
371 v e r h a n d e l i n g o e r
ingebogcn is , bebbende daar eerft een
zöompje van kleene zwarte ftippelen, en
dan als een zoom van dünne Zee - groene
fraanje , e.en ftroio-breed, en daar na
weer tegen ¡de lever-yerwige groijd van
den ftaart aan een beqrlyken Zee-groenen
dwars-band, die ontrent eenftroo-breed,
en dan verder met een fynen zwarten boord
btnzet i§. _ >
Deze''Vifch is zeer aangenaam van
fmaak', en ongemeen goed, ’t zy tot
yV ater - V ifch, ’t zy ook , om hem anders,
¿fy iget een fauce teeeten;
No. Doet ons den Ikan Soenoc, of
de Söenoc-Fifth ^ in den welke de heer-
lyke verwen wonderlyk fchoon en .fterk
tegen malkanderen fchitteren, zien. '
De hoofcTgrondvandezen ViJcb, (die
als een gemeene Bot, en zeer lekker van
fmaak , .gelyk alle die zoort van Vifch,
is) vertoond zig donker-Zep-groen , op
welken grond , van de kop af over’t ge-
heellyf, enden ftaart, o f over den gehee-
len Vifch , zieh zeer fchoone Orangie,
zwarte, en ook Wel enkel fyne zwarte j
en dan weer eens enkele fyner Orangie
d wars-bandendje van derug na den ftaart
toe wat ingebogen loopen , vertoonen ,
dat een zeer fraeje en aardige mengeling
tan verwen onder een geeffc 5 dog de
agterfte band op'een na is breeder als de
andre, en pek-zwart, tuflchen twee Orangie
fn^aller zoomen ftaande.s waar by zig.
dan ook ’c zwart’ yao^daw-agtemen pana
tegen aehW^aanalseen breed half rond tegen
den enkeien.Orangieo zoom vertoond.
Het ly f van die Vifchje is b o l, en
rond , byna als de Ikan Tina. N°. f j .
Befchreven 3 dog den bek is wat anders
, en ook de kop een weinig, als
die van een kleen Bofch-Verken, in-
gebbgen , loopende na den rüg toe wat
Koog bp, ontrent het midden van welken
ingebogen fnuit zig al mede diergelyke
twee kleene dog breede Orangie banden,
met een breeden zwarten in’ t midden, en
meer diergelyke andre half Orangie en
half zwarte ftreeken tegen een ftaande,
vertoonen j hoedanig ccn krom-gebogen
breeden zwarten ftreek, met twee Orangie
zoomen men ook onder , en na de wam-
me fpits toegebogen, ziet.
Het oogis donker hemels-blaeuw, en
den appel zwart •> dog boyen het 00g,
tegen den rüg aan, vertoonen zig als
efctelyke Vellingen van een rad, waar van
Ü eerftezwart, het tweede Orangie en
izwarttegeaeen, ’t derde Orangie, en
’t vierde zwart en Orangie tegen een is,
dat pp dien Zee-groenen grond aardig af-
fteekt.
De vin tegen *t lyf is Orangie, met
zwarte graatjensj dog boyeh aandonker-
Hemels-blaeuw. De onder-yoor-yia is
als een fcherpe doorn , die zwart, Zee-
groen, Orangie, enmeteenfmallenzwarten
binnen-zoom bezet is.
De beneden- en boven-vin naagteren
zyn Goud-geel, met een fyn zwart dwars- .
zoompje byna voor aan j dög tegen ’t
ly f is die boveh - vin Zee - groen met een
fynen zwarten Zoom tuflchen *t geel, en de
beneden-vin zoo Hemels-blaeuw met een
fynen zwarten fchy-zoom tuflchen’t geel.
De boven-voor-vin is fcherp gedoornd,
waar van de eerfte, en grootfte-Zee-groen,
dog boven aan Orangie is. De andre zyn
geel-wit met zwarte zoomen , gaande al
korter af, ende grond van de vin zelf is
Orangie.' »•
Aan ’t onderlyf van den Vifch een
vinger-breed van den ftaart, ziet men een
Hemels-blaeuwen bol, als een groote na-
gel in ’t rond, met negen kleene zwarte
bollekens in ’t rond bezaeid. Daar na
volgd een körte Orangie, en zwarte fmalle
fchey-zoomen} dan nog een Zee-groene
band , die na den ftaart toe een zwarten
enkelen ftippel-band heeft. Dan ziet men
een breeden zwarten , dan weer een half*
zoo breeden Orangie band, diens zwarte
fyne.buiten-zoom de ftaart van ’t lyfon-
derfcheid.
