
1668; 30.
En op ddt aile de bovenfiaande PotnUlen
des te religteufer mögen worden onderhouden,
zoo zyn dezelve door den koning van Ma-
tajfar, en zyn hier ondergefcbreven Grooten,
en by wegen van de Compagnie , door den
Admiraal, nevens 00k de Koningén.en Prin-
in dit verbond begrepen, #¿7 aamoepinge
van des Heeren Heiligen Noame, beeedigt,
geteekent, en verzegelt, elk op zyn wyze,
in een veldtent, op Vrydag den i8den iVo-
vember 1667. entrent Borrombon , op des
Compagnie eygen grond.
N a a rd e r C o n tra sten , gem a a kt
met Radja Tello 00 Crain
Linckes.
Den s>d^ en t^ dca Maart *sjaars i66$.
Nadere ” T ^ Paduca Siri Sultan , Hanoenarra
Contrac- S J - koning van Tello, nu in de
ten met » laatftgemaakte vrede met Macaflar ge-
verfchei- >> worden zynde Compagnies vrund en
ften in de?* bondgenoot , gelyk daar van het ge-
jaaren »»maakte en door ons beeedigde Contraifc
1668. en *»in ’t breede fpreekc, my erinnerende de
1669. » getrouwheid en vaderlyke zorge, waar
»» mede de Compagnie doorgaans en altoos
” is aangedaan over haare verbonde vrun-
»»den en bondgenooten , verklaare door
** dezen, naar ingenomen advys van myne
” Landsheeren, broeders en onderdaanen
"teraade zyn geworden, my ende mynen
” ook nevens dien myn ganfche ryk en
” jurisdi&ie nog nader en in ’tbyzonder
” met de zelve Compagnie te verbinden,
^en t’evens teverzoeken, dat ik niet alleen
in haar befcherminge particulier-
adfjjj aangenomen, neen maar ook my ne
„kinderen, zoo by myn leven, als 00k
,, naa myn dood, met my aangezien
„mogten worden , als vrunden en ver-
„ wanten van de E. Ooftindifche Com-
„ pagnie, dieze houd en neemt in haare
vaderlyke bewaaring , op dat ons van
„ niemant ter wereld eenig leed o f onregt
)j mogte overkomen, ’t gunt den Heere
„ Cornelis Speelman, Admiraal van ’s Com-
„ pagnies magten alhier, reprefenterende
„ door kragt van zyne commiflie de
„Hooge Overigheid van den Gouver-
„ neur Generaal enRaaden van Indien op
„ Batavia , te mynen begeeren door
,, Paduca Siri Sultan Mandarjaha, koning
„van Ternate, en Mamalyang, koning
„ van Linckes voorgedragen , en teeke-
„nen gegeven wezende, heeft het goe-
„ dertierentlyken en in een opregt herte
„ believen aan te nemen : Mits welken
„ ik my , myne kinderen , broeders en
„ zuftei? y voorts alle myne Ryksheeren
„en onderdaanen verbinde tot alle op-
„ regte getrouwheid , ons geheelyk over-
gevende aan de goede voorzorge van de
„ Compagnie , alzoo -dat haare Vyäfiden 166?'
„ en vnenden de myne en onze, en wy
„ altyd bereid zullen wezen, met.«n ne-
„venshaar, daarzeons komen te roepen
„ten oorlog te trekkenj gelyk dan ook
„ myne kinderen en kindskinderen', in
„ cas van myn overiyden, zullen ftaan en
,, bly ven onder haare vaderlyke voogdye,
„ en zoo ’er op myn affterven geen by
„leven waten, o f dat zy liedefl fterven-
s>de , geene naarlieten , zullen myne
„ Landsheeren , broeders en vrienden,
„geenen koning in myn plaatze mögen
„ verkiezen , als ten overftaan en met
,, goedvinden van deCompagnie. Jfa in-
„gevalle 00k zulke myne hinderen hen
„n iet na behooren quamen te gedragen,
„ zal dd^gemelde Ooltindiiche Compagnie
„ ten goede van myn land en onderdäa-
„ nen, 00k yemant anders van de naafte
„ in hun plaats mögen ilellen% ’t geene
„ ik alles uit opregte herte de Compagnie
„toevertrouwe; en öp dat hier van voor
„de ganfche wereld blyken möge , zoo
„heb ik dezen door mynRykszegel ver-
„ zegeld, en door Dain Mapgappa, myn
„ brpeder, en Carre Motulle, met Gale-
»ran Care Pato , laaten onderteikenen:
„O o k de getrouwe onderhoudinge van
„ dien op den Alcoran , na onze wyze,
,jten by wezen van Mrs Danckervan der
,, Strafen^ Opperkoopman, Pierre du Pon,
„ Capitein , en Abraham Gabbema, Fiscaal,
„ befworen , zullende als het des Admi-
„raals begeeren en goedvinden zal we-
„zen , dezen in myn ftadt en plaatze
„door openbaare Gomflag Worden ver?
