
r
1 1 1
y j 8 V E R H A N D E L I N G d £ r
VERHANDELING
D E R
WEST-INDISCHE
E N
EUROPEISCHE,
ZEE-HORENKE \\S.
W M
W f »
T W A A L F D E H O O F D S T U K .
JT T Ttlandfche Zee-Horenkens. Waar zy al vallen. Zoo in Wcft-Tndien , als in
CJ Europa. Welt-lndiiche, of Europeiiche Schelpen. Van de Z e e Boomen, enz:
Zee-Bloemen. Verfteende dingen. By wie men nteer Uytlandfe Hbreris afgebe'eld
zien kan. Oudheid van deze Liefhebbery. Naamen der oude LiefhebbersEn der Latere.
Horens, in Jonfton afgebeeld. Bonannus Werk.
Uytiandfche
Zee-Horenkens.
A dat wy van dfe Öoßerfche
Zee - Horenkens , en Schelpen,
200 uitvoerig, als wy het
noodig . oordcelden , gehan-
deld, eri aangewezen heb-
ben, welke wy daar van niet, ennunog
bezitten (alzoo w y die alle , van welke
wy het tegendeel niet ter nederitellen,
hebben,) zal het riiet ongerymd zyn ,
dat wy nu ook eens aanhaalen, wat voor
zoorten wy van de Weß-lndifcbe, en Eu-
ropeifche onder ons hebben. .
Hoe fchoone Hoornen en Schelpen Am-
boina , en andre geweften in Odft-Indien,
ook geven, moeten wy echter bekennen
dat ’er mede zeer fchoone in Weß- Indien,
Waar zy en voor al op *t Eiland Curafao, (van
v en' waar ik wonderlyke fchoone Appelbloe-
zeme en Citroen-geele ftukken van een
fterke verwe, en fraeje teekening, gezien
hebbe) in Arguin, en in mcer andre plaat-
zen_vallen4
Onder dé Wed - IrJifché zulien wy de Zoo iii
Kaapze en Zuidlandfche , ffm- dk£ wy--ér Weft-In-
daar weynig van hebben, mede refcenen. dien.
In Ew opa vallen mede zeér fraeje Hoornen
, en onder de Europeifché geven wy
de voorrang aan die, dewelke in átMid-
dellandfche-Zee vallen.?;
In Engeland,. ais mede op verfcheidé , Ais in
Eylanden. in Weft-Iridien , en plaatzén- in Europa.
ifrica, onder de Éñgelfchen behoorende,
vind mén mede zeer—zeldzanie Horenkens
, waar by men dan eindelyk dezc en
geené zoorten, in de Golf van Vrankryk,
in de Baey van Cadix , in de Straat Da-
vidj, en in Groenland zelf vallen Je, wel
voegen mag; dog nu alie d:e zoorten zoo
net te onderfcheiden, of dar ik ieders by-
zonder Vaderland aanwyzen zoudé , is
my onmogelyk , alzoo ik dat van vcclé
niet weet j maar van welke het my be-
kend is, zal ik het aanhaalen.
Kaapv
ü l
i i i
m m m 1
Kaapze Hoorns.
Aan Kaap de goede Hope heb ik A°. 170y.
ten Huizevande Heer Elzevier, tweede
Perzoon aldaar, een Doeken-Huyfje zoo
groot, als my noit voorgekomen is , gezien.
Het was veel meer als eene , o f weynig
minder als twee Hout-voeten lang ,
en van agteren was de rüg, die anders pas
een vinger breed is , wel drie vingcren
breed.
Men had die daar aan Strand gevon-
den , en daar was een zeer groot gat in
geilagen.
De Heer Elzevier had ze van een ander,
dien ze toebehoorde, laaten haalen,
orn die aan my te toonen , zonder dat ik
vqrder wete, waar die. vervaren is.
De Kaapze Alikruyk.
Ik heb ’er twee van.
De Kaapze witte Siek.
Dit zyn de eenige, die van deze Kuft
bezitte,
Ik heb ’er zeven van deze zoort.
