
„derwaärts, en quam met den dageraad
,, wederom medebrengende tot buit 257
„vrouwen, dochters, en kinderen, nef-
5, fens ftyf i yq mannen en jongens y dit
,, was den pden Oktober: Maar Radja als
» overfte toog den izdcn ’s nachts weder
53 met foo man uit, ftak een dorp by Sa-
3, mangen aan, en bragt ten 3 uuren 126
3> Zoo vroiiwen, jongens, als meisjens me-
33 de j Radja verloor hier door *t fpatten
33 2 derzyner, wiert zeHs gequetft, egter
33 door tegengiftvan de fenynigheden oe-
33 houden, dan behielt inwendig de koorts.
33 Zedert is Bezuiden ’tbofch Batta Batta
33 met de Macaflaar een batailje geweeft
j}daar hy, als een onbevreesde zyn volk
33 geduurig aanvoerende, ververile. Zoo
33 ging 00k Radja Palacka , onderfteunt
33Zynde van de oppaflers van den Admi-
33raal, en 8 o f lomatroozen met hand-
33 granaaten eh vuurpotten, tuflchen den
5, 22 en zjße» Oktober des nachts , voor
3, de derdemaal na des vyands Pagger, die
j, hy overweldigde 5 de vyand liet aJdaar
33 30 dooden, oebezetting beitont in 300
,, o f 400 koppen, daar wiert ingevonaen
,31 ftandaard, 2 vaandels, 1 fchoone me-
3,taale bas, z kleinemetaale ftaartftukjes,
„ i o pond kruit, 20 fpatten, en fpatko-
3, kers , zo baskogels , enz. met 1 vrouw
3, en 1 jongen , en waren daar z Boegis
„ doodgebleven , 7 gequetft van fpatten,
3 , en 1 met een Kris j aan deze Pagger
„was een ander met fchanskorven vaft-
3, gemaakt, daar zieh Radja Palacka tus-
„lchen den Z3 en Z4ften ’s nachts mede
33meefter van maaktej de vyand had al-
3, daar y dooden, daar in wierden gevon-
3, den z metaale kamerftukken, 1 groot
3, metaal falconnet 5 1 vaandel, 30 fpatten,
,,6 musquetten , enz. De vyand was
, , daar in wel zoo man fterk 3 en onder
,, ’t gezag van eenen Dain Manjelico ge-
„weeft, die behalven de dooden nogwel
33 30 gequetften hadden afgevoert, die
3, meeft geftorven zyn, doch aan deze zyde
3, was maar 1 man van Radja Sopings volk,
3, en 1 vaandrig van Palacka gefneuveld,
,, mitsgaders Radja zelve, en nog wel zo
,3 waren van een fpat geraakt, doch wei-
3, nig daar door gelernt. Den 2<Sften dito
„naderden 30 o f 40 voorvegters tot in
„Batta Batta, waar op de onzen in aan-
„ to g t quamen , en nen begaven na de
„ laatfte Pagger , daar de vyand 00k na
„ to e trok , en onder’ befcherming van
„ ’t gefchut ftand hield, waar op de onzen
„ weder te rüg trokken, met verlies van
„ z foldaaten en 1 tamboer, en körnende
„buiten ’tgeboomte, vonden zy y vyands
„vaandels, met eenig volk daar b y , die
„ zeer fei fchoten, doch van de onzen op
„ de vlugt gedreven wierden, niet tegen-
„ ftaande de andere van onder de Pagger
„ tot hulp quamen , . die 00k het eigen
„radmbeftenkiezen. In ’t aftrekken ver- ,¿6.7.
