’er in ’t
Bofch ook, daar zeer goed drinkwater
in groeid, '
Behalven de boomagtige Rieten, zyn
’er ook eenige kleiner zoorten.
.Voor een by zoort van’t Riet kan men
ook houden de Tongkat Sjeithan , o f de
Duivcls-Staf, hebbende iet van h et Riet,
en ook van de BieZeni Het is eOh Struik
van zeven o f agt voeten hoog, met
veel rechte lleelen , van buiten glad ,
rond, en lang van leden, die wel vier o f
vyf voet lang, en wel epn vinger dik zyn.
yan binnen is ’er een Hof, byna als de
bies , dog zy valt droog , en draadig.
Het blad gelykt wel wat na Galanga,
Curcuma, o f Koening. ;
Dit Riet, gelyk méde 'v Moer as-Riet $
diend , by gebrek van Looleeba, tot de
zelve dienilen, waar toe men die anders
gebruikt , gelyk mede tot kleine Latten.
Ook is ’er nog een kleine Zoort van
Riet, Djodjo in de Moluccos, en van de
Amboineezen Lomhoewan genaamd , welke
meeil gebruikt werd , om pylen
(die pas een pink dik , en nog dünner
, vallen) van te maaken. Ook werd
ze gebruikt , om ’er Atap mede te
naayen.
Onder de Heeilers heeft men ook ver- ßloeia^
fcheide fraaye Bloem-gewaflehen, fraayé gewaf-
cier-bladeren,enheerlyke Heeilers tot de fchen*
Genees-kunde , tot lpyze, en tot verfcheide
nuttige gebruiken dienende. Wat
de Bloem-gewaflehen betreft, voor een
van dé grootile, fchoonlte, cn fterkfte van
verw rekend men de Boenga Raya,o f de
Feeß-bloem.
, Dit is een Struik, van hoogte als eefr DeBocjs^
F f z Rooze