Op de Stranden van het Zuydland val-
len ongemeene fraeje Hoorns, Waar van
’er zeker Liefhebbcr in Zeeland veel
bezit > dog ik bezit ’er drie vante weten,
Het Zuidlands Trompetje.
Het is wit van grond , zy zyn met
zwarte vlammen, en fraey geteekend j
Ik zal nu de Weß-Indifche.en Europei-
fche zoorten, maar zoodanig , als die in
myne Laden voorkomen, opnoemen.
De opgetakte Krul-Hoorn, o f de Spaanfche
Hoorn, een zoort van Schild-
pads-fiaarten
D it is een Hoorn als een Krul - Hoorn
van fatzoen , zonder krullen o f takken,
met zwarte en witte banden.. Deze val-
len in de Baey van Cadix. Ik heb ’er ver-
fcheidene van.
Arguinze Krul-Hoorns \ zonder Takken,
of Krullen.
Van deze zyn ’er verfcheidene zoorten,
van verfcheidene verwen , met, en zonder
banden , waar van ik ’er verfcheide-
nerley , en ook met Orangie banden ,
graeuwe, witte, enz: bezitte.
De zwarte Moor met banden.
Van deze zoort, vallende op Curafao,
heb ik ’er verfcheidenerley gebandeerde,
met enkele , en dubble banden , en een
met een witte breede band 5 ook een
graeuwe.
De Baßaard- Guineefche Toot.
Van deze, mede op Curafao vallende,
heb ik ’er veele, groote, en ook fraeje.
De Soldaat.
Van deze heb ik ’er vier , dog eenen
zeer grooten, heerlyk gepaarlemoerd.
-2 Het is een fchoone Hoorn, die in zyn
eigen couleur glad, en zwart en wit getec-
kend is , gelykende wel na een groote
Naflauwer, o f Petola-Hoorn.
De Knol-Hoorn.
Deze valt op het Doggerzand, is geel-
agtig, en ook wel wit, zynde ’tbinnen-
ly f als een Knolj doch voor met een lange
tuy t, agter mede met lange gieren,
en knobbels uitloopende.
De Wefi-Indifche Trompet.
Deze is van teekening als de Ooß-Indi-
fche j dog korter in een gedrongen. Ik
heb ’er een van, en de Heer Voet heeft
een zeldzame, die Appelbloezem is.
De IVefl-lndifche gemeene Tepelbak.
Deze is byna als de Ambonfche, op de
Plaat No. XX XI. Letter A. j dog wat
ronder, de eene geel-agtig , en de andre
bruiner van verw, en een weynig anders
van Tepel/* zonder doorns, öfkroon ’er
agter aan. Ook zommige zonder Tepel.
Zy valt op Curafao, en ik heb ’er een
paar van.
De lange ongemeene graeuwe Weß- Indifcht
Tepelbak.
Deze is veel imaller en langwerpig ,
met een Tepeltje, dog zonder kroon.
Ik heb ’er ook een paar van. Zy val-
len mede op Curagao.
Van deze zyn nog andre zoorten, en
zelf zeer fraeje gcvlamde.
De Franfche Bel-Hoorn , o f de S*. Malo-
fche Hoorn.
Dit is een fraeje dikke Hoorn, wit van
grond., met breede rofle vlekken, zynde
als een körte in een gedrongen Triton,
| o f Trompet. Zy vallen in de Bogt van
Vrankryk. Ik heb ’er een paar kleene 5
en nog een ander veel kleener van.
Den Admiraal der Wefi-lndifche geele Bo-
terweggen.
Dit is een geele Hoorn , als de Harts-
Hoorn van fatzoen j dog de eene is agter
plat, en d’andre met een tuitje, beide
met veel ftippel-banden.
Ik bezit ’er twee af, ieder wat byzon-
der. Waar zy vallen, weet ik niet.
De groote gedoornde , of kort-getakte Lap-
Hoorn, van de Heer Voet, als een
Wefi-lndifche my vereerd.
De graeuwe geknolbelde Lap-Hoorn.
Hier van heb ik ’er een paar witte, en
een geele. Hy valt maar half zoo groot,
als de