
.'S Ä !
« f i l l i ® i l
H H I l
1 1 1 I I I
I S S J l ill
I
Ia |Ip ,..
H I
I i l
M
1 1
■i
Byen.
De
Sprinkliaan.
Yzer en Staal (gelyk ik gezien heb) byt,
o f ’t zelve dooreet. r .
Zy onthouden zig voornamelyk in ou-
de Huizen , en Voor al in oude Yzer-
Houte ftylen en balken, ook maken zy
hare loopgraven , die met vafte aan-een-
klevende Aarde wel voorzien zyn , zeer
veel uitwendig , dat men ze zien kan ;
dog men moet ze niet ftooren, of dan
komen zy ’t ganfch Huis door. Zoo men nu
*t ongeluk heeft, dat zy zieh by nacht ,
o f andre, tyden, hier o f daar in een Kift,
Cabinet , o f Kas,; begeven , können zy
in eenen nacht een ganfehe Kift , ja
een dikke ftapel met Kleederen , of met
Linnen, doorwreeten , als o f het door-
geboord was. Het is gebeurd , dat zy
op eene nacht zoo door de poot van een
Kift, midcjen ’er door, en cioè nog door
ettelykc hembden heen gegeeten hadden.
Het beile middel ’er tegen is , dat men
’er roode Mieren ontrent brengt, die de
zelve op eeten.
Gemeene Byen, die hier Wafch en
Honig bereiden, als ook de Hommels,
en nog zeker flag van Bolch-Hommels,
by den Inländer Niri genaamd, heeft
men hier mede in menigte.
Ook zyn hier velerley Sprinkhaanen.
De gemeene verdiend geen befchry ving ;
maar daar is eenongemeenegrootezoort,
die wy hier by de Letter N. en O. in
Prent vertoonen.
Zy-is wel een ipan, en ook wel een
voet groot, en ichoon gemarméld van1
ver wen, en ten deelen groen, tendeelen
Koper-verwig, ten deelen rood, en
ichoon Purper - verwig. Zy hebben
vier zeer groote vleugeis. Ook hebben
zy aan ieder oog een lang recht-op-
gaande dun hairken met een kleeri knods-
je aan ’t einde ; vertoonende verder een
kop, by na als die van eengemuilbande,
én opgetoomde Kameel. Indien de Koei-
jen daar van komen te eeten , fterven
zy ’er ten eerflen van.
W y hebben ’er op eene dageensnegen
door verloren. Zy Jcomen hier zelden
over j maar men vreeft om die reden ’er
zeer voor. Van de vleugeis zyndevoor-
lte enbovenftedeklecnftc, endehardfte,
die zomtyds ook groen , rood , en wit,
en met halvekringen gemarmeld zyn.
Daar onder leggen twee andre, ruim
een vinger lang, van een dun en kra-
kend vel gemaakt, ( en als fyn Pergament
,. met aderkens doorregen, en
met zwart-agtige vlekken ook wel bezet.
Deze zyn zomtyds bleek-purper-verwig
van grond , met fyne zwarte ftreepen
overlangs, en kleene dwars-vlammetjes,
die half orangie, en half rood zyn; gelyk
men die by de N. zoo verbeeld ziet. Dog
andre (gelyk men by de Letter O.ziet,)
i lKUH
f i l i l i
zyn licht- o f Zee-groen van grond, met
fyne ftreepen, en met veel geele en don-
ker-roode vlammekens.
Het agterlyf is in vericheide leden ver-
deeld , en ’t eindigd met een gefpleten
fteert, waar onder een kromme klaeuw
verborgen leg t, met de ipits opwaards
gekeerd. Daar hy valt, «egt hy al ’t
loof der. Boomen weg ; dog werd-.meeft
op läge, Boomkens-gevangen, zynde nict
zeer lchuw, en daar door licht tekrygen.
De grootfte zyn de Wyfkens; maar de
Mannekens zyn maar half zoo groot;
dog moijer geteekend, en fterker van
lyf | zeer hart met hare pooten van zieh
ilaande, en ook vry moeijelyker te van-
gen, dan de Wyfkens.
Zy hebben fes pooten , die groen en
geel zyn, en onder aan welke een roode en
orangie klaeuw als een half maantje is.
De Baliers en Javaanen (dat zeldzaam
is) eeten de zelve, bradende die, en roo-
gelyk dat ’er dan dat gene uitbraad , ifat
deKoeijen de dood, en die-fterven doet.
A®. 1671. heett men op Timor zulken
menigte Sprinkhaanen gehad , dat zy de
geheele Lucht verduilterden , en als zy
ltierven, bragten zy een doodelykellank
op dat Eiland , waar op daar een zware
fterfte van alles volgde.
.ken ganfch zeldzaam flag van Sprink- Het
haanen zullen wy alhier belchryven, Wände»
welk men eer voor een blad van eenlende
j|§|g|%. im.yep f een levendig Dier , of Blad*
voor een Sprinkhaan, zou aanzien, waar
van ik driederlei gedaante aangemerkt
hebbe , meeft verichillende , na datde
Boomen, waar op men ze vind , waren.