„ kondigt. Aldus, gedaan, beiworen en
„verzegeld in myn fort genaamt Tello,
„ op den 2yfleu van de maand Ramelän,
„des jaars 1078. zynde, volgens de Ne-
„derlandze fty l, den Maart 1668.
a wezende hier over tot getuige beroepen
„ den hoogftgebooren grootmogenden
„ Mandarfaha, koning van Ternate, en
„ mynen bloedverwant Mamalyang , ko-
„ning van Linckes, die tot beteikeninge
„ van dien, mede hun zegel hier onder
„ geftelt hebben.
)> W y zynde geweeft exprellc gecom-
„ mitteert aoor den Heere Admiraal Cor-
n nelis Speelman , verklaaren dat in onze
„ prefentie , ter plaatze voomoemt, al
,, zoodanig dezen Contra£te*is folemnee-
„ lyk, zelfs ook door den koning en ge-
,, tuigen op den Aleorair beeeedigd ende
„verzegeld., het zelve al te voorendui-
„delyk begrepen, engrondelyk verltaam,
»gelyk wy het dam ook aan welgemelte
„ zyn E. in diervoegen.gerapporteertheb*
„ben , en overzuiks geordonneert zy
„Compagnies zegel hier nevens te ilel-
„ len-, met onderfchryving van den' Se-
„cretaris , ten Dage en Jaare als boven
„ in ’t kaileel Rotterdam op Macaflar,
„was
x66& „was geteikent D . van der Strafen y
„ Pierre du Pon y A . Gabbama, ter zyde
„ftont Compagnies zegel gedrukt in
„rooden lakke , waar onder gefchreven
3, Äont, ter Ordonnantie van de Heer
„ Admiraal voornoemt, ten dage en
„plaatze gemelt, en was geteikent
Hendrik Louft Secretaris.
„ T K Mamalyangy erfkoning vanTsjin-
,, X rana Linckes, enz, Vryheer in
„ ’t koninkryk van Macaflar, met rype
„aandagt wel en ter degen opeemerkt,
„ gelezen, en begrepen hebbenae het ge-
„annexeerde Contradl, waar mede te
„ mynen eygen overftaan mynen broeder
„ den koning yan Tello zieh aan de Com-
„ pagnie heeft verbohden } verklaare voor
„ my en alle myne zoonen en dochteren ,
„hüisgenoten , landen en volken , my
„ niet allecn mede zoodanig te verbinden,
„maar ook in ,’t geheel te.Hellen.onder
„ de gehoorzaamheid en befcherminge
„van de E. . Compagnie , die ik belove
„ in alle haare bevelcns, dienften en orr..
„ donnantie nu en altoos in der eeuwig-
„heid gehouw. en getrouw te wezen ,
„overzuiks tot ^eteekeninge van waar-
„ agtige waarheid en myne fincere goede
„ meeninge, hebbe ik dezen, houdende.
„ het Contra£l van Tello, hier in gelnfe-
„ reert, met mynen zpon, genaamt Ta-
yytara Crani van Patenay in handen Van
„ den Admiraal befworen, verzegeld, en.
„onderteikentmede ten by wezen van
„ Danckcr van der Strafen y Opperkoop-
„ man, Pferre du Pon, Capitein, Abra-
„ harn Gabbema, Fiscaal, zynde hier over
„getuigen alle Bondgenooten Köningen
„van wiens wegen hün zegels en hand-
„ teikeningen hier onder geftelt hebben,
„ dengrootmagtigen kouing van Ternate,
„ d,e koning van Palaeka, en de prince
,, Calematta , enden koning van Layo,
„o p den 13dcn van de maand Maart 1668.