3, brandden de onzen in *t voorbygaan twee
,, legerplaatzen, en trokken voorts over
„d e rivier onder ’s vyands fterkte , en
,, ’s konings eigen verblyfplaatss dit ver-
,3 oarzaakte zoo groote verbaaftheid , dat
3, den vyand met neele troepentot inMa-
3, caiTar liep. De-jongft gemaakte fterkte
„Bezuiden Batta Batta gelegen , wiert
„ door Radja Palacka in holen gezet,de
„ bezetting, aldaar gelegen hebbende, be-
„ ftont in 600 koppen , daar onder de
,, zoon van Crain Poppoay^it met pak en
„ zak waaren doorgegaan, en daar in gebauten
2 gemeene en 1 groote bas. In
Mu Ve^ Aequamen de onzen nog 1 dub-
„beidebas, nevens 1 vaandel, 3 harnas-
„ z en en j1 hoofden , daar onder datrvan
„ Crain Tarroenang y volgens de berigten
„ waren van den vyand yo of (So , maar
„ van onze Boegis niet meer als 4 dood-
„ gebleven , en 13 gequetft. Gemelde
Boegis hebben van den vyand nog af-
„ genomen 400 buftels, zoo dat ’er een
„voor 6 o f 8 fchellingen aan ly waat te
„bekomen was j " waar op de Heer Ad-
„miraal en Veldoverfte , Comelis Speel-
,, man, den zpften dito twee Bonize Ge-
„committeerden met een brief aan den
„koning van Macaflar afzond, met aan-
„ raading om van het bloedvergieten een
,, einde te maaken , welke Gecommit-
„ teerden by den koning enGrooten met
„veel eere wierden ontfangen y den brief
„gelezen zynde, wierd 3 dagen uitftel,
„ en tuflchen dien tyd ftilftant van waa-
„penen verzogt. Dit rooven en bran-
„ den, maakten zoo grooten fchrik onder
3, den Macaflaar, dat hy den 1ften Novem-
,, ber een Gezant met een brief aan den
„ Admiraal Speelman afzond y ’t fcheen
„ gedwongen werk , want deze Macas-
3, zaarzeGezant was van over dezoo zie-
,, len gevölgt, en zy bleven hem by",
„ toen hy in een tent op ’t yeld zyn brief
„overleverde, met verzoek van ftilftant
„ van waapenen, en ’t zenden van z Ge-
,5 committeerden y de ftilftant wiert hem
„ to t ’s avonds ten <5 uuren , en langer
„n ie t, toegeftaan. Menzont zGecom-
33 mitteerden, die daadelyk in ’s konings
„ Pagger ter gehoor gebragt, in tegen-
,, woofdigheia zyiier meefte beampten
„der Nederlanders brief lazen y maar
„ftonden verfteld , en vraagden o f geen
„andere mondelinge laft hadden y men
„ g a f goed antwoord , alzoo die koning
„ 2 vry loos is , doch niemant fprak meer ,
„ als zyn Raadsheer Crongron, die op deze
,, handeling lachende zeide , ’t hoofd qa
„ den koning draajende : Wel bebbenze
,-¡geen gelyk ? wat valt hier veel beraad?
,, willen ivy haar niet aantaßen3 zoo zullen
„ zy V ons doen y en zoo vertrokken de
„ Gecommitteerden. De Crains Layo en
„ Bancala vertoonden hun over de rivier,
,, met voornemen, om zieh van de Ma-
„ caflaaren te ontflaan, waar op de Ad-
3, miraal Radja Palacka derwaarts afzont,
met z goude ’ kriflen , en z ichoone
33 goude alegias , om aan die Heeren te
5, vereeren i doen zy Radja zagen, traden
3, zy zclfs door de rivier , alleen verzelt
„ met de zoon van Crain Layo. Na körte
,, zamenfpraak namen zy gemelde ge-
3, ichenken dankbaarlyk aan, en Tcheiden y
gemelde Crains waren t’zamen aanbe-
a^volen te bewaaren een Paggertjen, ag-
3, ter de Hoekpagger van Ayen , voor-
„noemde Hoekpagger was aan eenen
„ Crain Layfan bevolen, die om redenen
niet goed was gevonden hier van ope-
„ ning te doen. Tuflchen Radja Palacka
„ e n gemelde Craint was befproken, dat
-, de onzen tuflchen den z en 3den No-
vember hunnen Pagger zouden aantaften,
, , endätze dan, quanswys om bewysvan
„ verdediging te toonen, hun volk in de
„höogte zouden laaten fchieten, en, ha
,, eenige ehargies daar uit, regt na huis
,, vlugeen, om hun volk te verzamelen,
„en hunne gebuuren tevermaanen, zieh
„n a huri voorbeeld by de Compagnie te
„ begeven, ftaat raaakende met f 000 man-
„ nen van waapenen weder by de onzen
^te komen, gelyk dan zulks ter beftem-
5, der tyd voltrokken wiert, maar die van
„ Ayen deden hun beft om zieh tc ver-
