
51 * v ernandeiing der L h h
hunne CabinettCn bezaten, zeer fraey op-
gecierd zier. A l het welke die laatfte
de Heer raet ved naeuwkeurigheid on-
derzogt, over al opgebaggerd , en voor
Zoo verre die Horenkens toen, buiten de
Ooßerfche , nog bckend waren j ’er by-
gevoegd heeft
W y wyzen derhalven den Lezer, Zoo
Van verre als de Befchryving dezer Ambon-
de Heer ßbey en ook der toen reeds bekende an-
3 K dre Horenkens , y |t zy uit Wefi - Indien ,
tvaar na de Middellandfche , en andere Eurotoe
wy peifche Zeen , betreft, tot dit heerlyk
zer'w'r > cn wy zullen jegenwoordig
len, y" niet anders doen, dan volgens de ordre,
by de Heer Rumphius gehouden, de naa-
men dezer Zee-Horenkens, die in Amboina
vallen, opnoemen, en daar en boven ’er
die gene by voegen, die by de Heer
phius, en andren, overgeflagenofnietbe-
kend geweeft zyn, en die ik bezitte, en
toonen kan.
Ördre p Om dit, dan met een nette ordre, die
gencfwy ? en X°^Sen kan, te bchandelen, zal ik ,
over de ^it opnoemen der Ambonfcbe Zee-
Horen- Horenkens, te gelyk ook voor cerft mvn
kens zeg-
gea.
-HORENK ENS , cnz.
Horenkens iii
hare zporten befchry ven, en by die gene
, die ik van de zelve nu niet bezitt«*
alleen , dat ik die -nu niet heb , ’er by-.
voegen.
Ten anderen , zal ik by ieder zoorte*
van welke ik fpreke , die gene 9 die ik
meer bezitte, dan die in ’t Werk van de
Heer Rumphius gemeld werden * ’er ook
by plaatzen.
En na dat ik ovet alle de Ooßerfche Horenkens
, die in Amboina of in ’t Oofien
vallen, en die ik bezitte , gefproken zal
hebben, zal ik tot de Wefi-Indifche cn
Europtifche, die ik bezitte , en verder o f
kenne, ofgemeld vinde, ovcrgaan.
Wy beginnen dan met het fcwcede
Boek van de Heer Rumphius injiet twee-
de Hoofdftuk', raadzaam gevonden heb-
bende , om aan de eene zyde de Indifchej
en aan de andre kam de Vaderlandfche,
o f Europeifche naamen, het welk deLief-
hebbers hier te Lande, en in Indien, een
groot licht ontrept deze Liefhebbery ge-
ven zal, hin op te noemen.
Naamen
der Am-
bonfchc
Horenkens
voU
gens op-
gave van
Rumphi
us,en
van de
Europiers
»
V E RVERHANDE
L ING
D E R
OOSTINDISCHE,
ZEE-HOORNKENS.
Eurö- Indifche Naamen.
peifche
Naamen.' j p j j Qa^ f j
Coquilje. ^ Eapedo - Hoorn, o f de Paärlej
moer- Hoorn, f die ik groot, en
M M middel-baar zeer fraey bezit.
Dito kleene3 door deZee ge-
paarlemoerd.
Dito kleene , ongepaarlemoerd , die
ze<er zeldzaäm is.
Cap: III.
jjct Roemah Go'rita.
boeken- Meteen vleugel ter zyde, enagterfmal.
huiije. Dito, dog zorider vleugel ofte glad ter
zydcn.
Dito, met knobbels, en breed agter.
' Ook Zyn ’er Kraal-Gorita'S; dbg-deze
vallen in de Middellandfche Zee. Ook
hebbe die laatfte niet.
Van deze hebbe meer dan Rumphius.
Een geele Roemah Gorita.
Een zoört, die vän agteren rondagtig
en glad is.
Beide deze zoorten vallen in de meeiie
Zeen van Amboina , en de laatfte vooral
tuflchert Cer am , Oma , en Honimoa, en
ook tuflchen de hocken van I'ial en Hoe-
toemoeri, daar men byzonder groote ge-
zien heeft. En dit is de Vifch, van Welke
men beft volgens Plinius getuigenis,
lib: p. cap: 2p. de Zee-kunde geleerd heeft,
gelyk dit Gyraldus cap: 3. de re nautica,
ook zegt.
Cap: IV.
bitvoerd Het Pofi-Hoorntje.
de zelve Deze vallen op Amboina , Oma , Cn
Naam. Honimoa.
\ Cap: V :
Het Qüallebootje.
Dit valt ontrent Manipd, en Bonoa.
Cap : VI. . - . ,
De bonte Mata Boelan Bezar, of V groot Maan- 00g,
Höotn5" °°^ Rwftn-oor, genaamd.
Indifche Naamen.
Deze vallen 6p ’t Eiland Oma , eh el-
ders meer.
Des zelfs dekzel, bf de Vetius-Navel.
Hier van heb ik meer de ros gemarmelde
De hooge o f fterk groene.
Cap: VII.
Europeifche
Naamen.
Dito , kleene Mäan - hoorn , met het
Mammetje.
De Bia Petola, o f Petool-Hooren. 'DeNaf
Deze vallen beft op ’t Dorp Oma , et} ^auw^r‘
Aboro öp ’t Eiland Oma, en op ’t Eiland
Noeffa-Laöet.
Ik zie van deze op de Plaat XIX. Fol:
70. vier byzondere zoorten.
Dog ik bezitte daar af zefthien 3 a ze-
venthien , verfchillende zoorten , waar
önder de Orangie zeer zeldzaara is i gelyk
ook die met hare oogen ’er op.
Goude Ovens, o f gloeijende OvenS. Goud-
Ditö, kleene zoort; Monden.
Zilver Ovent. Zilver2 •
Met alle de vertiere op de Plaat XIX» Mondeni.
No. 1. 3. en 4. ’er bygevoegd.
Buiten welke* ik nog wel vier a vyf
zeer zeldzame Zilver- Monden bezitte j
onder andre een pek-zwarte met witte
vlekkeri. ,
Deze Goud- en Zilver-Monden, vällen
op de Eilanden Oma , Honimoa , en op
Leytimor. ,
Cap. VIII. en liC. boIfynN
Lobbeijts. : BaVrd0- .
Deze vallen in den Ambonfcbe Inham. Mannet
kens.;
Sprnen. . D e
Van deze hebbe een zeer zeldzame uit kleene
Amboinä gebrägt, die zeer groot, en van Zonne-
drie a vier omgangen , of kringen voor- Hoorn,
zien was, körnende ’t näaft aan de groote
Zonne-Hoorn, by de Letter R op de
Plaat XX. te zien j dog bezit die nu niet.
1 Deze vallen ook in den Ambon]che ln-
V v v 2? bamj