Deze eerfte blad - Sprink - haan j : was
een Boom-bladt zoo gelyk, dat men hem
daar voor aanzag , als men nieL zeer
naeuw op het kleen hoofdeken lette ,
want hy was vooreerft Gras groen , gelyk
het loof van den Boom, waar op hy
gevonden wierd. De breede vleugelen
waren met adertjes en ribben, gelyk een
waar bladt vercierd , en hy is omtrent 2
duimen lang en twee breed, hebbende
onderen een fcherp - uitpuilenden buik,
de welke boven op de rüg wat hol, gelyk
als een Schuitje, is. Hy heeft fes pooten
, waar van de z voorfte de kortfte
zyn, eil digt aan den hals ftaan, en het
agterfte lid van ieder is zeer breed , en
als een ultgefnede ftuk van een blad van
gedaante.
" Het tweede flag is wat langer en fmaller,
gelykende een blad van deKondondong,
daar de eerfte zoorte beter na een Le-
moen-blad geleek. Hiero'm worden alle
deze zoorten der Sprinkhaanen Ay oelit-
laun, o f Ay oelilaun, dat is, Condondong-
blad, genaamd. De 4mboineezen houden
het voor een gropc pngeluk, zoo iemand
deze
deze fprinkhaanen vind , zeggende , dat
in körten tyd iemand van des Vinders
Vriendfchap fterven zal.
De deide zoorte is gevleugeld, lank drie
en een halve duim , en twee' dwersvin-
gers breed aan den buik , de welke byna
van gedaante als een Schuitjen) te w e - .
ten, boven hol, beneden met een rugge
door de midden uitpuilende , en verder
gelyk een Schilpad op den rugge was, ]
hebbende een fteert ^ die opwaarts fpits
toeloopt. In de holligheid van de rugge
leggen twee dünne vleugels, die zoo digt
aan ’t lyf geflooten zyn , dat men ze
kwalyk bekennen kan , eer men die op
lig e , zynde geteekend met dwerze-aderen,
gelyk de ribben aan een blad, en
daar tuflehen met veele fyne en ven
V E R H A
V O G
T W E E D E
adertjes. De vleugels zyn'geel, gelyk
een verwelkend blad , en met bruine
plekken. Hy heeft fes kortd pooten ,
waar van de twee voorfte de kortfte zyn;
en digt aan den hals ftaan, en ieder poot
is aan het agterfte lid zeer breed, gelyk
een ftuk van een blad, zynde aan de binnen
kant fyn gezaagd. Het lyf is over-
dwers verdeeld in 14 leden.
Hy is gevonden, Ao. 1686. op een blad
van de Dahon Baroe Poet eh ofde (No*
veila vulgaris Litt orea) op ’t Strand by
| JVaynitoe. Hy had eenlangzamengang,
en kroop eerft voort, doe men hem aan-
raakte, dogwerd zeer zelden gevonden,
daar de groene eerftgemelde zoorte redc-
lyk gemecn is»
N D E L I N G
D E R
E L E N
H O O F D S T U K *
V ~rAn de Vogelen, de Cazuwäris. Näant. De Bintapoe j of Waterpäcuw. D i
V Krop-Gans. De Jaar-Vogel, in prent vertoond. De Gelebifche of Manadofche
Jaar-Vogel. Andre zoorten^ De Talan-Vogel. De Zee-Arend. Een tweede en derde
zoort. De Hoerea, een zoort van Valken. De Kiekendief. - De tweede'zoort van
Manehi’s. Een der de zoort. De Paradjfs-Vogel;i)e groote Aroewefche Paradys-
Vogel. des zelfs naam. Haren Koning. Gebruyk des zelfs. De Papoefche Para-
dys-yogel, ln prent vertoond. Zyn naam. De groote.zwarte Paracfys - Vogel. Zyn
naam. De kleene zwarte Paradys-Vogel. De witte Paradys-Vogel. Die tweeder-
lei is. De zwarte bnbekende Paradys - Vogel y in prent verbeeld. Het Konings - Vögelt
je. Naam. De Loeri. De Zwart-kop. D i Ternataanfche Locri. De Poe-
poefche zoort. De Wilde Loeri. Iwederley. Deroöde Wilde Loeri, Degefpikkelde
Wilde zoort. De Boetonfche Perkiet.; De Maflowalze. De witte Kakatoeha.
Tweederley. De groote witte zoort. De kleene Molukze Kakatoeha. Da Boetonfche
zoort. De groene Raven. De kleene groawe Kakatoeha. De roode zoort. De groene
Tamboekze Kakatoeha. De Tohorkey , o f t Manneken van de Ambonfche Ysvo-
gel. De Sariwan of V Wyfken van die Ysvogel, in prent vertoond. De Malleoe ,
of’t Wild Veld-Hoen. De Langbek , in prent vertoond. De MaiTareke, of Hout-
Snip, na ’tleven verbeeld. De Latoewafti, of de Koning der Velden. De Kalefa-
ter. De Pylftaart. Da Soki-Vogel. Da Koekoek. De blaeuwe Bofch-Duyve. Da
Bandafche Nooten-Ecter. Da witte Bofch-Duyve. De läge of graeuweTortel-Duy£
Het Purper Hoofdje. Een derde zoort van Tortel-Duyven. Da Vogel Aloe , een
zoort van /,«r/>ara Tortel-Duyven. Da Mpeflon-Vogel. DaQuikftaart. HetTsjoei-
Vogeltje. Da Boontjens-Vogel. Da Galattiek. Da Naboe. Dewitte, ende zwar*
te Reyger, Uylen. Vledermuizen. Vliegende Katten. Da Swaluw, a», voor al^
die de Vogel-Neskens in prent vertoond. Hoenderen. Ajam Soelafli, of zwarte
Hoenderen. Ganzen,'eh Endvogels. Duyven.
III. D e e l . P p N»