„zynde na onze rekeninge den i9ftei1 van
„d e maand Ramelän, des jaars 1078. in
„-’tkafteel Rotterdam, onder Macaflar3
„ onderftonden de zegels vaft de koningen
„yan Ternate en Palaeka in rooden
„ lakke gedrukt j lagerftont, Nota;
„ Deze bezegelinge en onderteikeiiinge
„ van ’t bovenibiande is eerft in vollen
„ Raade den 31®“ Maart gefchied : was
„ geteikent Dancker van der Straten, Pierre
„d u P on , Abraham Gabbema, inmargine
„ ftont Compagnies zegel in rooden lak
„gedrukt, aaar onder: ftont, terOrdbn-
„nantie van de E. Heer Admiraal, ten
„dage en plaatze voornoemt, en was ge-
„ teikent
Hendrik Louf, Secretaris.
Naardere Poindten. IÄ58*
s» \ T 7"Aar pp den Koning en de Gale-
„ W rans , voorts de geheele regee-
„ ringe van T e llo , item ook Cmin
3, Linckes y naar voorgaande vqroötmoedi-
%3 ginge, weder tot waarde Bondgenoö-.
3, ten van de Generaale Compagnie , en
jjvau wegen de zelve. uit den naam van
„ de Ed. Heer Joan Maatzuiker 3.. Göu-
,, veröeur Gepe.aäl, en de Heeren Raaden
3, van Indien* aangenomen en, ingelaaten
3, zyn door de Heer Cornelis Speelman,
„ Superintendent en Gommiflaris over de
33 Oofterfche Prövintien * Admiraal en
KrygsöVerfte over de fcheeps- en krygs-
„magt hier op en ontrent Macaflar.
1, t .
„ Dat welgemelte Heeren, Koningen ,
„en de ganfcheRegeeringe.heiliglyk on-
„derhouden en getrouwelyk nakomen
„ zullen,. nu en altoos, eeuwiglyk en on-
„veranderlyk : het Contra£t eri eeuwig.
„Verbond tuflehen de Regeering van
„ Macaflar, en de generaale Nederlandze
„ Compagnie gemaakt, wederzyds. ver-..
„ zegeld, , cn folemneelyk. beeedigt op
„ den 18^“ N ovember 166j . tot Bonaye 3
„item nog een nader Gonfrad tufichen
„den. Koning en de Regeering van Tello,
„ en Crain Linckes, met welgerüeldeCom-
„ pagnie aangegaan, befloten ,- verzegeld-
„en beeedigt op den pdea Maart des
yolgeuden jaars 1668. verklaarende dat
„ het aftreden van het zelve, door quaa-
„den en verkeerderi raad , haar was ten
„ allerhopgften leedt, en derhalven datze
3, h.un. kenden grootelyks verpligt, van
„ daarc over by de generaale Compagnie
„ op naar ootmoedige bede , genade te
„hebben ontfangen, aan de welker goe-
„ dertiereiitheid zy hun mitsdien in het
„ geheel overgaven , onder vetzoek, dat
„ ze in ’treguard van de geldfommen by
„ ’tBonayze verbond belprokcn , vobr
„ zoo veel daar in hun aandeel aanging,
„niet boven hunne magt befwaart mog-
„ ten worden, protefteerende grootelyks
„onvermogens te wezen tot het voldoen
„van dien-, zulks is hun obk verzekert,
„dat ze ongetwyffelt op hunne vertoo-
„ ninge door de hooge Reeeringe van
„ Indien , dezen aangaande , met alle
„ billyke en betaamelyke civiliteit ge-
,3 traefceert zouden worden.
z.
„ Hebben zy verklaart voor een gfoote
„ gunfte en weldaad aan te nemen , dat
„ de Compagnie hen Beliefde te laaten
„ behouden hunne handgeweeren en mus-
„ quetten , en dat ten opzigt zy haar Van
„de vordere regeeringe van Macaflar af-
,, gebroken hadden 3 en de eerfte uitqüa-
„ men om haar te verootmoedigen, met
„ beloften, datze zonder eenige veifehui-
x 3 " »ling