De ftaart is immers zoor aardig , als ’t
iyfj geteekend , van fatzoen byna als de
ftaart yan den Vifch, N°. 77 befchreven ;
¿\(\£ Y i y „k.lee.ne^.-
Hy beftaat in’t geheel uit verfcheidene
overlangze banden , waar van de twee
buitenfte fchoon Zee-groen, een halve
ftroo-breed, de volgende dan aan weer-
zyden Orangie, dan aan wcerzydön Hemels
- blaeuw., dan weer Zee - groen aan
weerzyden zyn 5 dog in ’t midden heeft
men twee geele, alle de welke wat fchuins
en wat krom gebogen van ’t ly f a f al
breeder en breeder uitloopen, ftaande ieder
bandje tuflchen fmalle zwarte zoompkens,
en in de binnenfte geele vertoonen-zig.
nog wat lager, mede ook fchuins na
boven to e , en beneden wat breed ,
eenige fyne zwarte graatjes.
Daar na ziet men onder een fynen Zwarten
halven kring, längs al die banden henen,
en onder nogeen körtegeelefraanje ’er aan.
N°. 7p. Leverd ons de Ikan Monat,
of Moriat-Vifch, uit.
Deze is var. lengte een kleenen voet,
en wat plat van ly f , byna als een Bliek,
ook valt hy zointyds wat droog * -om te
eeten j hoewel hy anders van fmaak wel
wat na een Baars gelykt. De kop is re-
delyk groot, de bek kleen, en van
binnen rood, yan welkers boven- en
onder-deel zig twee Örangie ftfeeken,
een half ftroo-breed , die lchuins op na
de boven-vin toelööpen en daar een fmal
langwerpig rond uitmaken, vertoonen,
mid-
O n g e m e e n r VISSCHEN V A n AMBÖINA. J 7 j
midden tuflchen welke twee Orangie
ftreeken zig zeven flaeuwe, Goud-geele
bollekens opdoen , even eens gelyk men
wat daar boven vier donker - Hemels-
blaeuwe bollekens in twee zulke Orangie
trekken z ie t , die orttrent den rüg j en
'tegen .’t 00g toeloopen , dog welke men aan
hen andre kant open Zieh vertoonen ziet.
De grond van den kop is na boven toe,
gelyk ook een deel van ’t lyf daar ^ flaeuw-
Zee^groen, dog beneden , geheel wit en
graeuw, met eenige flaeöwe zwarte over-
iangze ftreeken, hoedanig ook het boveh
lyf na agteren toe, behalven dat de grond
zelf daar ook , op welke zig die zwarte
ftreepen vertoonen, zeer donker is.
De wamme vertoond zig in tweeZee-
groene ftreeken, als Knevelbaarden, längs
welke boven ¿warte ftippels loopen.
De vin tegen ’t lyf is Orangie-verwigj.
dog boven aan Zee-groen, met een ver-
milioene afleheiding, en een fynen z warten
zoom» tuflchen de vin zelf.
De onder-vin daar beneden is Orangie
na buiten, en Zee-groen na binnen toe.
^ N°. 80. Vertoond ons de Ikan Ttrbang . ikan
Jang Babintang, o f de Gefterde Fliegende TerSang
Fi/ch. ; bii8ùB
Deze is wonderlyk fchoon van verwen, Q •*
en dièrhalven zeer veei van de bevorens
befchrevenen verfchillende.
Zyn 00g beftaat uit een rooden , dan
uit’een breeden Orangien kring, dan uit een
zwarten fynen, en dan uit een breeden rooden
buiten-omtrek, zynde de appel zwart
De kopvàn den zelvènis vry breed, als
een Kik-Vorfchert-kop, verfmallehde aan
weder-zyden längs den hals tot aan het
ly f toe.