„ dedigen , doch de onzen hadden des
,, morgens al 6 ftukken kanon by de wer-
„ ken, om op Ayen te fchieten, maar de
,, Bevelhebber Crain Lay fan zieh gequetft,
„ en zy hun buiten hoop van onzet vin-
„dende, verlieten tuflchen f o f 6 uuren
„d e Pagger , z yzere 3 ponders , en 2
„metaale baflen wierden *er in gevonden}
3, buiten deze Paggers hadden de onzen
„n o g z Paggers in ’t bofeh gevonden,
^'die aan de Echte vlam wierden overger
3, geven. Den 4 November wiert Radja
Cajo met f vaartuigen naTurata gezon-
„ den, mede nemende een vereeringe aan
3, haare Hoogheden aldaar. Al dit voor-
„gevallene had den vyand zeer ontftelt,
„en willende Crain Tello de onzen met
„ 3000 man najagen, wiert het zelve door
„ den koning van Macaflar belet. Onder
„den voorfz ftilftant van wapenen had-
„ den verfcheide overgekomen Xulanezen
„aan de onzen berigt gegeven , dat de
3, prins Calamatta genegen was om met
„ a’Ed. Maatfchappy weder in vriendfchap
„ t e leven , en waar op de onzen twee
„ Temataanen met een brief na hem toe«-
„zonden, en zoo zont 00k gemelte Ca-
„ lamatta een Afgezant aan Majude, om
„ hem op zekere plaats te fpreken , die
„00k by Calamatta in ’t veld quam,
„medebrengende een brief en geichenk
„van den Admiraal gezonden i dit ge-
„fchiede in *t bywezen van wel 10001667*
,, zoo Maleyers als T ernataanen, toonende
„alle groote blydichap , zont 00k een
3, tolk aan den Admiraal met zyne groete,
„ die hem weder met den zelven liet we-
„ ten, dat ’t hem aangenaam zoude wezen,
„da t hyzich met de Maatfchappy enzyn
„broeder den koning van Ternate ver-
,, zoende y en indien hy genegen was om
„zyn E. zelve te fpreken, dat hydaade-
,, lyk buiten ’tbofch moeft komen , al-
3, waar de Admiraal met Radja Palacka
„zieh 00k vervoegde y dus quam 00k
,, Majude en andere voomame Temataa-
„nen met den tolkzamen uit, maar zyn
3, Hoogheid Calamatta, bereid zynde om
„ uit te komen, wiert door twee Macas-
„fäaren ten hove geroepen , des hy de
„onzen hun affcheid gaf, met beloften
„ de zaaken wyders wel te beftieren , tot
„ voordeel van de Maatfchappy. Op den
„ oever van de rivier wiert oök een Pag-
„gerdoor den vyand zelve verlaaten , en
„ door de onzen geflegt 5 00k was de
,, groote Pagger in ’t Ooften van de on-
„z en , over de rivier gelegen, al meeft
„ ter neder geworpen, en weinig bezet*
„ting daar inj noch een andere Pagger,
„zynde des konings eigen verblyfplaats,
„gin g 00k tot niet, en fcheen de vyand
„ ’t hoofdquartier aan den oever van de
3, rivier Grelle te willen begrypen y aan
s ,’t einde van ’tbofch lag nog een Hoofd*
„pagger, onder de bewaaringe van Crain
,, Linques, regt agter Borrambon, maar
„ ’t kanon was ’er al uitgeligt. Weshal-
„o p den 7den November en de volgende
„ nacht den Admiraal, nevens Radja Pa-
„ lacka , en Capitein du Pon , met zoo
,, N ederlandze foldaaten, oök de Amboi-
,, neezen onder Capitein Jonker, daar heen
„ gingen , ftekende voor eerft het dorp
„ Bonaye in brand, zynde doe voorts van
„meening even aan It einde van ’t bofch
„ een halve geflegte Pagger op te maa-
„k e n , om op de vefting van Linques toe
„ te leggen, om by goede voorfgang op
3, Borrambon toe te leggen. De koning
„en de gemeente fchenen zeer genegen
„ tot vrede , maar Crain Tello was hart-
„nekkig en als defperaat, willende de
„ onzen op ’t lyf vallen. CrainGreJJe was
„00k in Wadjo aangekomen, zonderdat
,, hy eenig merkelyk toeval van volk had
„ gekregen y zoo was 00k Radja Panna,
,, neef van Radja Palacka, aan onze zy-
,, de vanBeron naär Soping opgebroken j
„daar hy in goeden ftant was j Dain
,, Pabile3 als 00k mede die van Loeboe j
„waren in verfcheide ontmoetingen met
„die van Wadjo geweeft, en aan de
„ overhand gebleven, en waren gemelde
„ Wadjo’s door ’t verbranden van de om*
„ gelegen dorpen ontrent hunne hoofd-
„ negerye gedreven 5 ’t volk aan deze zyde
V 3 „der