De bek is voor aan Zee-groen, dan
licht - geel, dan rood, dan wit en rood
gefpikkeld j als halfMaanswyze, en dan
loopt hy voor wat breeder^ als längs den
hals, en in ’t niidden tüflehen de oogen9
en-zoo verder *t geheele ly f over, met een
Hemels-blaeu wen grond, die ot> den rüg
hoogHemels-blaeuw, en op ’t l y f enden
grònd der twee vinnen , agter wat lichter
van verw is.- -
Voor in den köp, pas bovehde oogen j
vertoonen zig vier bollekens in. de breed-
te, twee bluten af, en twee in’t midden j
met een Hemels-blaeuw middel-ichotjc
’er tuflchen beiden, zynde geel van verw,
en rood van ómtrèk, hoedanige roodé
zig in menigte, als zoo veel Stcirrekens,
over ’t ganlch lyf, én òók op zyn groote
vleugels vertoonen.
Tuflchen de twee middelfte bollekens
voor in de kop , vertoond zig een dub-
bele rey zwarte ftippels, gélyk oók aan
wederzyden längs de oògen die eakeld tè
zien is j dog de enkelè gaàn tòt aan dèh
hals toc door , en de^andre maar tòt aan
de Oogen, pas beneden de welke zig ,
wat na ’t linker ö o g , een fchoone Zee-
groene ftreep, een ftroó-ftreed, voi fyne
zwarte drie-hoeken, op doet j die tot de
ftaart toe doorgaat.
en wit. , . . :, '• .v
Van de neus byna af, ofwat ’er boven j
vertoond zig een Orangie zoom , tot aan
de Orangie boven-vin, diens doornen vry
veel, en .die. ook Qrangie - verwig , dog
zwart van zoom zyn. De agter - boven-
vin is vootaan rood , met een Hemels-
blaeuwen byna ovaal-rondenvlek, als een
lange nagel, in ’t midden , en agter aan
wit en flaeuw Hemels-blaeuw, loopende
tot dicht by den ftaart wat rond, en boven
yan de doornen af een fyne rooden zoom
hebbende. Pas beneden dat Hemels-blaeuw
ovaal) in de agter-vin boven ziet, menop |
’ t lyf van den Vifch tegen den rüg aan zoo
een half Orangie ovaal , met een rdöden
zoom buiten om, na ’t ly f toe.
De beneden - agter - vih is kleen, voor
aan na de buiten-zyde wat Orangie 3 en
verder donker-Hemels-blaeuw na de twee
roode doörns toe, (die zieh pas boyen
die vin , met nog iet roods in de buik*
vertoonen) en dan wit en flaeuw Hemels-
blaeuw, als ook wat Zee-groen, dat ook
de verwen van den twee-klüftigen ftaart
zyn , diens grond ten deelen flaeüw-
Orangie, en flaeuw-Zee-groen is , ver-
toonende agter een flaeuwen Hemels-
blaeüw.en zopm van eenftroo-breed, en
van gedaante als een halve Maan ; dog de
twee buiten-omtreklcen van den ftaart zyn
rood boven eh beneden j dog die van
boven loopt tot.de vin toe ten deelen
Prangie-verwig, ten deelen rood, längs
den rüg uit;
De oógen zyn kleeh , en Zee-groene
I den appel zwart 3 maar aan weerzyden
I van de oögen verneemd men èenaardigen
lang werpigen rooden en aan weerzyden ge-
hairden opftaanden omtrek, beneden icaer
van welke men drie roode bollekens beneden
malkanderen öp een gcelen lang-
werpigen grond ziet, die boveh rond en
van een zwarten fynen zoom voorzienis 3
én beneden ter lengte van een halve pink
fmal uitlóopt.
Aan wederzyden ptiild de kpp in *t
midderi wat na buiten h it , pas benedeii
! welke uitpuiling zig aan wederzyden eert
fcherpe Pcirpre doórn, eén halve pink
lang, vertoond, op ieder van welke drie
witte bollekens, vervölgens na beneden
toe van boven af, ftaan. ' Oök ziej metl
aan weerzyden , pas vòor by d.èri hals,
een Purper half ovaal, ontrent een lid
van éen vinger lang, en op iéder der Zel-
vé ook zoo drie witte bollekens.
Öntrent de bogt van den hals, by die
Purpre halve ovaale beenen, zyn tweé
Aaa 3